“Hoe ver wil je gaan om dichter bij een andere persoon te komen?”
CANON Cultuurcel interviewde choreograaf Ish Aït Hamou over het belang van cultuur en onderwijs (2020).
Ish Aït Hamou ging niet graag naar school. Hij voelde er zich niet op zijn gemak, niet gelukkig. Maar daar, op de achterste rij, is wel zijn carrière als verhalenverzinner begonnen. Vandaag vertelt hij die via dans, theater, film en boeken. Hoe leest zijn eigen verhaal? En welke boodschap wil hij vooral brengen?
Hij heeft net 300 leraren in spe toegesproken op de CANON Cultuurdagen. Ze hingen aan zijn lippen. Dat hij op een podium zou staan en het woord zou nemen in het Nederlands, had de jonge Ish nooit kunnen vermoeden. Hij haatte de taal. ‘Thuis spraken we Berbers en Frans’, legt hij uit. ‘Maar omdat de schoolbus naar de Franstalige school afgeschaft werd, moest ik naar een Nederlandstalige school. Ik was er 1 van de 10 Marokkaanse kinderen tussen 300 Vlamingen. In onze tijd was er van een mix nog geen sprake. Iedereen vond het vanzelfsprekend dat een kleine jongen als ik de Nederlandse taal beheerste. Maar ik maakte veel fouten en elke keer ik iets zei, zag ik een leraar of een leerling met de ogen rollen. Je weet toch dat het ‘het’ is?’
De impact van ‘de’ en ‘het’
Dat kleine zinnetje had veel impact op hem. ‘Je wil als kind gewoon niet anders zijn dan de rest. En als je faalt in iets wat voor je omgeving zo gemakkelijk is als ‘de’ en ‘het’, dan bezorgt je dat een laag zelfbeeld. Daarom werd ik stil op school. Ik probeerde onzichtbaar te worden, dat was mijn safe zone. Mijn verbeelding kreeg er wel de vrije loop. Daar op de achterste rij is mijn carrière als verhalenverteller begonnen.’
‘Ik heb het Nederlands lang gehaat door het minderwaardige gevoel dat ik ervan kreeg’
Dat hij op die Nederlandstalige school terechtkwam, noemt hij nu zijn eerste grote geluk. ‘Al heb ik het Nederlands lang gehaat. Gewoon door het minderwaardige gevoel dat ik ervan kreeg. Pas vier jaar geleden heb ik een geslaagde verzoeningspoging ondernomen’, lacht hij.
Emotionele veiligheid
Hij wil zijn schoolperiode niet dramatiseren. ‘Ik werd niet gepest, had vrienden en de leraren waren doorgaans oké. Het was een slechte ervaring omdat ik me daar niet op mijn gemak voelde. Ik denk dat het meer met de omgeving te maken had. Die definieerde me als Marokkaan. Toen ik in de lagere school zat, was het Vlaams Blok erg populair. Niet dat ik ooit een aanhanger ben tegengekomen, maar hun narratief en de sfeer was wel voelbaar. Ook op school. De enige plek waar ik me emotioneel veilig voelde, was thuis. En op de sportvelden. Daar voetbalde ik met andere Spanjaarden, Italianen… Ik hoorde daarnet een fijn lied van de Antwerpse rapper SLM ‘Je bent op zoek naar drarries avec le même pech.’ Dat zegt het helemaal. Je zoekt mensen op die dezelfde ervaringen hebben, zodat je gevoelens kan delen.’
Dans zorgde voor balans
Het hielp ook dat hij buiten de schoolmuren niet onzichtbaar was. Aït Hamou was toen al een steengoede danser. ‘Ik kan me inbeelden dat ik zonder die dans heel geïsoleerd zou geraakt zijn. Dat had nefast kunnen zijn.’ En terwijl hij volop in de schijnwerpers stond op de dansvloer, wist niemand dat hij ook verhalen schreef. ’Omdat ik dat voor mezelf hield’, zegt hij. ‘Soms zie je je eigen talent niet of durf je het niet te tonen. En niet iedereen heeft een omgeving die een talent herkent en je stimuleert in wat je doet.’
Dat hij op een leraar stootte die zijn schrijverstalent wel detecteerde, noemt hij zijn tweede grote gelukselement. ‘Ze was mijn leraar Engels in het laatste jaar van het secundair. Omdat ik al een jaar in de VS gestudeerd had, liet ze me tijdens de les boeken lezen. We bleken een passie voor verhalen te delen. Op een dag las ze over mijn schouder mee wat ik aan het schrijven was. ‘Heeft iemand je ooit gezegd dat je daar iets mee moet doen?’ vroeg ze. Nee dus. Die ene zin veranderde mijn leven. Uiteindelijk is daar met haar hulp mijn eerste manuscript geboren.’
