5 sleutels voor effectief begrijpend lezen
Begrijpend lezen is een heel belangrijke vaardigheid voor succes in onderwijs, deelname aan de samenleving en levenslang leren. Daarom publiceerde de Vlaamse Onderwijsraad de praktijkgids Sleutels voor effectief begrijpend lezen. Door geïntegreerd met de vijf sleutels aan de slag te gaan, help je je leerlingen in het leren begrijpend lezen en bied je hen maximale kansen om vaardige lezers te worden. 5 leerkrachten uit de praktijk tonen je hoe zij de sleutels integreren in hun lessen.
1 Sleutel ‘functionaliteit’
Zorg voor uitdagende, betekenisvolle leesopdrachten. Leerlingen lezen met een concreet doel en de teksten sluiten aan bij hun leefwereld en hun interesses.
‘Elf, hoe kan het dat ik vooruit gegaan ben voor lezen? Wij oefenen toch nooit?’ Deze vraag kreeg ik onlangs van Adam. Lezen kost hem veel moeite, hij heeft er naar eigen zeggen een hekel aan. Toch leest hij veel. ‘Wat doe je dan in de vrije leestijd?’, vraag ik. Hij is fier dat hij me al de hele tijd ‘fopt’. In de vrije leestijd kijkt hij alleen naar de prentjes zegt hij. ‘En waarover heb je dan zoveel te vertellen aan je leesvriend? Hoe kom je dan te weten wat er juist op de prentjes staat?’ ‘Dat staat er toch onder!’ Hij glundert. Ook dat had ik niet in de gaten. ‘Dus op dat moment lees je …’.
Daar moet hij even over denken. Nu voelt hij zich beetgenomen, maar hij geeft toe dat ik dat goed bedacht heb. Hij leest zonder het te beseffen. En op deze manier vormt het dan ook geen bedreiging voor hem. Als getalenteerde toekomstige kok volgt hij vlotjes de recepten. De groenten voor de soep die hij maakt, zijn gezaaid volgens de instructies op het zakje.
In de wekelijkse voorleesronde waarbij hij in een klas naar keuze mag voorlezen, leest hij graag zijn zelfgeschreven vrije teksten voor. Hij wil zijn verhaal delen met de anderen. Met het voorlezen van de teksten van ‘de kleintjes’ die zelf nog niet kunnen lezen, wil hij ook wel eens helpen. Maar lezen doet hij nooit. En toch is hij vooruit gegaan voor de test. Niet te begrijpen!
Elf Albrecht, Beste Boekenjuf 2015 en leerkracht, De Sassepoort/Spoor 9 - Gent
2 Sleutel ‘strategie-instructie’
Bied tools aan die leerlingen kunnen inzetten om tot leesbegrip te komen. Dit maakt van hen strategische en actieve lezers. De rol van de leerkracht hierin is cruciaal. Het start met het op zoek gaan naar sterke teksten.
Hoe uitnodigend kan de kaft van een boek wel niet zijn? Denk maar aan de dichtbundel Laat een boodschap achter in het zand van Bibi Dumon Tak of aan het informatieve boek Monsterlijke microben van Marc Van Ranst en Greet Bouckaert waar de grappige tekeningen, de titel en ondertitel de nieuwsgierigheid zo wekken.
Ik kies wekelijks een tekst die aansluit bij de actualiteit. Dit zorgt ervoor dat leerlingen gemotiveerd zijn. Een blik op de foto, op de titel en op de tussentitels nodigt hen uit om te voorspellen.
Leerlingen delen hun voorkennis. Die informatie komt in sleutelwoorden aan bord. Als leerkracht lees je de inleiding van het artikel hardop voor en onderbreek je jezelf af en toe omdat je dat wat zich in je hoofd afspeelt hardop denkt (modeling). Je stelt vragen, je heldert een moeilijk woord op … Zo leren je leerlingen hoe je een bepaalde strategie toepast. Daarna lezen ze de tekst individueel. Ze worden meteen uitgenodigd om actief te lezen. Je vraagt hen om aantekeningen te maken en om woorden die opheldering vragen te markeren. Een ? duidt aan dat die zin bij hen een vraag oproept … Daarna gaan je leerlingen in kleine groepjes aan de slag en buigen ze zich samen over de opdrachten. Ze gaan in dialoog, delen elkaars denkactiviteiten en leren van elkaar.
Ann Muylle, Beste Boekenjuf 2011, zorgleerkracht en leescoach, G.V.B. De Revinze - Torhout
Sleutel ‘interactie’
Zorg ervoor dat je leerlingen met jou in gesprek gaan over de tekst én dat ze onderling praten over de tekst. Bij beide worden de leerlingen uitgedaagd om de tekst actief te verwerken.
Ik doe op school aan Samen Lezen, dat is een niet schoolse manier met veel mogelijkheden. Daarbij schotel ik mijn leerlingen een rijke, sterke tekst voor. Ik lees voor, de leerlingen lezen in stilte mee of luisteren mee. Niemand leest de tekst al voorop. Ik bereid de tekst goed voor: hij wordt vooraf in drie à vier delen gedeeld en bij elk deel verzin ik goede, productieve, ervaringsgerichte en/of associatievragen. Deze trekken de leerlingen in het verhaal, maken dat ze het verhaal van binnenuit aanvoelen en begrijpen. Nadien sluit ik af met een bijpassend gedicht.
