Erfgoed x onderwijs = da’s klasse | Zij doen het!
Vijf leerkrachten getuigen hoe zij cultureel erfgoed vakkundig inzetten. Inderdaad, zij doen het al: een of andere vorm van cultureel erfgoed in de lespraktijk loodsen. En vaak nog veel meer dan dat; ze inventariseren schoolerfgoed, zetten bronnenonderzoek op . Allemaal vertellen ze hoe ze het erfgoed inzetten als bron en rijke leeromgeving voor het oefenen van diverse vaardigheden. Lees vooral ook waarom ze dit doen. Deze portretten herinneren ons eraan dat er in het onderwijsveld ook heel wat bondgenoten te vinden zijn die erfgoed een mooie plaats geven.
Wie is Inge Misschaert?
‘Ik geef al 23 jaar les aan het GO! atheneum Beveren-Waas; Nederlands en Duits. Vorig jaar kwam daar cultuurwetenschappen bij. Daarnaast studeer ik geschiedenis en bereid ik een doctoraat voor over een Gentse verzamelaar-architect.’
Hoe geef je erfgoed een plaats op school?
‘Erfgoed stond voor mijn leerlingen ver van hun bed. Daarom ben ik twee jaar terug met een erfgoedproject begonnen: een erfgoedwandeling in Beveren-Waas. De leerlingen kregen in kleine groepjes een monument of standbeeld toegewezen. Eerst moesten ze dat grondig bekijken. Dat bleek moeilijker dan gedacht. Daarna gingen ze op speurtocht in het gemeentearchief, op zoek naar meer informatie. Die werd verwerkt in een korte tekst die geïntegreerd werd in een erfgoedkaart. Ten slotte leerden ze van twee kunstfotografen hoe ze hun monument met de smartphone het best in beeld konden brengen.’
Waarom vind je dit belangrijk om te doen?
‘Het is belangrijk om jongeren vroeg in contact te brengen met erfgoed – zij zijn het tenslotte die het in de komende decennia zullen behouden en beschermen. Bovendien zijn veel van die monumenten opgegaan in hun omgeving.’
Wat zou je in de toekomst nog willen doen met erfgoed in uw school?
‘Met dit project wilden we iets maken dat de tijd zou doorstaan. Een bezoek aan een archief, een universitaire bibliotheek, les krijgen van een professor of een andere docent – dat soort activiteiten heeft voor de leerlingen een enorme meerwaarde: je blijft minder binnen de eigen schoolmuren. Ook voor mij verlegt het grenzen. De wandeling wordt ook door de gidsenbond gebruikt, en aangeboden door Toerisme Beveren. Ook de OKAN-leerlingen hebben ze al gemaakt. Deze resultaten maken de opdracht voor de leerlingen des te concreter en zinvoller.’
Lees alles over de erfgoedwandeling, met de steun van dynamoPROJECT.
Wie zijn Jan De Wachter en Kirsten Houthooft?
‘Wij zijn beiden leerkracht beeldende vorming in de Cardijnschool, een school voor buitengewoon secundair onderwijs in Anderlecht. Jan was jaren actief als beeldeducator in onze school en hervormde het vak ‘crea’ tot een heel nieuw vakdomein: ‘beeldende vorming’. Deze hervorming zorgde ervoor dat we heel breed konden gaan werken. Want beeldende vorming is veel meer dan tekenen …’
Hoe geven jullie erfgoed een plaats op school?
‘Ons schooljaar start met erfgoed. Er wordt gewerkt naar het thema van de ‘Monumentenmaandag’. We selecteren de activiteiten op basis van de interesses en leefwereld van onze jongeren en werken klasoverschrijdend. Tijdens het schooljaar gaan we vaak op verkenning in de stad, met schetsboek en potlood. Onze laatstejaars krijgen in juni ook een ‘examen’: ze moeten dan zelfstandig een bijzondere plaats ontdekken in de stad. De prachtige tuin van het Erasmushuis blijft een topper: leerlingen buitengewoon onderwijs maken kennis met Latijn. Dat heeft een positief effect op hun socio-emotioneel welbevinden.’
Waarom vinden jullie dit belangrijk om te doen?
‘Je wordt als leerkracht positief gedwongen om met een open blik voor de klas te staan. Het maakt dat je ook veel dichter bij je leerlingen komt: zij appreciëren heel erg het feit dat je je iets kan voorstellen bij de buurt waarin zij leven en studeren. De stad en haar rijke geschiedenis is één grote speeltuin!
Hebben jullie tips voor collega’s?
‘Werk samen met externe organisaties, zij bekijken de dingen vaak los van bestaande (onderwijs)structuren en zijn een stimulans om out of the box te denken. Gebruik de stad als leermiddel: zo hebben bijna alle metronamen een link met erfgoed. Inspirerend! Leerlingen hangen aan je lippen als je bijvoorbeeld vertelt over Jacques Brel, die recht tegenover onze school in de voormalige kartonfabriek werkte en later een succesvolle muzikant werd.’
