De intrinsieke waarde van cultuureducatie
Verschillende onderzoekers wijzen op de autonomie van kunst- en cultuuronderwijs: cultuureducatie is niet alleen zinvol door de impact op andere vaardigheden of vakken, maar heeft een belangrijke intrinsieke waarde.
1. Art for Art's Sake?
Volgens de OESO zijn skills als creativiteit en innovatie in toenemende mate cruciaal voor onze economie. Kunst vervult een essentiële rol in de ontwikkeling van deze cruciale skills. Daarom verdient kunst, naast andere vakken en inhouden, een blijvende plaats in het onderwijs. Tot die conclusie komt ‘Art for Art’s Sake? The Impact of Arts Education.’, het onderzoeksrapport dat de OESO uitbracht.
De navorsers benadrukken dat de belangrijkste legitimatie voor kunsteducatie niet ligt in de transfer van kennis of vaardigheden naar andere vakken, maar dat die een waarde heeft die op zich staat.
Ultimately, even though we find some evidence of the impact of arts education on skills outside of the arts, the impact of arts education on other non-arts skills and on innovation in the labour market is not necessarily the most important justification for arts education in today’s curricula. The arts have been in existence since the earliest humans, are parts of all cultures, and are a major domain of human experience, just like science, technology, mathematics, and humanities. In that respect, they are important in their own rights for education. Students who gain mastery in an art form may discover their life’s work or their life’s passion. But for all children, the arts allow a different way of understanding than the sciences and other academic subjects. Because they are an arena without right and wrong answers, they free students to explore and experiment. They are also a place to introspect and find personal meaning.
Het kunstonderwijs heeft met andere woorden een eigen, intrinsieke waarde. Kunsteducatie helpt leerlingen de wereld op een specifieke manier te begrijpen , het geeft leerlingen de ruimte om de wereld te verkennen en te experimenteren. Bovendien biedt kwalitatieve kunsteducatie de mogelijkheid tot introspectie en tot persoonlijke zingeving.
2. Cultuur is de manier van betekenis geven
Ook Barend van Heusden, hoogleraar Cultuur en Cognitie, neemt in zijn publicatie Cultuur in de Spiegel (2010) een gelijkaardig standpunt in. Cultuur beschouwt van Heusden als een breed begrip: cultuur is hoe de mens betekenis geeft aan de wereld en wat hij maakt en doet (Meer over Cultuur als breed begrip). Cultuur is dus een actief proces van zingeving.
Ook in het onderzoek De waarde van cultuur(2014) van Pascal Gielen et al., wordt ‘cultuur als zingever aan een mensenleven’ genoemd als de belangrijkste waarde van cultuur. Cultuur is dus eigen aan mens-zijn: het is een proces van zingeving dat altijd en overal plaatsvindt, ook buiten de lessen van cultuuronderwijs. Waarom zijn de lessen cultuur dan toch zo belangrijk? Het cultureel bewustzijn – de manier waarop je naar de wereld en naar jezelf kijkt – is niet statisch: het kan veranderen en groeien. Alle vormen van reflectie op cultuur noemt van Heusden het culturele (zelf)bewustzijn. Cultuuronderwijs heeft betrekking op zowel het individuele als het collectieve culturele bewustzijn, en stelt zich als doel dit bewustzijn te vergroten en in verschillende media te leren uitdrukken. Dit is, aldus van Heusden, de intrinsieke waarde van cultuureducatie. Van Heusden beschrijft bovendien waarom het zo belangrijk is dat het cultureel bewustzijn gestimuleerd wordt:
Een complex en rijk zelfbewustzijn biedt een andere basis voor het handelen dan een zelfbewustzijn dat beperkt is, of dat niet of nauwelijks uitgedrukt kan worden. Wie beschikt over de mogelijkheid om het zelfbewustzijn vorm te geven met de vier basisvaardigheden (i.e. waarneming, verbeelding, conceptualisering en analyse), in verschillende media, staat waarschijnlijk anders in het leven dan wie daar niet over beschikt. De veelzijdigheid en het vermogen van een cultuur om te reageren op verandering lijkt gebaat bij mensen die ook met betrekking tot de cultuur zelf beschikken over een rijk geheugen en goed ontwikkelde vaardigheden in een verscheidenheid aan media. Cultuuronderwijs zoals dat hier wordt voorgesteld zou de basis kunnen leggen voor een kritisch en complex, zelfstandig cultureel burgerschap.
Met andere woorden: hoe groter jouw cultureel (zelf)bewustzijn is, hoe meer tools je hebt om te reflecteren over en te reageren op jouw eigen identiteit en op de wereld rondom je. Bepaalde veranderingen of gebeurtenissen die op je pad komen leer je beter te kaderen of kritisch te bevragen. Cultureel (zelf)bewustzijn zorgt voor weerbare en kritische burgers.
Dat kunst en cultuur allerlei cognitieve processen in gang zetten, wordt bovendien ook bevestigd door de cognitiewetenschappen. Neurologische studies, een recent fenomeen, maken het mogelijk om te zien welke delen van het brein geactiveerd worden tijdens verschillende activiteiten. Hierdoor wordt het dus ook mogelijk om verbanden te leggen tussen kunstervaring en hogere cognitieve functies zoals waarnemingsvermogen en het ontwikkelen van een identiteit. En wat blijkt? ‘Hoewel we een beperkt aantal studies op het neurologische terrein vonden, lijkt voorlopig de stelling gerechtvaardigd dat cultuur in de vorm van kunstreceptie en actieve deelname bijdraagt tot het opbouwen van zelfreflectieve kennis.' (Gielen, P., Elkhuizen S., van den Hoogen Q., Lijster T., Otte H. (2014). De waarde van cultuur. Brussel: Socius - Steunpunt Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk. p. 35. )
Neurologisch onderzoek bekrachtigt dus van Heusdens theorie Cultuur in de Spiegel.