Je kan zelf op zoek gaan naar rijke teksten, maar het boek Lees je mee(r)? biedt alvast heel wat uren leesplezier voor kinderen vanaf het vierde leerjaar. De methode is natuurlijk ook geschikt voor jongere kinderen, ik kies dan eerder voor rijke prentenboeken.
Deze methode vraagt wel wat inspanning en je leerlingen zitten best in groepjes van maximum tien. Maar deze methode is héél effectief. De kinderen houden bovendien heel erg van deze vorm van lezen.
Marina Waterschoot, jurylid Beste Boekenjuf/Boekenmeester 2020 en leerkracht, Vrije Basisschool Heilige Familie - Berchem
4 Sleutel ‘leesmotivatie’
Autonome leesmotivatie betekent dat leerlingen willen lezen omdat ze dit betekenisvol en boeiend vinden. Probeer hier maximaal op in te zetten.
Leerlingen goed, betrokken én vooral ook graag leren en laten lezen is ze een gouden ticket voor het leven cadeau geven. Als leerkracht speel je hierin een bijzonder waardevolle én belangrijke rol. Samen met collega’s, ouders, bibliotheekmedewerkers … zorg je er namelijk voor dat ze dit ticket met open handen kunnen aanvaarden en hun leven lang stevig koesteren.
Om leerlingen graag te laten lezen is het vooral belangrijk om ook hun leesmotivatie te versterken, hun wil om te lezen. Uit onderzoek weten we dat leerlingen die graag lezen, meer betrokken zijn bij het lezen en beter lezen.
Inspelen op hun leesmotivatie kan je doen door in te zetten op autonomie (zelf aan de basis liggen of initiator zijn van je gedrag), verbondenheid (ervaring van erbij te horen, geliefd te zijn, goede relaties te hebben) en competentie (gevoel bekwaam te zijn, eigen capaciteiten te benutten). Concreet betekent dit dat je het leesvuur kan aanwakkeren door bijvoorbeeld ruimte te bieden en tijd te creëren voor lezen, samen met je leerlingen, ouders ... van je klas en de hele school een krachtige leesomgeving te maken met een rijk, gevarieerd en toegankelijk leesaanbod, een breed palet aan motiverende werkvormen te gebruiken, leerlingen ook handelingsbekwaam te maken in het zoeken en vinden van teksten die ze graag willen en kunnen lezen. Vooral belangrijk is ook dat je zelf model staat, jouw favoriete leestips deelt, voorleest en samen met je leerlingen leest. Wakker leesmotivatie aan, houd het leesvuur warm … en dan lezen we met z’n allen nog graag en gelukkig.
Iris Vansteelandt, jurylid Beste Boekenjuf/Boekenmeester 2020 en lerarenopleider en onderzoeker aan AP Hogeschool Antwerpen en de onderzoeksgroep Taal, Leren en Innoveren van Universiteit Gent
5 Sleutel ‘transfer’
Leerlingen krijgen de vaardigheid van begrijpend lezen pas onder de knie als ze de transfer kunnen maken naar andere leergebieden.
Verzin verwerkingsopdrachten die het begrijpend lezen uitdiepen. Je kan bijvoorbeeld bij het boek Hugo zet de boel op stelten een deel van het verhalen laten dramatiseren, bouw bij De Familie Boef en de gouddiamant in de techniekles een gevangenis, oefen bij Familie Slotje tijdens lichamelijke opvoeding hoe je geruisloos kan inbreken ondanks het lastige parcours of maak tijdens de les muzische vorming bij Als iemand ooit mijn botjes vindt een WANTED-poster!
Als je wil inzetten op wetenschappelijke thema’s kan je aan de slag met de werkvorm Concept Oriented Reading Instruction (Zie de praktijkgids Sleutels voor effectief begrijpend lezen). Leerlingen krijgen daarbij de kans om vanuit eigen interesse een onderwerp te kiezen en hier leervragen bij te stellen. Alle leeslessen worden aangepast aan het thema. De leerlingen gaan zelfstandig op zoek naar leesteksten om zo hun eigen leervragen te beantwoorden.
Maak ook de transfer binnen de school. Zorg voor een doorgaande lijn in aanpak en evaluatie van begrijpend lezen. Om verbinding te maken buiten de school kan je heel wat initiatieven op poten zetten: stimuleer leerlingen om thuis te lezen, nodig ouders of externen uit om voor te lezen in de klas, verwen leerlingen met een voorleesmoment tijdens de speeltijd, laat oudere leerlingen voorlezen bij jongere leerlingen, laat de kinderopvang/sportclub/jeugdbeweging leeskilometers maken, zet in op een intense samenwerking met de bibliotheek …
Kortom, grijp elke kans aan om de (begrijpend) leesvaardigheid voortdurend in te oefenen!
Iene Bocken, Beste Boekenjuf 2019 en Pedagogisch medewerker OVSG