Boekenmeester Joris | Als je leerlingen vol enthousiasme en eigen leesplezier aanzet tot lezen, volgen ze bijna automatisch
Joris Goeman is een jonge en bezeten door boeken. Zijn klas huisvest een knappe en bovenal grote bibliotheek. Veel van de boeken kocht hij zelf nieuw aan, want Joris wil zijn leerlingen een mooi en aantrekkelijk boek voorschotelen.
Joris houdt van de geur van boeken. Hij erfde van zijn voorganger een bibliotheek, maar die sprak hem niet meteen aan. ‘De boeken in de bibliotheek deden me te hard terugdenken aan mijn eigen schooltijd. Vergeelde en oude boeken waren dat. Duidelijk afdankertjes van de plaatselijke bibliotheek.’
Joris besloot het heft in eigen handen te nemen en de bibliotheek te vernieuwen. ‘Je krijgt leerlingen niet warm voor zulke boeken. Mijn leerlingen moeten aangesproken worden door een mooie, nette kaft. Zo wek je hun interesse en grijpen ze bijna automatisch naar een boek.’
In de vrije tijd
Als fulltime leerkracht vindt Joris overdag de tijd niet om zich met het boekenbeleid op school bezig te houden. ‘Alles wat ik doe omtrent boeken en lezen hier op school, gebeurt in mijn vrije tijd. Als ik lees welke middelen andere boekenmeesters ter beschikking hebben, dan kan ik enkel vol bewondering staan gapen. Wij hebben hier op school niet de ruimte en het budget om een aparte klas in te richten als bibliotheek.’
Joris blijft daarom niet bij de pakken zitten en neemt gewoonweg zelf initiatief. ‘Ik steek hier veel vrije tijd en eigen middelen in. Tijdens de Jeugdboekenmaand zit ik hier soms tot middernacht te werken om alles in gereedheid te brengen. Zo’n evenement moet een festijn zijn voor alle leerlingen. Ik laat er met plezier enkele uurtjes slaap voor. De leerlingen kijken er enorm naar uit, en dat is voor een groot deel mijn verdienste. Toen ik hier op school begon als leerkracht, werd er bitterweinig gedaan rond boeken. Ik nam het lerarenkorps mee op sleeptouw.’
Wie is Joris Goeman?
School: Sint-Jozefscollege in Aalst.
Favoriete kinderboek: Tand om tand van Willy Schuyesmans.
Geeft de boekenmicrobe door omdat … ‘Als kind las ik niet graag. Ik neem dat mijn leerkrachten van toen kwalijk, want ik heb die liefde voor boeken veel te laat doorgekregen. Ik herinner me de boekjes op school als vergeeld en muf, vaak met vuile vlekken. Als je leerlingen wil laten lezen, dan moet je de boeken aantrekkelijk maken. Ze moeten aanspreken.’
Aandacht voor anderstaligen
Het Sint-Jozefscollege heeft heel wat anderstalige leerlingen op de schoolbanken. ‘We zijn een stadsschool, en die vormt een weerspiegeling van de maatschappij. Er wordt vaak geklaagd over het taalniveau van die leerlingen. Ik heb dat ietwat uitgebuit, door zo mijn collega’s aan te sporen om extra in te zetten op lezen. Zo leren ze hoe rijk onze taal is en hoe leuk lezen wel niet is. Het ganse lerarenteam is mee aan boord en de leerlingen kijken steeds enorm uit naar de evenementen die we rond lezen organiseren.’
Boeken kopen en delen
Joris heeft een vierhonderdtal boeken in de klasbibliotheek staan. Slechts een handvol werd betaald door de school, de rest kocht hij zelf aan. ‘Soms lijkt het alsof ik werk om mijn salaris in de klasbibliotheek te investeren. Ik heb in mijn eigen schooltijd zo’n afkeer gehad van die vergeelde, oude boeken, dat ik het niet over mijn hart krijg om zulke leeswerken in de klas te hebben.’
‘Ik geef ook wat boeken weg aan collega’s. Mijn eigen leerlingen vinden dat niet zo leuk, maar wanneer ik uitleg dat we ons leesplezier moeten delen met de rest van de school, zijn ze meteen mee aan boord.’ Hij krijgt ook hulp van de ouders op school. ‘Tijdens de Jeugdboekenmaand deden we een oproep bij de ouder om oude boeken te schenken aan zij die zelf niet de middelen hebben om er te kopen. We hebben daar ontzettend veel positieve reacties op gekregen. Op het einde van de week trokken er leerlingen met wel zes nieuwe boeken huiswaarts.’
De Beste Boekenjuf/meester van het jaar
De prijs voor de Beste Boekenjuf/Boekenmeester beloont leerkrachten (kleuterschool en basisschool) die een concrete en dagelijkse inzet tonen voor leesbevordering en het werken met kinderboeken in de klas. In het magazine brengen de kandidaten hun verhalen en je vindt er massa's tips en tricks rond lezen en leesplezier in de klas.
CANON Cultuurcel en de Groep Kinderboekenuitgevers zoeken een juf of meester, zorgleraar of -coördinator uit het basisonderwijs (kleuter- en lager) die zich inzet voor leesbevordering en werken met kinderboeken aanmoedigt.
