Erfgoededucatie, multiperspectiviteit en waarden. Angst voor het onbekende?
CANON Cultuurcel ging in gesprek met Paul Janssenwillen (Universiteit Antwerpen) over cultuur, angst en onderwijs.
Angst voor het varken van Bokrijk
Studenten van een lerarenopleiding bezochten tijdens een stageproject het openluchtmuseum Bokrijk met een gemengd kleuterklasje uit het Antwerpse. In het varkenshok reageerden de kinderen met afschuw op de biggen die zij zagen. Gelovige moslims beschouwen varkens immers als onrein. Ondanks alle voorbereidingen van de studenten om de route vanuit diverse invalshoeken te benaderen, kwamen de kleuters niet tot bedaren. Velen van hen hadden wellicht nog nooit een varken gezien en de angst sloeg bij hen toe wanneer ze deze vreemde dieren voor het eerst zagen.
Ook bij andere erfgoedinstellingen die met soortgelijke voorvallen werden geconfronteerd, rees de vraag hoe hier in de toekomst mee om te gaan. Els Vinckx (PXL Hasselt) had mij horen spreken over multiperspectiviteit en vroeg me om mee mijn schouders te zetten onder een project dat een antwoord hierop wou bieden. We wilden ons echter niet beperken door enkel te focussen op dit ene specifieke voorval of alleen maar op etnisch-culturele diversiteit en door het benadrukken van de verschillen. We zouden uitgaan van de vraag 'wat verbindt ons?' en ons bijgevolg richten op multiperspectiviteit. Dat project noemden we ‘Meerstemmig erfgoed, Multiperspectiviteit in erfgoededucatie’. Het liep vanaf februari 2016, en ik was projectcoach.
De meeste zeden, gewoonten, gedragingen en religies ontstonden eeuwen geleden in een historische context die fundamenteel anders was dan de huidige. Sommige gemeenschappen blijven echter nog steeds hardnekkig vasthouden aan de leefregels en gebruiken van toen. Zij denken nog steeds vanuit oorspronkelijke, ongewijzigde perspectieven. Een multiperspectieve invalshoek houdt een kritische houding in om zaken vanuit verschillende standpunten te bekijken.
‘We moeten aantonen dat er niet één waarheid bestaat, maar dat 'dé waarheid' uit vele interpretaties van waarheden is opgebouwd’
Zelf mogen we nooit pretenderen 'de enige waarheid' te verkondigen. We moeten aantonen dat er niet één waarheid bestaat, maar dat 'dé waarheid' uit vele interpretaties van waarheden is opgebouwd. We moeten ijveren om het heersende ongenuanceerde perspectief te doorbreken
Bewust van waarden
Kunst wordt volgens de cultuurtheorie van Barend van Heusden opgevat als zelfreflectie door verbeelding. Als je iets 'kunst' noemt doe je dus geen uitspraak over schoonheid of lelijkheid. Daarin zit wel een verschil met geschiedenis. Geschiedenis is een vak waar waardebewustzijn juist erg belangrijk is, net zoals bij godsdienst of zedenleer.
Wanneer we historisch denken tot de essentie herleiden komt men tot drie basiscomponenten: realiteitsbewustzijn (feit en fictie), tijdsbewustzijn (continuïteit en verandering) maar ook waardebewustzijn (goed en slecht). Een leraar geschiedenis kan er zich niet toe beperken het verleden louter begrijpelijk te maken en te duiden. Dan zou je bijvoorbeeld een figuur als Hitler de facto goed kunnen praten door hem gewoon te plaatsen in een tijdscontext. In de huidige discussie over Belgisch Congo mag ook niet zomaar worden gezegd: 'In die tijd was dat normaal en beschouwde men zwarten gewoon als negers en objecten'. Het vak geschiedenis is dus zeker niet waardevrij.
Cultureel bewustzijn & expressie en historisch bewustzijn
Betekenisgeving staat in cultureel en historisch bewustzijn centraal. Dat zien we in de nieuwe eindtermen rond historisch bewustzijn ook terugkomen. Het historisch bewustzijn geeft betekenis aan het verleden.
