De kikker die niet van kussen hield
De kikker die niet van Kussen hield werd voor de leerlingen van het zesde leerjaar een doorgedreven introductie in de wereld van het theater. Samen met hun leerkracht bedachten ze een verhaal, werkten ze rollen uit en verdeelden ze die onder elkaar. Ook aan de affiche werd gedacht. Ondertussen werden ze begeleid door professionele organisaties en kregen ze uitleg over onder andere geluid- en lichttechniek.
‘Eigenlijk is cultuurparticipatie iets dat in onze school nog maar begint te groeien’, vertelt een enthousiaste leerkracht Johan Verhalle. ‘We begonnen een aantal jaar geleden toneel te spelen met onze klas. Vooral omdat er iets moest gebeuren vanuit het leerplan muzische vorming. Zo ontdekten we de subsidie dynamoPROJECT. We zagen de kansen en zo is langzamerhand een kleine traditie ontstaan. Met de subsidies konden we niet alleen naar een theatervoorstelling gaan, maar konden we echt aan de slag gaan met toneel.’
Wat als dat beest niet wil kussen?
'Dit jaar hebben we, zoals elk jaar in het 6de leerjaar, zelf een toneelstuk gemaakt. We hebben er een jaar lang aan gewerkt. Alles werd volledig vanuit de leerlingen gemaakt. Van het verhaal over de personages tot de decors, en alle toeters en bellen!’
Heel het creatief proces werd door de leerlingen geleid. ‘Ik zorgde hoogstens voor het kader en het skelet’, stelt Johan. ‘Zo kwam het idee voor de ‘Kikker die niet van kussen hield’ uit een gesprekje met mijn zoon, die zoals elke jongen van zijn leeftijd niet van meisjes houdt, en waarin plots de zin viel ‘ze moeten maar een kikker kussen die een prins kan worden’. Waarop ik me de vraag stelde: ‘wat zou er gebeuren als dat beest niet wil kussen?’ Dat was het startpunt voor een interessant gesprek met de leerlingen van de klas. En van daaruit is het project gaandeweg gegroeid en gegroeid.’
Je merkte hoe ernstig de leerlingen het namen
‘Begin september zijn we aan de slag gegaan met dat basisidee. Samen met de leerlingen hebben we een script geschreven en na een maand of drie zijn we de rollen gaan verdelen. Ook daarbij was er veel input van de leerlingen. Heel soms schreef ik rollen bij, omdat de leerlingen vonden dat er nog een bepaald figuur miste. Als er verschillende leerlingen voor één rol waren, werden er zelfs heuse audities op poten gezet. Die juryleden kozen helemaal niet voor vriendjes of vriendinnetjes, maar hadden oog voor zwakheden, argumenten pro en contra ... Dan merk je pas echt hoe ernstig de leerlingen het namen! Het leverde mooie discussies op die perfect paste in het leerplan.‘
'Je leert een heel andere kant van je leerlingen kennen. Je ziet hen zo openbloeien.’
Denken in theatertermen
‘Met de subsidies van het dynamoPROJECT hadden we ook budget om decors te maken. Daarvoor hebben we samengewerkt met het Vrij Technisch Instituut Sint-Aloysius in de buurt. Ook Pascal van Jeugdtheaterhuis Larf! ondersteunde ons project met workshops en met een logopediste deden we stemoefeningen. We trokken naar het Concertgebouw in Brugge. Omdat we met geluid wilden werken in de voorstelling kregen we er uitleg over wat geluid precies is en hoe het werkt. In de nabijgelegen Cultuurkapel De Schaduw kregen ze dan weer les over wat de mogelijkheden met het licht en dergelijke zijn. Je merkte dat de leerlingen daar veel van oppikten en ook effectief in theatertermen gingen denken.’
Je leert een andere kant van je leerlingen kennen
‘Een week voor de opvoeringen zijn we in de Cultuurkapel neergestreken, om alles drie dagen lang voor te bereiden: podium opbouwen, decors optrekken en vooral repeteren! Eén dag lang voerden we het toneel op: overdag voor de andere leerlingen van de school, waaronder ook de kleuters, en 's avonds voor een volwassen publiek. Waarna 's anderendaags wel even het zwarte gat wenkt: het applaus is in ontvangst genomen, het lovend commentaar gehoord, en dan moet er alleen maar opgeruimd worden voor het paasvakantie is.’
‘Het leuke is dat je de leerlingen eens op een heel andere manier bezig ziet’, besluit de leerkracht. ‘Vorig jaar hadden we zo bijvoorbeeld een leerling die zich aan het begin van het schooljaar angstig afvroeg of iedereen een rol moést spelen. ‘Neen, niet per sé, we hebben ook altijd mensen achter de schermen nodig’. Maar kijk, ik weet op zo'n moment uit ervaring ook wel dat iedereen altijd op het podium terechtkomt, en zo was dat ook met hem: dat ventje heeft uiteindelijk helemaal alleen een solo gedanst en een belangrijke scene gespeeld. Echt mooi. Je ziet de leerlingen zo openbloeien.’
Tips van meester Johan
- Bedenkt een uitdagend basisidee voor je script en start een discussie met je leerlingen om het concept uit te diepen.
- Overleg, discuteer, fantaseer en brainstorm er op los. Zo werk je samen met je leerlingen het verhaal uit.
- Verdeel de rollen, hou audities als dat nodig blijkt. Laat ook hier de leerlingen beslissingen nemen.
- Koppel je leerdoelen en lessen aan het project. Zo maak je het project rijker. Je bereikt immers veel vaardigheden en doelen tijdens een creatief project.
- Introduceer theater door middel van workshops en bezoeken aan voorstellingen of een schouwburg.
- Organiseer een toneelweek op de voorstellingsplek. Zo leeft heel de klas naar de voorstelling toe.