Kunstkuur in Overijse: ’Heerlijke samenwerking met constante wisselwerking’
De Gemeentelijke Basisschool in Jezus-Eik en de Gemeentelijke School voor Beeldende Kunsten in Overijse vonden elkaar in een Kunstkuur voor de derde graad. ‘Wat als…?’ werd de rode draad waaraan de leerkrachten een heel programma ophingen. Beeld, kledingontwerp, natuur, geschiedenis… alles kreeg met alles te maken.
De leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar zitten rond een grote tafel in de academie en piepen al eens naar de bladen die docent Lise Van den Broucke aan de muur heeft bevestigd. De foto’s van modellen, kleding en feestjes roepen de sfeer op van de jaren 20 van de 20ste eeuw. In de klas hebben de kinderen een artikel onder de loep genomen, waarin een terugkeer naar the roaring twenties werd voorspeld. Wat zijn die roaring twenties eigenlijk? En hoe zouden onze post-corona-twenties eruit kunnen zien? Worden dat even feestelijke jaren?
‘Vanuit het verleden en het heden kijken we hoopvol naar de toekomst’, legt Lise uit. Vandaag mogen de leerlingen hun eigen outfit ontwerpen. Ze mogen zich inspireren op de mode van 100 jaar geleden, maar Lise spoort hen vooral aan om na te denken over wat ze zelf graag willen dragen wanneer we weer zullen mogen feesten.
Chic comfort
Er komen enkele oude korsetten op tafel. ‘Die wilden de vrouwen niet meer. Het mocht allemaal een beetje losser en comfortabeler.’ Hoewel veel leerlingen de korsetten intrigerend en mooi vinden - en sommige er zelfs eentje uitproberen, zijn ze het erover eens dat ze die ijzeren baleinen niet terug hoeven. Ze gaan met papier, potlood, verf en lapjes stof aan de slag. Wanneer ze tegen het eind van de les hun ontwerpen aan de groep voorstellen, zien we veel goud en glitter, maar ook gemakkelijke broeken, losse rokken, fijn zittende jasjes en gepimpte onesies. Het comfort van een pyjama, de uitstraling van feestkledij: die teneur is vrij algemeen.
Ontwerpster in de dop
‘Dit is een mooie stof’, vindt Redayna, terwijl ze er glimlachend over streelt. Ze wil er een fijn zittende jurk van maken, met zowel moderne als ouderwetse accenten. ‘Pofmouwtjes en schoudervullingen!’ Haar vriendin Eline mikt met haar eigen ontwerp op chique streetwear: ‘Ik vind dit leuk, maar Redayna kijkt er écht al lang naar uit: ze zou graag ontwerpster worden.’ Redayna: ‘Het lijkt me leuk om je ideeën met je eigen handen uit te werken.’
‘Dankzij een Kunstkuur van drie jaar wordt cultuur meer dan hier of daar een workshop: het wordt een systeem en de leerlingen worden cultuurparticipanten’
Uitwisseling
Ook juf Griet Van Craenenbroeck is uitermate enthousiast over de Kunstkuur. ‘Supertof vind ik het’, zegt ze. ‘Toen de directies het vorig jaar voorstelden, zei ik meteen ‘ja’, zelfs al wist ik nog niet goed wat het precies inhield. Ik hou ervan om nieuwe mogelijkheden te ontdekken en op andere manieren te leren werken. Lise en ik trekken het project echt samen en we proberen alles met elkaar te linken. Al wat we in de academie doen, sluit perfect aan bij wat we doen in de klas. Met ons thema kunnen we dan ook alle kanten uit. Intussen komen de ideeën haast vanzelf. Het is echt een heerlijke samenwerking met een constante wisselwerking.’
Voor Griet en Lise is het duidelijk: niet alleen de leerlingen leren voortdurend dingen die ze zonder Kunstkuur niet zomaar aangereikt zouden krijgen. Ook zijzelf leren van elkaar. Griet: ‘Ik steek veel op over kunst- en tekentechnieken.’ Lise: ‘En vanuit de academie waren wij aan het zoeken naar een nieuwe aanpak in onze evaluatie. We wilden de rapporten anders en interactiever. We wisselen dus ook heel wat werkwijzen en methodes uit.’
De meerwaarde voor de leerlingen schuilt hem volgens hen vooral in de mogelijkheid om in veel domeinen tegelijk te groeien, net doordat de blik ruimer is dan één les per keer. Wiskunde, taal, maatschappijkritiek, filosoferen, wereldoriëntatie, creativiteit… het heeft allemaal met elkaar te maken.
