Boekenjuf Saar |Als een leerling zegt dat hij niet graag leest, antwoord ik door te zeggen dat hij of zij het juiste boek nog niet gevonden heeft
Als kind was Sarah Desteghe een grote fan van haar boekenjuf. Ondertussen is Sara juf Saar geworden en is ze zelf een enthousiaste boekenjuf. Boekenbrieven, boekencadeaus en heuse marathon: in haar school vind je het allemaal.
In De Ark in Kessel-Lo hangt sinds jaar en dag een heuse boekencultuur. De minieme boekenkast evolueerde in de loop der jaren tot een heuse schoolbibliotheek.
Boekenjuf Sara, of Saar zoals ze genoemd wordt, legt uit: ‘Vroeger, toen ik hier zelf nog naar school ging, hadden we een kleine boekenkast. Nu staan er wel twintig kasten vol boeken. Die worden elk jaar aangevuld dankzij onze boekenbeurs op het schoolfeest. Door een bijdrage vanaf 1 euro kunnen leerlingen meter of peter worden van een boek en komt hun naam vooraan in het boek. Meters en peters mogen als eerste ‘hun’ boek ontlenen in de schoolbib.’
‘Soms verzinnen leerlingen zelf het vervolg van een boek of schrijven ze de auteur om te vertellen hoe ze zijn boek vonden’
De school beschikt over een ongelofelijk uitgebreid aanbod aan boeken en juf Saar vertelt dat er op dit moment zo'n 2000 boeken zijn uitgeleend. Ze krijgt daarnaast zelden een ‘neen’ van de directie wanneer ze een nieuw boek wil aankopen. Op die manier erkent de directie de waarde van haar boekenjuf.
De leescultuur van de school komt ook tot uiting in het dagelijks minstens tien minuten lezen. ‘De leerlingen zien het helemaal niet als een verplichting. Voor de minder gemotiveerde lezers is dit een duw in de goede richting. Zij grijpen thuis immers minder snel naar een boek, maar nu leest iedereen. Zodra ze begonnen zijn in een boek, willen ze vaak het hele verhaal ontdekken.’
Wie is Sara Desteghe?
School: Vrije Basisschool De Ark in Kessel-Lo.
Favoriete kinderboek: De fantastische vliegende boeken van Marius Mindermeer van William Joyce.
Geeft de boekenmicrobe door omdat … ‘Ik zat zelf op deze school en schreef toen al in vriendenboekjes bij ‘boekenjuf' bij de vraag ‘Wat wil je later worden?'. Wij hadden al een boekenjuf op school, zij was mijn god. Ik heb altijd graag gelezen en in bed las ik met een zaklamp tot 's nachts. Toen ik in het onderwijs stapte, ben ik in mijn klas meteen met boeken beginnen te werken. Ik ben altijd voortrekker bij Gedichtendag, de Voorleesweek en dergelijke campagnes.’
Afwisseling troef
Boekenjuf Saar komt om de 2 weken in elke klas. De leerlingen zijn blij wanneer ze haar zien. ‘Dat komt omdat ik geen aandacht besteed aan technisch lezen. De klemtoon ligt puur op het leesplezier. Daarnaast doe ik ter afwisseling nog een hele hoop activiteiten. Dit gaat van voorlezen tot ontdekken welke boeken een bepaalde auteur heeft geschreven en welke personages er allemaal in verschijnen. Soms verzinnen leerlingen zelf het vervolg van een boek of schrijven ze de auteur om te vertellen hoe ze zijn boek vonden. We gaan geen moeilijke onderwerpen uit de weg. Via het boek Gevlucht uit Tibet behandelen we bijvoorbeeld het thema vluchtelingen.’
Juf Saar tracht ook de leerlingen iets bij te brengen. ‘In het vijfde en zesde leerjaar leerden we hoe een boek gemaakt wordt. Ieder had zijn rol en aan de hand van procentberekening kregen ze op het einde elk een deel van de koek. Zo konden de leerlingen letterlijk zien dat een schrijver bitter weinig verdient. Het heeft hun appreciatie voor schrijvers alleen maar vergroot.
Daarnaast nodig ik geregeld schrijvers en illustratoren uit op school. Zo is Tom Schoonooghe al op bezoek geweest en komt Kris Nauwelaerts nog tekenles geven. Ik vind het zelf enorm belangrijk om contacten te onderhouden met schrijvers en illustratoren, zodat ik weet wanneer er een nieuw boek van hen verschijnt.’
De Beste Boekenjuf/meester van het jaar
De prijs voor de Beste Boekenjuf/Boekenmeester beloont leerkrachten (kleuterschool en basisschool) die een concrete en dagelijkse inzet tonen voor leesbevordering en het werken met kinderboeken in de klas. In het magazine brengen de kandidaten hun verhalen en je vindt er massa's tips en tricks rond lezen en leesplezier in de klas.