‘Kunst kan thematieken aansnijden zoals geen enkel ander medium dat kan’
Wat dansen, acteren, zingen je leert
Dat jaar in de Verenigde Staten leerde hem nog iets, want cultuur had er een enorme plek in het onderwijs. ‘Ik had drama, koorzang, theater, dans. Dat waren echte lessen, geen buitenschoolse activiteiten. Kunst kan thematieken aansnijden zoals geen enkel ander medium dat kan. De meerwaarde zit ook in de ontplooiing en de ontdekking van jezelf. Door dans leer je je lichaam, je fysieke kracht kennen. Acteren leert je empathie. Je verplaatst je in iemand anders om een rol te vertolken. Zang maakt je emotioneel sterker en leert je over de impact van je stem, van de toon de je aanslaat. Al die dingen leiden naar zelfvertrouwen en zelfkennis. In plaats daarvan moest ik in België leren hoeveel neerslag er gemiddeld in West-Vlaanderen viel.’
Vul je een kind met kennis of kneed je het? De jonge vader weet wat hij voor zijn twee zoontjes verkiest. ’Je kan intellectueel veel weten, maar wat ben je ermee als je eerste baas een eikel is en je niet weet hoe je op zo iemand moet reageren? Wat als je alles van geneeskunde kent, maar niet weet dat je zelf demonen in je hebt? Kunst en je persoonlijke ontplooiing bieden in mijn ogen meer meerwaarde dan feitenkennis.’
De leraar als highlighter
En als hij een leraar was, waarop zou hij dan inzetten? ‘Het allerbelangrijkste is zelfvertrouwen. Dat is vandaag het grootste kapitaal van jongeren, van mensen. Vroeger vergeleek je jezelf met een handvol mensen uit de buurt en de klas. Nu vergelijken jongeren zich via Instagram en sociale media met de halve wereldbol. Er zijn massa’s dingen die ze niet bezitten, talenten waarover ze niet beschikken. Door al die prikkels dreigen ze zichzelf niet meer te zien. Dat heeft een enorme impact op hun zelfbeeld, denk ik. Als je als leraar hun zelfvertrouwen kan stimuleren, dat ene talent kan highlighten, dat mooie in hun zijn of doen kan benadrukken, dan kan je veel veranderen. Dat en taal. Taal is een heel belangrijke sleutel. Je opent er deuren mee, naar mensen, naar culturen, naar kennis. En het maakt echt niet uit hoe goed je ze spreekt.’
‘Ik geloof echt dat rust voor meer ruimte en gehoor kan zorgen dan toeteren’
De wil om de ander te begrijpen
Op het podium, tijdens zijn show, in interviews en ook in zijn boeken, hanteert hij altijd een milde toon. Je zal hem niet snel betrappen op straffe oneliners of drieste uitspraken. ’Ik ben er niet goed in en ik geloof er ook niet in’, zegt hij. ‘Het maakt me niet gelukkig en ik kies liever voor zaken die me wel gelukkig maken. Ik geloof echt dat rust voor meer ruimte en gehoor kan zorgen dan toeteren. Ik heb mijn manier gevonden om emotionele reacties te verwerken: op papier en in verhaalvorm.’
De toekomstige leraren drukte hij daarnet nog op het hart dat dé leraar, dé Vlaming, dé moslim niet bestaat. ‘Het allerbelangrijkste in deze samenleving, met de spanningen die we nu voelen, met de kloof die er bestaat tussen gemeenschappen, is deze vraag: hoever wil je als individu gaan om dichter bij een andere persoon te komen? Ben je bereid, heb je de wilskracht om een weg te bewandelen die je kan leiden naar een antwoord op vragen als ‘Waarom ben jij wie je bent, zeg jij wat je zegt, doe je wat je doet?’ Dat is het enige wat ik mijn ogen een verschil kan maken.’
Zijn tweede boekbespreking ooit
Hij heeft ook altijd een groot geloof gehad in het goede van de mens. ‘Ken je het boek van Rutger Bregman, De meeste mensen deugen? Dat bewijst dat mijn geloof niet naïef is. Heel veel mensen zijn dans le fond goed. Alleen geloven we zo hard dat ze slechte bedoelingen hebben en alleen maar willen profiteren. Dat de jeugd lui is en ze niet meer wil luisteren. Er zijn zulke jongeren en volwassenen, maar statistisch gezien, vormen ze een zeer kleine minderheid. Dat doemdenken, dat het slecht met ons gaat en dat vreemden slecht zijn, dat grote narratief bestaat. Maar hoe meer mensen zo denken, hoe meer onze aanpak autoritair en hard wordt. Dit boek breekt die gedachtegang en kaart een alternatief aan. Voilà, nu heb ik een boekbespreking gedaan. Mijn tweede ooit, na de Zusjes Kriegel. Als goedmaker voor al die taken die ik vroeger van het internet plukte.’
Wie is Ish Aït Hamou?
Geboren en getogen in Vilvoorde, 32 jaar, voormalig choreograaf en jurylid van So You Think You Can Dance, werkte mee aan tv-programma’s als Alors on danse, Dansdate, Dance around the world, Terug naar eigen land, zijn liefde voor dans en choreografie gaat hand in hand met die voor woorden, debuteert in 2014 met het boek Hard hart, nadien verschijnen ook Cécile (2015) en Als je iemand verliest die je niet kan verliezen (2016), Zijn laatste boek Het moois dat we delen is net uit (2019), toerde met Aangenaam, ik ben Ish, een voorstelling vol persoonlijke verhalen, door Vlaanderen