Wat in de nieuwe eindtermen geschiedenis sterker naar voren komt dan vroeger is dat geschiedenis constructie is. Het gaat dus over betekenis geven aan het verleden.
‘Het verleden is wat er is gebeurd, maar het verhaal van het verleden verandert continu door verschillende interpretaties’
Deze visie op geschiedenis doorprikt het beeld dat nog steeds leeft bij sommige mensen en culturen, namelijk dat geschiedenis 'één verhaal' is. Het verleden is wat er is gebeurd, maar het verhaal van het verleden verandert continu door verschillende interpretaties en het wordt telkens vanuit verschillende perspectieven opgebouwd. Dat wil niet zeggen dat elk perspectief evenveel waarde heeft. Dat moet afgewogen worden met verschillende bronnen en door in confrontatie te gaan met afwijkende meningen. De nadruk in de nieuwe eindtermen ligt op fenomenen die gedurende een lange periode een tijdperk hebben gekenmerkt; de Franse historicus Fernand Braudel noemt dit de longue durée.
Het blijft mensenwerk…
Aan de Universiteit Antwerpen werk ik rond het thema 'controversiële onderwerpen in de klas' met studenten uit verschillende vakdidactieken. Opvallend is dat studenten vakdidactiek wiskunde bijvoorbeeld meestal geen aanknopingspunt vinden. Dan zeg ik: 'Statistiek biedt toch heel wat mogelijkheden, bijvoorbeeld hoe cijfers gemanipuleerd worden'. We proberen bij de studenten een mentale knop om te draaien, door ze hun vak anders te laten bekijken. Maar of ze dit later zelf daadwerkelijk gaan doen, hangt natuurlijk af van hun persoonlijke ingesteldheid. Ik geloof ook niet dat zoiets op te leggen valt, maar door insteken aan te reiken, kunnen ze op de duur zeggen: 'Dat is interessant, de leerlingen vinden dat ook interessant, als ik het nu eens anders verpak'.
Lesgeven bestaat eruit de leerstof zodanig aan te bieden, met sprekende voorbeelden te verrijken zodat ze voor de doelgroep bevattelijk wordt.
Aan de universiteit zal de hervorming van de lerarenopleiding leiden tot een educatieve master. Leraars geschiedenis hebben de lesbevoegdheid voor geschiedenis en cultuurwetenschappen. Maar aan cultuurwetenschappen werd tot nog toe minder aandacht besteed omdat er aan de Universiteit Antwerpen een afzonderlijke didactiek cultuurwetenschappen bestaat binnen de lerarenopleiding gedrags- en cultuurwetenschappen. In de toekomst willen we beide echt integreren in één vakdidactiek. We willen daarbij bijvoorbeeld vanuit iets actueels vertrekken en vervolgens naar het verleden kijken. Op die manier staan heden en verleden niet los van elkaar en dat werkt bevruchtend. Zo kan er bijvoorbeeld de focus gericht worden op een bepaald gebouw om dan ook na te denken over de culturele betekenis ervan. Betekenis geven, de relevantie van je onderwerp aantonen, is belangrijk. Wil het onderwijsvak geschiedenis betekenisvol blijven, mag het zich niet beperken tot 'omdat de leraar het interessant vindt'.
De Heritage Education Multperspectivity Matrix: Cultuur in de Spiegel meets geschiedenis
In de lerarenopleiding moedig ik studenten aan om activerende werkvormen te gebruiken. Geschiedenis is een moeilijk vak voor jongeren, want het is voor hen niet evident om zich in te leven in het verleden. Het is het enige vak dat zich met iets bezighoudt wat niet meer bestaat.