Cultuurparticipatie
Floris Dehantschutter, directeur van de academie: ‘De betrokken leerkrachten stonden onmiddellijk voor de Kunstkuur open en zagen ook de noodzaak van meer versmelting tussen dagonderwijs en dko. Je kunt van kunst perfect de lijm maken tussen een heleboel verschillende dingen. Daardoor haal je plots doelstellingen die anders moeilijk liggen. We willen niet zozeer kunstenaars van onze leerlingen maken, wel cultuurparticipanten. Door ze drie jaar lang op dit traject mee te nemen, wordt cultuur meer dan hier of daar een workshop: het wordt een systeem.’
Tips van juf Griet
- Laat het los. Bekijk even van op afstand wat er gebeurt. Veel leerkrachten durven dat niet en houden krampachtig aan hun lessen vast. In zo’n Kunstkuur gebeurt heel veel waarvan de kinderen dezelfde dingen én meer kunnen opsteken.
- Laat de kinderen groeien. Een Kunstkuur is een groeiproces. Misschien is niet iedereen van de eerste minuut mee. Ook daar: laat even los en bekijk wat er gebeurt. Uiteindelijk gebeuren er fantastische dingen, dat staat vast.
- Bekijk het als een puzzel. We doen nu mode-ontwerp en geschiedenis. We hebben al taal en wereldoriëntatie. Zo komt er langzaam een patroon in dat almaar groeit: het volgende puzzelstuk past in het vorige - dat is echt tof.
Tips van directeur Floris Dehantschutter
- Spring erin! Zie het als een avontuur dat je met elkaar aangaat. Als je maar openstaat voor elkaars werkmethodes, gebeuren er gegarandeerd fantastische dingen.
- Ga naar de academie. Een andere leeromgeving, een andere sfeer = andere mogelijkheden.
- Betrek collega’s. Laat andere leerkrachten minstens komen kijken naar wat je doet. Zo volgen ze mee op wat er gebeurt, steken ze misschien zelf iets op, en raken ze misschien geïnspireerd om ook in een Kunstkuur te duiken.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- De kinderen gaan naar het bos. Vroeger was er veel meer bos in Jezus-Eik. Nu loopt er een snelweg vlakbij. Luister naar het geluid van de snelweg. Wat doet dat?
verbeelden
- De kinderen hebben elk een ontwerp van een outfit gemaakt (op papier). Nu gaan ze die outfit realiseren. Ze werken met hun stoffen rechtstreeks op de pop en maken de vertaalslag tussen het ontwerp op papier naar het ontwerp in realiteit.
conceptualiseren
- De kinderen zoeken bladeren in het bos. Hoe zien die bladeren eruit? Wat zijn de verschillen? Aan de hand van hun waarneming leren ze de onderdelen van een blad en de verschillende types bladeren te herkennen en te benoemen.
- De leerlingen bekijken het moodboard over de jaren 20 van de 20ste eeuw. Wat zien ze? Wat valt hen op? Wat kunnen ze van de foto’s afleiden (alles is feestelijk, de mensen zijn blij…).
analyseren
- De leerlingen leggen de link tussen de vreugde over het einde van de Eerste Wereldoorlog en de vreugde die wij zullen voelen na het einde van de pandemie. Vervolgens ontwikkelen ze hypothesen: wat zullen wij willen dragen als we weer volop mogen feesten? Wat als … corona voorbij zal zijn?
Dragers
lichaam
- De leerlingen draperen stoffen rond hun eigen lichaam en dat van paspoppen om hun ontwerpen uit te proberen.
- In het bos kijken, luisteren en ruiken de leerlingen: ze gebruiken hun zintuigen om waarnemingen te doen.
voorwerpen
- De leerlingen bekijken oude botanische tekeningen: zo legde men vroeger de natuur vast in beeld. Hoe doen we dat nu? We maken foto’s.
taal
- De leerlingen hebben het over de natuur en worden aangezet tot nadenken, fantaseren en debatteren: hoe is de natuur eraan toe? Wat als de mens er niet meer zou zijn, wat zou er dan met de natuur gebeuren? Op basis van wat ze denken en vertellen, maken ze maquettes
Grafische tekens
- Op basis van de bladeren die ze vinden in het bos en oude botanische prenten maken de leerlingen zelf tekeningen van een blad. Ze noteren er telkens alle onderdelen bij.