Nomineer jouw kandidaat
Wie besmet jou met zijn of haar passie voor (voor)lezen? Wie vult de boekenhoeken op school met een rijk en recent aanbod? En wie wakkert in jouw team het leesvuur aan? Kortom, welke juf of meester heeft op jouw school het grootste hart voor boeken? Ken jij zo iemand? Nomineer je kandidaat via boekenjuf.be.
Snoepjes wakkeren passie aan
Een goede boekpromotie is essentieel voor boekenmeester Joris. ‘Het hangt er allemaal vanaf hoe je een boek voorstelt. Tijdens de MUZO-lessen, tot voor kort nog gewoon knutselen en muziek genoemd, heb ik een boekvertelling gedaan voor de hogere leerjaren. Dat boek was de Maltesererfenis van Anthony Horowitz. Dat boek draait rond een pakje Maltesersnoepjes. Ik had die snoepjes speciaal ingepakt met daarop in het vet Top Secret geschreven. Als je dat pakje dan openmaakt met je leerlingen, heb je meteen hun aandacht. Ze zijn geprikkeld en willen weten wat er nu net schuilgaat achter die snoepjes
‘Als je leerlingen vol enthousiasme en eigen leesplezier aanzet tot lezen, volgen ze bijna automatisch’
Het was een kleine moeite, maar het nodigde de leerlingen uit om mee te gaan in het verhaal. Het hangt allemaal af van de magie waarmee je het vertelt. Er is vaak niet veel nodig om hen te prikkelen. Het is een kwestie van een passie met hen te delen.’
In het spoor van Roald Dahl
Tijdens de Voorleesweek werkte Joris rond het boek Gruwelijke rijmen van Roald Dahl. ‘De leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar moesten dan zelf een sprookje bewerken, zoals Roald Dahl dat deed. De MUZO-lessen werden hier dan mee in geïntegreerd, en in dat kader maakten ze een handpop en droegen ze het sprookje voor in de kleuterklassen. Zo leren de leerlingen dat ze zelf ook die boodschap en dat leesplezier kunnen doorgeven.’ Ook tijdens de gewone lessen is het boek nooit veraf. ‘Ik begin de les vaak met een boek. Zelfs voor een wiskundeles kan dat. Ik heb een boek met raadseltjes omtrent getallen. Het is dan wel een boek zonder verhaal, toch merk je dat ze hier erg in geïnteresseerd zijn. Vaak grijpen ze, wanneer ze hun boekjes gaan wisselen in de klasbibliotheek, meteen naar de boeken die in de gewone lessen gebruikt zijn.’
Alles kan
De leerlingen in Joris’ klas zijn vrij te lezen wat ze zelf willen. Zelfs Waar is Wally? is voor Joris geen enkel probleem. ‘Zolang mijn leerlingen bezig zijn met lezen, ben ik een tevreden man. Ik wil niet dat ze lezen omdat ze het moeten, ik wil dat ze er iets mee doen en ervan genieten. De boekenmicrobe heeft sommige leerlingen misschien nog niet gebeten, maar daarom ben ik er om dat boekenvirus een handje te helpen.’
‘We proberen de leerlingen op een ludieke en speelse manier vertrouwd te maken met boeken. Ze mogen het niet ervaren als een taak, maar als een leuke opdracht’
Boekenbeesten op zijn Aalsters
Joris werkt veel met het concept boekenbeesten. Toen het bij de Jeugdboekenmaand ging over dieren, vroeg Joris zijn collega’s zich te verkleden. ‘We zitten hier in Aalst, dus carnaval is nooit veraf. Iedere week van de Jeugdboekenmaand namen we de leerlingen mee in een ander verhaal, vergezeld van een ander boekenbeest. Elk beestje stond voor een ander genre en had een eigen klaslokaal. In elke klas kregen de leerlingen, naast een klein museum over het genre, een verzameling boeken voorgeschoteld, waarover ze dan een fiche maakten.
We proberen de leerlingen op een ludieke en speelse manier vertrouwd te maken met boeken. Ze mogen het niet ervaren als een taak, maar als een leuke opdracht.’ De leerlingen kregen, na het afnemen van een kleine test, een eigen boekenbeest toegewezen. Dat beest representeert hun favoriete genre. Meester Joris maakt er handig gebruik van wanneer de leerlingen niet weten welk boek te kiezen. ‘Als ik te horen krijg dat het aanbod in de klas te groot is om uit te kiezen, dan weet ik dat ik goed bezig ben. Vaak vraag ik hen dan naar hun eigen boekenbeest, want zo kan ik hen een boek op maat van hun interesses aanbieden.’
Digitale boekenquiz
In alle klassen van het Sint-Jozefs College hangen er digitale schoolborden. Joris maakt daar handig gebruik van om geregeld quizjes rond jeugdboeken te organiseren. ‘De vragen gaan steeds over boeken in de klasbibliotheek. Ze mogen dan, indien ze het antwoord echt niet weten, hun joker inzetten en op zoek gaan naar het antwoord. Het is een leuke manier om nog meer in die wereld van boeken te duiken.’