Basale leerlingen zoeken contact in dit laagdrempelige circusproject
De Stedelijke Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs De Zonnepoort in Gent wilde haar leerlingen van de basale stroom graag laten kennismaken met circus. Deze kinderen vallen bij veel activiteiten uit de boot, bijvoorbeeld omdat ze te snel overprikkeld raken. En laat circus nu iets zijn wat je haast oneindig kunt aanpassen aan de noden van een groep. Win-win!
De Zonnepoort organiseert geregeld projecten voor uiteenlopende klasgroepen. ‘Nu wilden we specifiek iets doen voor de basale leerlingen’, zegt juf Lien Bossuyt. ‘Zo konden zij ook eens tonen wat ze kunnen. De mensen van Circusplaneet verzekerden ons dat ze workshops op hun maat konden maken.’
Dat bleek ook zo te zijn. Circus vraagt geen taal, je kunt er de meest uiteenlopende materialen en technieken bij betrekken, en je maakt het net zo laagdrempelig als gewenst. Uiteindelijk stapten Els Heyvaert, klasjuf van de basale bovenbouw (9 tot 10 jaar) en Bien De Vriese, klasjuf bij de instappers, vol enthousiasme mee in het project.
Zintuigen
‘Voor de herkenbaarheid begon ik elke workshop met de sjaaltjes’, zegt Rude Vanwalle van Circusplaneet. ‘Die zijn licht en kleurrijk en je kunt er allerlei dingen mee, van gooien en de lucht in blazen tot jongleren. Maar we hebben ook veel met ringen of jongleerballetjes gewerkt. Een ring kun je rond je arm laten draaien of je legt hem gewoon om je hoofd. Met balletjes kun je trucjes doen, maar je kunt er ook mee masseren.’
Bien De Vriese: ‘Het was voor ons niet alleen boeiend om nieuwe materialen te ontdekken, maar vooral om te zien hoeveel kanten je er effectief mee uit kunt. De workshops prikkelden de zintuigen van de kinderen op heel verschillende manieren. Soms was er muziek bij of draaide het vooral om kleur. Maar ook op sociaal-emotioneel vlak hebben de leerlingen bijgeleerd: hoe ga je om met iemand die je benadert en je iets toont? Je leert als leerkracht ook heel veel over je leerlingen, gewoon door te observeren hoe ze de dingen ervaren, waarvoor ze openstaan, waar ze op ingaan en waarop net niet.’
Els Heyvaert vond het ook bijzonder positief dat de leerlingen zelf inbreng hadden. ‘Wanneer ze iets aangaven, ging Rude er meteen op in. Zo ervaarden ze goed hoe het voelt als anderen aan de slag gaan met hun idee. Op een dag waren we bijvoorbeeld aan het gooien met een doekje, en een leerling liet het doekje op zijn hoofd vallen. Rude pikte erop in, en even later lieten alle klasgenoten de doekjes op hun hoofd neerkomen.’
Tips van de leerkrachten
Tips van juf Lien
- Denk niet te snel dat een project te hoog gegrepen is voor je leerlingen. Scholen voor Buitengewoon Onderwijs denken vaak dat een dynamoPROJECT niet voor hun klassen is weggelegd. Maar het kan dus wél, ook in de basale groepen.
- Kies je partner goed. Dat verhoogt je kans op slagen. Rude was het al gewend om te werken met mensen met een beperking. Zij stond er ook elke keer, zette door, probeerde uit, en ging erg zacht met de leerlingen om.
Tips van juf Bien
- Wees flexibel en kies een flexibele partner. In klassen zoals de onze heb je sowieso een partner nodig die ervoor openstaat om gaandeweg aanpassingen te doen wanneer dat nodig blijkt. Zo bleek een workshop van een uur te veel voor de meeste leerlingen. Wij hebben dan beslist om over te schakelen op blokjes van een half uur. Eerst vond de workshop plaats in een apart paviljoen, maar voor veel leerlingen bleek het beter om in de vertrouwde klas te blijven. Rude stond voor al onze suggesties open.