‘Dramatische werkvormen helpen leerlingen om na te denken en zich in te beelden hoe iets geweest kan zijn’
Dramatische werkvormen helpen leerlingen om na te denken en zich in te beelden hoe iets geweest kan zijn. Hetzelfde geldt voor films, als bijvoorbeeld The Gladiator. We mogen ons daarbij niet blindstaren op welke details er allemaal niet strikt historisch in orde zijn. De nieuwe eindtermen bestuderen de geschiedenis met bronnen, maar reflecteren ook over die bronnen. Zo zegt bijvoorbeeld The Gladiator meer over de periode waarin hij gemaakt werd, dan over de periode waar hij naar verwijst. Dat opent niet alleen mogelijkheden voor erfgoededucatie, maar ook om cultuurrijker geschiedenisonderwijs aan te bieden.
Bij het onderzoeksproject Meerstemmig erfgoed met een aantal Limburgse musea, het secundair onderwijs en de lerarenopleiding, hebben we tussen de belangrijkste historische redeneerwijzen en de culturele basisvaardigheden die Barend Van Heusden formuleerde, en die verder werden uitgewerkt in het onderzoek Cultuur in de Spiegel (CiS), heel duidelijke overeenkomsten kunnen ontdekken. We ontwikkelden een kijkwijzer om tentoonstellingen te screenen op multiperspectiviteit. Voor deze Heritage Education Multperspectivity Matrix (HEM-matrix) konden we historische kaders en CiS op elkaar afstemmen.
In onze matrix hebben we verschillende moeilijkheidsniveaus voorzien bij het werken aan multiperspectiviteit, met de bedoeling alle culturele basiscompetenties op elk niveau aan bod te laten komen. We proberen te vermijden dat in een eerste fase enkel zou worden ingezet op waarneming. Wel kan je bijvoorbeeld beginnen met waarnemen met alle zintuigen, om daarna hetzelfde onderwerp op andere manieren te benaderen, bijvoorbeeld vanuit verschillende genderperspectieven. De culturele basisvaardigheden zijn uiteindelijk ook niet het doel maar een middel om aan historische en culturele vorming te werken.
Ondertussen wordt het onderzoeksproject verdergezet met enkele historische musea in Antwerpen én ook een kunstenmuseum. Het onderzoeksproject is een samenwerkingsverband tussen de lerarenopleiding beeldende kunsten van de AP-Hogeschool en de lerarenopleidingen geschiedenis en gedrags- en cultuurwetenschappen van de Universiteit Antwerpen en drie Antwerpse musea (Museum aan de Stroom, Red Star Linemuseum en KMSKA). KMSKA wil een soort pop-up tentoonstelling opbouwen die door scholen kan worden bezocht. In de andere twee musea wordt de bestaande opstelling of tentoonstelling geherinterpreteerd vanuit de HEM-matrix vanuit de vraag: 'Hoe zit het hier met multiperspectiviteit?'. Op vraag van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) ontwierpen we trouwens een aangepaste versie van de HEM-matrix. Hierin staat de basisvaardigheid 'verbeelden' centraler dan in de versie voor historische musea.
Het blijft moeilijk om multiperspectiviteit op basis van een kortlopend project te evalueren omdat er een attitude bij hoort die tijd nodig heeft. We ontwikkelden voor ons onderzoeksproject Meerstemmig erfgoed een survey om de leeruitkomsten met betrekking tot multiperspectiviteit te meten. In het lopende Antwerpse project hebben we intussen de survey verder verfijnd en hopen we de meting efficiënter te kunnen aanpakken.
Paul Janssenswillen was lerarenopleider en vakdidacticus geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en de Thomas More Hogeschool in Vorselaar. Momenteel is het inspecteur secundair onderwijs. Zijn onderwijs en onderzoek richten zich op geschiedenis, cultureel erfgoededucatie en pedagogische historiografie. Hij volgde de expertopleiding van CANON Cultuurcel ‘Cultuur in de Spiegel’. In zijn visie zijn historisch bewustzijn en cultureel (zelf)bewustzijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Multiperspectiviteit of meerstemmigheid ziet hij als het uitgangspunt voor perspectiefgericht onderwijs dat vertrekt vanuit belangwekkende levensvragen.