'De Kleine Prins' inspireert deze leerlingen tot expressie zonder woorden
De zesdejaars van de Stedelijke Basisschool in Sint-Eloie-Vijve ronden hun lagere school af met een project met vriendschap als rode draad. Onder begeleiding van Ine van vzw Casa Blanca ontdekken zij hoe drama en beweging hen toelaat zaken te tonen die moeilijk te zeggen vallen met woorden. Het boek 'De Kleine Prins' van Antoine de Saint-Exupéry vormt het vertrekpunt.
Expressie zonder woorden
‘Stap naar voor en zeg je zeg je naam op een theatrale manier.’ Met die oefening start Ine van Casa Blanca de eerste lesdag. Ze doet het zelf voor en toont zo hoe expressief drama kan zijn zonder woorden. Er is wat gegiechel en geschuifel, maar dat is snel voorbij. Overtuigend zegt Ine: ‘Oké, nu voor echt, we gaan stevig naar voor, als voor een echt publiek.’ En dat doen ze, allemaal. De leerkrachten zijn verrast hoe de leerlingen opgaan in het proces en zien kleine wonderen gebeuren. ‘In het theater kunnen ze wél samenwerken,’ stellen ze vast.
Snorharen van duct tape
Zonder druk om te presteren en met appreciatie van wat ze ziet, brengt Ine de leerlingen van opdracht naar opdracht. Het proces primeert. De leerlingen komen tot creaties die Ine of de leerkrachten nooit alleen zouden kunnen voorzien of bedenken: ‘Ik gaf hen enkel een rol duct tape en ze toverden zich om tot ratten met duct tape-snorren, zalig toch?’ Met oefeningen als ‘herdefinieer deze rol plakband, wat kan dit nog zijn, een ring, een zwart gat,...?’ brengt Ine de leerlingen in de juiste mind set en nodigt ze hen uit verder te denken dan het evidente. De rest gaat vanzelf.
De leerkrachten leren dat je met slechts enkele op voorhand bedachte stappen de leerlingen tot de meest inventieve creaties kan brengen. ‘En daar heb je eigenlijk bijna geen materiaal voor nodig. Gewoon de kast opentrekken en zien wat er ligt kan volstaan om een heel verhaal te ontwikkelen.’ De leerkrachten ondervinden dat het eindresultaat loslaten en de leerlingen hun eigen creativiteit laten volgen, net meer kan opbrengen. ‘Dan lijkt het of ze gewoon wat papier aan het scheuren zijn, bijvoorbeeld, maar dan is daar plots een hele collage.’
'Gewoon de kast opentrekken en zien wat er ligt kan volstaan om een heel verhaal te ontwikkelen.'
Samen creëren
Die vrijheid om gaandeweg in het proces te ontdekken waar het je brengt, vonden de leerlingen heel fijn. De leerlingen vertellen hoe ze er toe kwamen een kussen te maken van kranten, of een dobbelsteen van tape. Ze benadrukken vooral de weg ernaartoe: ‘Ik was gewoon wat met tape aan het knoeien en zag er een doosje in, iemand anders zei: "Hé, we kunnen er een dobbelsteen van maken" en dat deden we.’ De leerlingen bewonderen elkaars creativiteit en zijn blij elkaar op een andere manier te leren kennen. ‘Het is leuker om creatief te zijn samen. De anderen geven inspiratie. Als je alles alleen moet doen dan zou het saai zijn.’
Tips van de leerkrachten:
- Stem van in het begin af met je externe partner. Betrek je partner bij het opstellen van de aanvraag, zo staan de neuzen meteen in dezelfde richting.
- Maak het project helemaal op maat van je klas. Het wordt er enkel sterker door en zo krijg je ook alle kansen om je doelen te halen.
Vriendschap is …
Alle leerlingen hebben met wat dichtgevouwen papier een boekje gemaakt. De boekjes volgen hun eigen leerproces en brengen de leerlingen dichter bij elkaar. Op één pagina maken ze met stempels en uitgeknipte letters de zin ‘vriendschap is…’ af. Voor de ene is dat elkaar geheimen vertellen, voor de andere is het samen een passie delen of gamen. Wat later worden de boekjes over de groepen verdeeld, niemand weet van wie welke spreuk is. Per groep wordt er beslist welke spreuk ze het tofste vinden. Die spreuk beelden ze uit in een standbeeld en beweging. De beweging wordt doorgeven aan het volgende groepje die er op hun beurt een beweging aan toe voegen, en zo gaat het drie rondes verder. Niets is van één iemand, alles is één gezamenlijke creatie.
Leren door inleving
Voor de leerlingen is het zowel leerrijk als ontspannend. ‘Na een toets zijn we blij dit te kunnen doen. Het is nog altijd bijleren maar op een leukere manier.’ Leerkracht Lukas: ‘Je ziet ze vrij worden, ze zijn even niet bezig met het schoolse.’ De leerlingen ervaren dat het naspelen van 'De Kleine Prins' hen helpt om het verhaal te begrijpen en te onthouden: ‘Door het na te spelen weet je hoe die zich voelt, dan leef je je in.’ De opwarmingsoefeningen blijven nodig om hen los te laten komen', vertelt Ine, ‘maar hoe ze vandaag emoties uitbeelden, dat hadden ze in de eerste les niet gedaan.’ Een leerling vertelt: ‘Soms heb ik wel stress om aan toneel te doen, maar iedereen klapt dan en dat geeft een fijn gevoel.’
Wil jij ook aan de slag met expressie in jouw klas? Dat kan!
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Ontdek de kunstenaars en cultuureducatieve organisaties op Cultuurkuur. Of kies je eigen partner in je schoolbuurt.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- In de oefening waarin de groepjes poses en bewegingen aan elkaar doorgeven en er op verder bouwen, moeten de leerlingen elkaar heel goed observeren: ze kijken wat de anderen precies doen en checken bij elkaar of ze het goed doen.
verbeelden
- De leerlingen een druppel Oost-Indische inkt uit tot een vlek waarin ze vervolgens op zoek gaan naar iets dat symbool staat voor een talent of iets dat ze graag doen. Eén leerling ziet in haar vlek een paard, ze houdt van paardrijden.
- Als opwarmingsoefening staan de leerlingen in een kring. Ze krijgen een emotie: ‘paniek’ of ‘blijdschap’. Die beelden ze uit terwijl ze naar de overkant van de kring lopen. Daar geven ze hun emotie door aan een andere leerling die op zijn haar of zijn beurt naar de overkant loopt.
conceptualiseren
- Om het abstracte concept ‘vriendschap’ uit te beelden moeten de leerlingen nadenken over wat je dan doet als vriend. Het uitbeelden vraagt een concrete vorm zoals: ‘zorg dragen voor iemand die gewond is’.
analyseren
- ‘Wanneer is een vriend een vriend?’ ‘Hoeveel vrienden kan je hebben?’ ‘Wat is dat eigenlijk, vriendschap?’ De vos en de roos uit het verhaal van 'De Kleine Prins' helpen de leerlingen om dichter bij hun eigen ervaringen te komen en zo over vriendschap na te denken.