Lees het dynamoPROJECT over openheid en tolerantie van de Cardijnschool.
Wie is Jan Creve?
‘Ik woon in Kieldrecht, een uithoek van de Wase polders. Al vele jaren geef ik geschiedenis in de derde graad aso van de Broederscholen Hiëronymus in Sint-Niklaas.
Hoe geef je erfgoed een plaats op school?
‘Binnen het tijdsbestek van een twee-uursvak is dat niet eenvoudig, wat niet wil zeggen dat het niet kan. Rechtstreeks contact met bronnen is vaak een eyeopener. Het stadsarchief lig niet ver weg en een (korte) kennismaking met voor de hand liggende bronnen als geboorte- en overlijdensregisters is erg dankbaar. Dat geldt ook voor bronnen die digitaal beschikbaar zijn: ‘de Namenlijst’ met oorlogsslachtoffers uit WOI, de registers van Ellis Island, de beeldbank, de Inventaris van het Onroerend Erfgoed, de Ferrariskaart uit 1776 … vormen voor leerlingen vaak een aanknopingspunt met hun eigen straat, dorp, naam of familie.
Elk jaar geef ik in het vijfde en zesde een opdracht met mondelinge bronnen, bij voorkeur met de grootouders of andere (oudere) familieleden. Thema’s zijn bijvoorbeeld de kindertijd tijdens de oorlogsjaren, de veranderende materiële omstandigheden, de impact van het geloof, migratie en het leven in het land van herkomst, Belgisch-Congo ... In het vijfde jaar is dat een eerder beperkte oefening, in het zesde jaar een echt mondelinge-geschiedenisproject.
Voor de meeste leerlingen is het de eerste keer dat ze met hun grootouders over hun verleden spreken; soms zorgt dat voor verrassingen. Een project waarbij – ik heb intussen zo’n 2.000 interviews – het collectief geheugen van de regio wordt geregistreerd. Het zorgt ook voor veel voldoening, zowel bij de leerlingen als bij degenen die worden geïnterviewd.’
Waarom vind je dit belangrijk om te doen?
‘Ik vind dit soort van aanpak heel dankbaar omdat het een – voor veel leerlingen toch abstract – vak als geschiedenis plots bijzonder tastbaar maakt. Dat werd voor mij voor het eerst duidelijk toen ik als jonge leerkracht met mijn leerlingen met de fiets door de Westhoek reed. Temidden van al die graven werd de Eerste Wereldoorlog plots heel concreet.’
Wat zou je in de toekomst nog willen doen met erfgoed in uw school?
‘Activiteiten in groepsverband buiten de klas blijven mijn voorkeur wegdragen. Maar dat botst binnen de organisatie van het onderwijs vaak op praktische bezwaren. Het (verder) digitaal ter beschikking stellen van bronnenbestanden is de meest voor de hand liggende manier om de voeling met erfgoed te verbeteren.’
Wie is Lies Smet?
‘Ik ben al ruim 20 jaar leerkracht lager onderwijs. Ik doorkruiste alle leerjaren van de lagere school, en was vooral werkzaam in de eerste graad in de KSAS-scholengemeenschap in Groot-Kruibeke. Klasjuf, muzojuf, zorgjuf bij de oudste kleuters ... been there, done that.’
Hoe geef je erfgoed een plaats op school?
‘Omdat ik graag bijleer en mijn horizon wou verruimen, volgde ik de opleiding Erfgoed en Onderwijs. Tijdens deze opleiding werkte ik een project uit over de Graventoren in Rupelmonde en de nabije omgeving. Dat werd een werkbundel voor leerkrachten van de tweede graad. Met een koffer vol didactisch materiaal, om zonder gids de resten van het Gravenkasteel en de omgeving errond te verkennen.
De cultuurdienst van de gemeente Kruibeke omarmde het project en leent het nu uit aan scholen die een uitstap in Rupelmonde plannen. Voor de zomervakantie begeleidde ik zelf een groep kinderen uit de eerste graad, in het kader van een themaweek rond sprookjes. Het is geweldig om hun verwondering te prikkelen!’
Waarom vind je dit belangrijk om te doen?
‘Ik hou ervan om kinderen te laten kennismaken met kunst en cultuur en hun blik te verruimen. Ze ervaringen laten opdoen die ze veel beter onthouden dan een foto op het digitaal schoolbord. Het ‘leren’ moet ver voorbij de klasmuren gaan. Het leven ligt immers daarbuiten. Veel kinderen komen zonder het cultuuraanbod van de school nooit in contact met erfgoed en kunst.
Toch lopen ze er wellicht elke dag onbewust voorbij. Als leerkracht bereik je zoveel méér en een grote verscheidenheid aan doelen door een uitstap naar een museum, een bezoek van een kunstenaar of een wandeling langs erfgoed in de buurt. Ik prijs mezelf gelukkig te kunnen werken in het geboortedorp van Mercator, een dorp dat verleden ademt.’
faro
Dit artikel verscheen eerst in faro en is met toestemming overgenomen.