- Overleg. Door voldoende te overleggen met je partner(s) kun je de meeste hindernissen makkelijk overwinnen, en bereik je samen het meest optimale project voor je leerlingen. Je stuurt gewoon bij waar nodig.
Zorgclowns: extra ondersteuning
Rude en de klasleerkrachten kregen bij elke workshop ondersteuning van de kinderverzorgsters van de betrokken klas. En bij de laatste drie sessies waren ook een paar zorgclowns aanwezig. ‘Ik waardeer de dynamiek die Circusplaneet en de zorgclowns in de workshops hebben binnengebracht’, zegt Bien De Vriese. Die was heel anders dan een doordeweekse klasdynamiek. Zeker de zorgclowns kwamen de ruimte binnen en vertrokken vanuit de leerlingen: wat doen ze, hoe kunnen we meedoen of erop inspelen? Lien Bossuyt: ‘Er hing een sfeer van vertragen, kijken en dan beslissen hoe je met een leerling in interactie gaat. Het zou fijn zijn als we die houding in onze basale klassen konden bewaren.’
‘Er hing een sfeer van vertragen, kijken en dan beslissen hoe je met een leerling in interactie gaat. Het zou fijn zijn als we die houding in onze basale klassen konden bewaren.’
Contact
Wat de leerkrachten misschien nog het meest verwonderd heeft, is hoe goed Rude en de zorgclowns erin slaagden om contact te leggen met de leerlingen. Lien Bossuyt: ‘Je zag er echt een evolutie in. Op een gegeven ogenblik zag ik een kind opeens door een ring naar Rude kijken, alsof het zonder woorden telkens even hallo kwam zeggen. Dat was een mooi contactmoment. En zo werd het circusmateriaal wel vaker een spontaan communicatiemiddel.’
‘Onverwacht werd het circusmateriaal een spontaan communicatiemiddel’
‘De manier waarop de zorgclowns contact legden met de leerlingen pas ik nu ook vaker toe in de klas’, vertelt Els. ‘Wij leerkrachten praten veel tegen onze leerlingen. De clowns gebruiken meer mimiek en non-verbale taal. Het viel op dat ze bepaalde leerlingen zo beter konden bereiken. Dus ook op dat vlak was het een bijzonder leerrijk project.’
Wil jij ook samenwerken met een circusorganisatie in jouw klas? Dat kan!
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Ontdek de kunstenaars en cultuureducatieve organisaties op Cultuurkuur. Of kies je eigen partner in je schoolbuurt.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- Gooien met doekjes: de leerlingen zien de kleurrijke, doorschijnende doekjes door de lucht dwarrelen en zweven
- Rude zet muziek op tijdens een activiteit: de leerlingen luisteren
verbeelden
- Wat kun je met een grote yogabal? Rude laat de leerlingen rollen, maar plots bedenken ze zelf een nieuwe activiteiten: we kunnen er ook op kloppen: zo wordt de bal een ronde trommel!
Dragers
lichaam
- De sjaaltjes vallen over de gezichten, de leerlingen voelen de textuur van de stof
- Twee broertjes zijn nog wat bang en moeten hard huilen. Een zorgclown wint gaandeweg het vertrouwen van één van hen: kind en clown geven elkaar een hele reeks high-fives. Elke keer valt de clown pardoes om. Het kind moet daar hard om lachen. Uiteindelijk durft het tweede broertje het ook eens te proberen
- De zorgclowns zetten hun lichaam op een bijzonder inspirerende manier in om contact te leggen met de kinderen, en niet alleen met hun mimiek, hun aangepast stemgebruik … Hun benen worden glijbanen, hun ogen boven die rode neus zoeken echt contact, hun handen worden muziekinstrumenten
voorwerpen
- Sjaaltjes, ringen, kleine en grote ballen, parachutes … elke activiteit vertrekt vanuit bepaalde materialen/voorwerpen
taal
- Ook met lichaamstaal kun je communiceren: één leerling houdt ervan de ringen op de grond te laten ronddraaien. Een klasgenoot speelt daarop in door de ringen telkens neer te stampen. Het zorgde voor communicatie tussen de twee leerlingen