De gezelligheid van een goed verteld verhaal
De tafel staat gedekt, met thee, verse appelcake en bloemen uit de tuin. Door de rode lampenkap stroomt warm licht. Om iets over 12 huppelen 10 leerlingen uit het vijfde leerjaar de trap van de bib in Sint-Amandsberg op. Klaar voor een nieuw verhaal.
De 7 meisjes en 3 jongens zoeken een plekje rond de tafel. Al gauw dampt de thee en verdwijnt de cake hap na hap. Leesbegeleider Hedwig Aerts begint rustig voor te lezen. Ze heeft de tekst Van de jongen die een eikenhouten stoeltje at uit het prentenboek van Edward van de Vendel voorbereid en er een gedicht bij gezocht. De brugfiguur die het contact tussen haar en de naburige basisschool garandeert, heeft die voor alle leerlingen gekopieerd voor ze hen naar de bib van Sint-Amandsberg bracht.
Sommige kinderen volgen de tekst, andere luisteren alleen maar naar hoe hoofdpersonage Geurt iets heel bijzonders doet om indruk te maken op zijn buurmeisje Gerlinde: hij eet een eikenhouten stoeltje op. En dat resulteert in heel wat heisa …
Bijzonder of abnormaal?
Hedwig stopt met lezen en peilt naar reacties, naar herkenning. Wereldrecordhouders, de tante die een kunstwerk maakte, een klasgenoot die een heel houten potlood opat. Of nog sterker, een man die een heel vliegtuig oppeuzelde! Maar toch … een stoel opeten? Dat vinden ze niet normaal.
Als Hedwig verder leest en blijkt dat Geurt dat stoeltje helemaal niet opgegeten heeft, kijkt een meisje met grote verbouwereerde ogen op. Haar mond valt open. Zo liegen en bedriegen! Tegen heel de wereld. Dat kan ze niet vatten. En ze is niet alleen.
Er wordt voluit gepraat over het verhaal
- ‘Dat moet een teleurstelling voor Gerlinde zijn, toch?’
- ‘Ze zal toch niet alleen maar op hem verliefd geworden zijn omdat hij beroemd was?’
- ‘Geld of uiterlijk zou geen rol mogen spelen als je verliefd bent.’
- ‘Als je liegt, dan komen ze er later wel achter, zegt mijn mama.’
Dat laatste klopt ook in het verhaal. Gerlinde komt ook achter Geurts geheim. Maar dat is niet de essentie van het verhaal. De grote liefde tussen de twee, is dat wel. Niet alle kinderen hebben dat meteen begrepen.
Hedwig heeft een gedicht gezocht dat bij het verhaal past. Ze leest het zelf een eerste keer voor en laat dan de kinderen die dat willen ook een strofe lezen. Welke zin vind je het mooist? En hop, de middagpauze zit erop. Deze kinderen hebben genoten van de rust en de gezelligheid. Ze konden even ontsnappen aan de drukke speelplaats. ‘Hier mogen we onze mening zeggen over een onderwerp.’ Ze vinden lezen leuk of luisteren net liever dan zelf te lezen. En ondertussen leren ze elkaar beter kennen.
Verhalen doen groeien
‘Ik hou veel van literatuur en van kinderen. Ik besef dat taal en verhalen mensen naar boven kunnen trekken. Je kan je kwetsbaarheid tonen, je voelt dat je niet alleen staat met je verdriet of probleem. Belangrijk in deze sessies is dat we het niet te schools aanpakken. Ik ben geen leraar die tekstjes voorleest en wil dat elk kind die tekst door en door verstaat en daarom veel zelf uitlegt. Dit gaat om leesplezier, om kinderen die hun ervaringen delen en gedachten verwoorden.’
Dit moet uitdijen
Er is een goed contact met de school, maar Hedwig droomt van meer. ‘Ik heb gevraagd om een sessie met de leraren van die klassen te organiseren. Zo voelen ze wat het is. Ik ben ook benieuwd of ze verandering zien bij de kinderen. In het ideale scenario neemt een leraar van de school het hier volgend schooljaar van me over en start ik op een andere plaats. Het is immers de bedoeling dat het uitdijt.’
‘Ik gebruik het boek Lees je mee (r)? van het Lezerscollectief. Het is verzamelbundel van goed doordachte, mooi geschreven verhalen. Ze passen bij de doelgroep en vormen een compleet geheel om in een uurtje te lezen en te bespreken. Vaak eindigt het verhaal op een vraagteken.’
Er is een zeker therapeutisch effect omdat alles bespreekbaar wordt
‘Ik vind het verrassend hoe volwassen ze vaak reageren. Het zijn nog kinderen, maar op hun niveau begrijpen ze veel en voelen ze veel dingen goed aan. Soms vertellen ze over een eigen zorg die ze meedragen, zoals een echtscheiding. Dan komt er een geruststellend gesprek tussen mij en de kinderen op gang. Ik denk dat er een zeker therapeutisch effect is omdat alles bespreekbaar wordt. Ze voelen dat ze niet alleen zijn met hun problemen. De zwaarte wordt wat verlicht.’
‘Ik voel ook dat het mezelf verrijkt: ik leer ook van hen en er komt een zeer grote verbondenheid met die kinderen tot stand. Misschien komt dat door mijn ingesteldheid: ik sta open, ben nieuwsgierig. In het begin was ik bang om iets over mezelf te vertellen, maar dat hoeft niet, zo bleek. Mijn man is 5 jaar geleden gestorven en toen we een tekst over de dood lazen, vroeg één van de kinderen: ‘En jij, Hedwig?’ Mooi toch dat ze zo’n vraag stellen?’
*Dit artikel is een verkorte versie van een eerder gepubliceerde tekst door Het Lezerscollectief.
- literatuur en leesmotivatie
- poëzie
- taal(bevordering) en taalstimulatie