Interactief voorlezen bij kleuters: transcriptie
Aha...
- Dag, Maud.
Minister Ben Weyts...
Ik heb een paar vragen voor u.
- Shoot.
Er is een duidelijk voelbare tendens van ontlezing in de maatschappij. Er zijn steeds minder jongeren die lezen. Waarom is dat lezen nu zo belangrijk?
Nederlands is het vak dat alle andere vakken mogelijk maakt, het kader waarbinnen je andere kennis verwerft. En als het fout zit met dat kader, zal het ook wel fout zitten met het verwerven van al die andere kennis. We willen dat oppikken met een Leesoffensief waarbij we de krachten bundelen en proberen iets steviger een deuk in dat pak boter te slaan.
Het Leesoffensief is een initiatief van de ministers van Onderwijs, Cultuur en Welzijn. Het is een grootschalige actieagenda die gedurende 10 jaar zal lopen. Er zijn 50 acties, en één daarvan is een piloottraject dat zich afspeelt vooral naar de jonge lezers toe. Naar het kleuteronderwijs en het eerste leerjaar. De bedoeling is daar om te werken rond interactief voorlezen. En hoe kan je dat als bouwsteen gebruiken voor een sterker lees- en taalbeleid op je school?
Interactief voorlezen neemt een grote plaats in bij ons omdat wij co-teaching doen. Wij vullen elkaar eigenlijk constant aan. Het is ook gewoon rijk. Ik stel luidop een vraag, Annelies tekent de vraag al uit, we zoeken samen het antwoord, er is altijd interactie. En ook met de kleuters. We denken met de kleuters na. En daar gaan wij dan zelf heel veel lichaamstaal bij gebruiken, de kinderen gebruiken, illustraties, materiaal... We gaan er van alles bij gebruiken om te maken dat de inhoud van het boek meer wordt dan enkel gewoon de prenten en de tekst die bij het boek staat.
Je komt dingen tegen in boeken waar je zelf niet zou over nadenken, waardoor het zo rijk is. Je daagt jezelf ook uit. En elkaar. Je gaat creatief denken en zet de kinderen aan tot creatief denken. Taaldenken. En zo raak je veel verder dan als je gewoon thema's zou uitwerken puur uit de realiteit.
De uil.
- De uil. Hebben we geleerd over de uil?
Bij ons op school hebben wij veel kinderen die in een meertalige thuissituatie opgroeien. Dus wij vinden het heel belangrijk dat we inzetten op taalontwikkeling en we proberen echt een heel talige context te creëren voor deze kinderen. En lezen en voorlezen is daar een belangrijk onderdeel van.
Momenteel zijn we bezig met 'De fantastische vliegwedstrijd'. We hebben voornamelijk eerst aan preteaching gedaan. We hebben als eerste deel alle vogels besproken. We hebben daar ook een boekje rond gemaakt. Wie zijn die vogels, waar leven ze, hoe vliegen ze? En dan... hebben we nog twee onderdelen voorzien waarbij we nog willen werken rond die verschillende vliegmachines of toestellen of voertuigen waarmee zij effectief zullen gaan vliegen. En ook dan nog het concept van een wedstrijd zelf. De eerste zijn, de laatste zijn, volgorde, snelheid, zulke zaken. En sabotage, dat komt ook nog in het boek aan bod. En dan denk ik dat we zeker een maand tot anderhalve maand bezig zijn met dat boekje.
Drie, twee, één. Start.
En hoe meer we zelf ontdekken in het boek en hoe leuker we het vinden, of hoe meer motivatie we voelen bij de kinderen, hoe langer we doorgaan. En hoe leuker wij het vinden, hoe leuker de kinderen het vinden. Dat is zeker een belangrijk iets.
Het is wel heel belangrijk dat leerkrachten ook doordrongen zijn van boeken en ook heel sterk willen inzetten op leesplezier. Door het aanbieden van vormingen krijgen we echt leerkrachten die ook heel sterk geloven in een talige context aanbieden. We hebben heel sterk geïnvesteerd in klasbibliotheken.
Als we met boeken werken, brengen we een hele wereld binnen, een nieuwe wereld. Een noodzakelijke wereld om te leren kennen. Waarbij wij het gevoel hebben dat de kinderen die wereld zelf niet hebben. Waarbij wij de wereld moeten opentrekken om te maken dat alles een beetje ruimer wordt. En daarbij lokken we vooral taal uit in allerlei soorten activiteiten. Het is die taal gekoppeld aan denken die maakt dat de wereld van die kinderen ruimer wordt.