Er zit meer in muziek dan je denkt
Niemand hoeft leerkracht Bertje Parren te overtuigen van de kracht van muziek: ‘Mijn ervaring van de voorbije jaren is dat heel wat kinderen openbloeien door muziek, ook zij die doorgaans weinig (durven te) zeggen’. Maar hoe pak je dat concreet aan? Bertje: ‘Ik sta in voor de Muzo-projectklas, dus ik werk met kleuters uit alle klassen. Ik zocht ondersteuning: hoe kon ik nog meer uit onze klasmomenten halen?’ Jeugd & Muziek hielp om haar lessen rond muziek naar een hoger niveau te tillen.
Coach Wouter
Juf Bertje van het Brusselse Sint-Jan Berchmanscollege nam, op aanraden van Cultuurkuur, contact op met Jeugd & Muziek. De organisatie sprak Wouter Cools aan. Hij behaalde een Master in de Muziek, afstudeerrichting Muziekpedagogie en Specifieke Lerarenopleiding binnen het vakgebied Muziek. Nu staat hij zelf voor de klas in Brussel, als leraar Muzikale Opvoeding. Bovendien geeft hij pianoles en is hij freelance gids in het Muziekinstrumentenmuseum van Brussel.
Hij en Bertje vonden elkaar zonder moeite. Bertje: ‘Wouter had mijn vraag goed begrepen en doorgesproken met Jeugd & Muziek. Tijdens tien ontmoetingsmomenten verspreid over twee maanden werkte Wouter rond muziek, beweging en expressie. Zoals ik had gehoopt haalde hij effectief meer uit onze lesmomenten’.
Exploreren en experimenteren
‘Ik heb vooral geprobeerd om zo breed mogelijk te gaan zodat ik zoveel mogelijk insteken kon geven om in de toekomst te gebruiken’, vertelt Wouter. 'Concreet deed ik zelf eerst iets voor en liet ik de kinderen zelf exploreren waarna ik hen een gerichte taak gaf, vaak in groepjes’.
‘In het begin werkte ik rond experimenteren met klanken en geluiden - zowel vocaal als instrumentaal: wat kan je doen met je eigen stem? Hoe kan je spelen met ritme en klankkleur? Welke kant kunnen we uit met onze instrumenten? Daarna keken we samen hoe je met klank een verhaal kan vertellen: welke soort muziek past er bij de verschillende scènes in een poppenkastverhaal? Hoe zou een supporterslied voor de Rode Duivels kunnen klinken? Emoties, bewegingen, drama, het maakte allemaal deel uit van onze lessen’.
Afwisseling
Bertje: ‘De aanpak van Wouter was doordacht. Hij bracht de dingen goed aan, stap voor stap, op een manier die ik de dagen erna vlot heb kunnen herhalen met andere kinderen. De kindjes waren nieuwsgierig en hij kon hun concentratie goed vasthouden. Ik vond het fantastisch om te zien dat veel kinderen tijdens de pauze uit eigen wil voort deden en muziek bleven maken’.
Natuurlijk loopt niet iedereen de hele tijd netjes in de rij. En zo hoort het ook. Wouter: ‘Elke groep, los van de leeftijden van de kinderen, is en reageert anders. Werkt iets niet, dan moet je het snel over een andere boeg gooien. Betrek eventuele stoorzenders zodat die leerlingen weer mee zijn en enthousiast worden. Ook afwisseling is superbelangrijk, dat houdt iedereen fris. We werkten in sessies van twee uur: dat is best lang, maar zo kan je wel iets opbouwen’.
Maak het zelf!
Er werd in dit project niet naar een specifiek toonmoment toegewerkt. Het ging er vooral om om ideeën te genereren en aan te reiken. Wouter: ‘Zo hebben we ook gebrainstormd over wat er nog ontbrak in de klas qua muzisch materiaal en wat er mogelijk was binnen het klasbudget’.
Bertje: ‘Ik had te weinig schudbekers, dus die heb ik samen met de kinderen gemaakt. Leuk om te doen en fijn dat ze nadien met hun ‘eigen’ instrumenten aan de slag kunnen gaan’.
Evaluatie
Bertje kijkt tevreden terug op het project: ‘Op het einde van het schooljaar maken we nog een laatste portfolio - zo maak ik er een paar per jaar. Daar staan alle activiteiten in, er is plaats voor tekeningen en foto’s, de kindjes kunnen aanduiden of ze die activiteit leuk vonden en waarom … Zo kunnen ze thuis laten zien waar ze mee bezig zijn. En mijn collega’s plukken ook de vruchten van onze sessies: wanneer de leerlingen terugkomen in hun eigen, vaste klas, vertellen ze uitgebreid wat ze hebben gedaan, zingen ze én maken ze muziek!’
Tips van juf Bertje
- Bereid je goed voor, maar sta ook open voor het onverwachte. Iets dat bij drie groepen leerlingen goed werkt, kan bij een vierde groep plots mislukken. Niets aan te doen. Panikeer niet en probeer iets anders.
- Laat de leerlingen mee helpen en mee aan de slag gaan. Wanneer ze zien dat iets dat zij hebben bedacht of gemaakt door iedereen wordt gebruikt in de les, werkt dat heel motiverend.
- Plan je project niet te laat in het schooljaar. Alle leerlingen en zeker de allerkleinsten zijn in mei en juni al redelijk moe en dat voel je.
- Sta open voor nieuwe impulsen, ideeën en advies.