Improviseren voor taal
Kunst is geen vreemde eend in de bijt bij het Technisch Instituut Sint-Lodewijk (TISL) te Genk. Al drie jaar houdt de middelbare school workshops woordkunst. Dit jaar – via het dynamoPROJECT Drama @ TISL – liet de cultuurorganisatie Villa Basta de leerlingen van het eerste en tweede jaar kennismaken met improvisatiekunst.
Villa Basta-acteur Koen Coel dompelde de leerlingen van TISL onder in de wereld van de improvisatie. Via enkele workshops hielp hij de jongeren om hun taalgevoel en spreekdurf te versterken.
Woordkunst en taalbeheersing
Samen met haar collega Christel Van Dooren zette Monique Gielissen, leerkracht Nederlands aan TISL, het project op poten. ‘In onze school – in Genk in het algemeen, eigenlijk – zijn er veel anderstaligen’, vertelt Monique. ‘Voor velen van hen is het nog moeilijk om correct Nederlands te spreken en te schrijven. Daarom wilden we een taalproject opzetten, een project dat taalbeheersing op een leuke, creatieve manier bevordert.’
‘In de voorbereidende lessen begon Koen van Villa Basta met enkele opwarmertjes. Zo moesten de leerlingen woordkettingen maken’, vertelt Monique. ‘Als ik kerstmis zeg, aan wat denk jij dan?’ Om de beurt zeiden de leerlingen een woord dat in hen opkwam. Tijdens de volgende workshops ging de acteur verder met de eigenlijke improvisatie.
De goudvis Kalashnikov
Monique denkt terug aan één van de opdrachten: ‘De leerlingen kregen een kaartje waarop drie gevoelens stonden. Verdriet, woede en onverschilligheid, bijvoorbeeld. Vervolgens moesten ze een sketch improviseren waarin die drie gevoelens aan bod kwamen.’ Monique herinnert zich nog heel goed dat ze versteld stond van Khader, één van haar leerlingen uit beroepsklas 1B. ‘Normaal is hij niet bepaald dol op het vak Nederlands. Hij nam een heel afstandelijke houding aan. “Ik ben hier om te boren en niets meer.” Maar tijdens de lessen improvisatie bloeide hij helemaal open.’
Na de workshop was de houding van Khader helemaal veranderd. Hij zet zich nu heel goed in voor het vak Nederlands.
Tijdens een improvisatieopdracht speelde hij dat z’n goudvis, met de bizarre naam ‘Kalashnikov’, het loodje had gelegd. ‘Hij was bijna in tranen. Ik was er van overtuigd dat hij echt een goudvis had!’, vertelt Monique. ‘Op het einde vroeg ik hem zelfs: “Heet je goudvis echt Kalashnikov?” “Ik heb helemaal geen goudvis”, antwoordde hij.’ Na de workshop was de houding van Khader helemaal veranderd. ‘Hij zet zich nu heel goed in voor het vak Nederlands.’
Spontaniteit en spreekdurf
Andere leerkrachten hadden gelijkaardige ervaringen met hun leerlingen. Een autistische leerling die normaal nooit iets zegt tijdens de les, werd plots een spraakwaterval. ‘Ik weet niet precies hoe het kwam,’ mijmert Monique, ‘maar de workshop moet de trigger geweest zijn.’
Het is niet zo dat de leerlingen die de Nederlandse spelling en grammatica prima onder de knie hebben het best presteerden tijdens de improvisatielessen. Want het gaat niet slechts om taal. Het gaat ook om spreekdurf, spontaniteit, creativiteit en groepsgevoel. Dit zijn allemaal vaardigheden die de leerlingen zijn bijgebracht.
Leerkrachtenparticipatie
Voor sommige leerkrachten was de drempel te hoog om deel te nemen aan de improvisatieworkshop. Zij hielden enkel het toezicht tijdens de lessen. Maar anderen – zoals Monique – deden actief mee.
De workshop vond plaats binnen de lesuren, en niet alleen tijdens de lessen Nederlands. ‘We vonden het belangrijk om ook andere leerkrachten te betrekken. Het cultuurteam van TISL koos er wel voor om de workshops nooit tijdens de één-uursvakken te organiseren. Het jaar voordien was dat wel het geval geweest en toen hadden veel leerkrachten geklaagd dat hun jaarplan niet afraakte. ‘Daarom hadden we er deze keer voor gekozen om de lessen te laten plaatsvinden tijdens vakken die meerdere uren per week worden gegeven, zoals Frans en Wiskunde.’
Goede voornemens
Drama @ TISL ging verder op het vorig project dat toespitste op drama. Het jaar daarvoor focuste de school op klassieke woordkunst. Zo gaan ze telkens een stapje verder.
Het cultuurteam van TISL heeft alvast zin om er volgend jaar opnieuw in te vliegen! ‘Volgend schooljaar willen we verder bouwen op het project. Dan zouden we graag de videokunst betrekken en de leerlingen zelf laten filmen en monteren. We staan al in gesprek met iemand die video-opnames maakt en bewerkt. En van wie we ook tweedehandsmateriaal kunnen overnemen.’
Tips van juf Christel en juf Monique
- Zorg dat de workshops op maat van de klas zijn. Houd rekening met het niveau en de ambiance van de leerlingen!
- Maak op voorhand met de externe partner specifieke afspraken over jullie plan van aanpak.
- Laat je niet afschrikken door mensen die zeggen dat de leerlingen het niet zouden aankunnen, dat het hen niet interesseert. Ik stond echt versteld van de capaciteiten van m’n leerlingen!