CANON Cultuurcel en de Groep Kinderboekenuitgevers zoeken een juf of meester, zorgleraar of -coördinator uit het basisonderwijs (kleuter- en lager) die zich inzet voor leesbevordering en werken met kinderboeken aanmoedigt.
Nomineer jouw kandidaat
Wie besmet jou met zijn of haar passie voor (voor)lezen? Wie vult de boekenhoeken op school met een rijk en recent aanbod? En wie wakkert in jouw team het leesvuur aan? Kortom, welke juf of meester heeft op jouw school het grootste hart voor boeken? Ken jij zo iemand? Nomineer je kandidaat via boekenjuf.be.
Brieven en cadeaus voor de leerlingen
De boekenbrief is een hulpmiddel dat de boekenjuf in elk leerjaar gebruikt. Na elke boekenles krijgen de leerlingen uit de eerste graad de boekenbrief mee naar huis. Daarop staat welke boeken in de les aan bod komen en waar ze die kunnen kopen of ontlenen.
Vanaf het derde leerjaar verzamelen de leerlingen de boekenbrieven in een map. Op hun brieven staat uitleg over het boek en de auteur, een soort geheugensteun dus. ‘Na de kerstvakantie hoorde ik dat veel leerlingen de boeken die ik had aangebracht, cadeau hadden gekregen’, vertelt Saar trots. In het zesde leerjaar is de boekenbrief voorzien van een verlanglijst. ‘Zo kunnen de leerlingen mij laten weten welke boeken ze nog graag willen lezen voor ze de school verlaten.’
‘De boekencadeaus zijn een heus succes op school. Omdat hun vriendjes het boek al gelezen hebben en het hen aanraden, zijn de leerlingen extra gemotiveerd om het boek ook te lezen’
De leerlingen van de derde graad geven elkaar boekencadeaus. ‘Een boekencadeau bestaat uit een leeskaart met een aanrader voor een andere leerling. Het boek wordt samen met de kaart in cadeauverpakking, een grote enveloppe, afgeleverd in de klas. Het zijn natuurlijk geen echte geschenken, want de boeken komen van de schoolbib. Ik sta er op dat het geen boeken zijn die we al in de les gezien hebben, zodat ook de minder bekende verhalen eens in de kijker worden gezet. De boekencadeaus zijn een heus succes op school. Omdat hun vriendjes het boek al gelezen hebben en het hen aanraden, zijn de leerlingen extra gemotiveerd om dat ook te doen.’
Bezige bij
Naast al deze taken staat juf Saar ook nog aan het hoofd van de schoolbib. Concreet houdt dat in dat zij de leerlingen helpt een boek te vinden, maar ook dat zij stickers op de boeken plakt, de nieuwe boeken een beschermlaag geeft en dat ze ervoor zorgt dat de bib in orde is. Hiervoor krijgt ze hulp van Anneke, een mama van een ex-leerling van de school. ‘Ongeveer één keer per maand mogen de leerlingen vier boeken uitlenen, waarvan één strip.
Ik help hen het geschikte boek te vinden aan de hand van de boekenbeesten. Leerlingen met dyslexie en anderstaligen krijgen bij dit proces dat tikkeltje meer aandacht. Voor de leerlingen met dyslexie zijn er luisterboeken, leerlingen die een andere taal spreken kunnen een boek in hun eigen taal ontlenen als ze dat willen.
Daarnaast zit de boekenjuf samen met 3 andere leerkrachten in de werkgroep Boekenbeesten. Zij geven tips en suggesties om op dagen als Gedichtendag of Sinterklaas samen met de hele school met boeken te werken. ‘Vorig jaar hielden we tijdens de Jeugdboekenmaand een boekenmarathon. De leerlingen moesten op één week 100 boeken gelezen hebben. Op Gedichtendag ging er een klas gedichten lezen in de stad. Daarmee zijn ze zelfs op het Ketnetprogramma Karrewiet gekomen.’
‘Leerlingen die een andere taal spreken kunnen een boek in hun eigen taal ontlenen als ze dat willen’
Buitenschoolse activiteiten
Verder zit juf Saar in een boekennetwerk met collega boekenjuffen. ‘Ik vind het heel belangrijk om materiaal met anderen uit te wisselen. Het is jammer wanneer een toffe boekenles alleen binnen de eigen school blijft. Persoonlijk vind ik het zeer fijn om tips van anderen te krijgen. Er zijn trouwens dit jaar zeer veel boekenjuffen bijgekomen.’
‘Ik geef ook een lezing in de lokale boekhandel aan andere leerkrachten. Voor mij een hele eer, maar ook een heel pak stress, want ik ben iemand met een enorme plankenkoorts. Toch slaag ik er in om mijn angst te overwinnen, simpelweg omdat ik het zo belangrijk vind om materiaal door te geven. Mijn motto luidt: ‘Als een leerling zegt dat hij niet graag leest, antwoord ik door te zeggen dat hij of zij het juiste boek nog niet gevonden heeft.’’