Leerlingen GO! A-Maze in Beverlo maken toneelstuk van hun zelfgeschreven boek
De leerlingen van methodeschool GO! A-Maze in Beverlo kwamen helemaal zelf met een projectidee op de proppen. Ze wilden het boek Tempora dat ze het voorgaande schooljaar samen hadden geschreven in een toneelstuk gieten. Hun leercoaches waren meteen enthousiast. Ze zochten de juiste externe partner(s), en het dynamoPROJECT Tempora 2.0 was geboren.
A-Maze is een kleine, jonge school. Schooljaar na schooljaar groeit ze met haar leerlingen mee. In haar eerste levensjaar maakten de leerlingen van het eerste middelbaar een boek, onder begeleiding van auteur Erik Persoons. Het jaar nadien startte A-Maze met twee leerjaren. De leerlingen kregen inspraak in het thema van het dynamoPROJECT dat de school wilde organiseren en waren haast ogenblikkelijk unaniem: ze wilden theater maken. En wel op basis van hun eigen boek.
Sarina Wijnen, leercoach en vakexperte voor onder andere cultuur: ‘Inspraak en samenwerking zijn belangrijk op onze school. Daarom hebben met de leerlingen gebrainstormd over een mogelijk onderwerp. Een theaterstuk maken van hun eigen boek kreeg het grootste aantal stemmen. Ik vond het briljant. Zelf was ik er nooit opgekomen!'
Andere voorstellen gingen over kleding maken of fotografie en video. 'We beseften dat we heel wat andere disciplines bij het theaterproject konden betrekken. Een toneelstuk heeft immers ook decors en kostuums nodig. Zo kan elke leerling een rol krijgen die hem of haar goed ligt. Niet iedereen wil in het spotlicht op een podium staan.’
Proeven van theater
Wel wilden de initiatiefnemers al hun leerlingen van theater laten proeven. Daarom bestond het eerste deel van het traject grotendeels uit theaterinitiatie. Improviseren, in een personage kruipen, voor een publiek staan, articuleren … alle aspecten kwamen aan bod. Voor dat deel van het project nam A-Maze Erik Persoons onder de arm. Hij had als auteur ook al het boekproject begeleid. ‘Maar ik ben ook toneelschrijver en regisseur. Dus toen dit project op tafel kwam, heb ik onmiddellijk toegezegd’, vertelt hij. ‘Je merkt heel goed dat de leerlingen dit project niet als een opdracht zien, maar als een kans die ze krijgen.’ Ook theaterdocente Ilse Van Mileghem ondersteunde in deze fase van het traject.
Nadat alle leerlingen een portie theater achter de kiezen hadden, kwamen er audities om de rollen te verdelen. De hoofd- en bijrollen werden verdeeld. Iedereen die op het podium wilde staan, heeft minstens een figurantenrol. Het stuk krijgt de vorm van een show, zodat ook acrobaten, dansers en muzikanten hun kunsten kunnen tonen, als intermezzo’s tussen de gespeelde scènes.
'Je merkt heel goed dat de leerlingen dit project niet als een opdracht zien, maar als een kans die ze krijgen.’
Mee beslissen
Bas is de auteur van het verhaal waarop het stuk geënt is. In Tempora 2.0 heeft hij de rol van regieassistent. ‘Natuurlijk ben ik blij dat ze mijn verhaal gekozen hebben. Het was de eerste keer dat ik iets schreef, maar het was leuk, dus misschien doe ik het later nog een keer. Ook de rol van regieassistent vind ik prima. Het laat me toe om mee beslissingen te nemen over de kant die de voorstelling uitgaat.’
Wanneer we het project bezoeken, zijn de eerste échte repetities met de cast begonnen. Vanaf nu zijn de groepen gesplitst. De acteurs leggen zich toe op hun rollen, terwijl de ploeg achter de schermen zich op de eigen taken begint voor te bereiden. De sessies decor hebben ze nog samen voor de boeg, met de hulp van creatieve duizendpoot Mirthe Martens. Daar zullen ze leren om met verschillende materialen en technieken aan de slag te gaan.
Vandaag zoeken de leerlingen alvast illustratiemateriaal op internet: foto’s die als inspiratie voor de verschillende decors kunnen dienen, maar ook geluiden die erbij kunnen passen. Het stuk gaat over tijdreizen, dus er zijn decors voor uiteenlopende historische periodes nodig, zoals het dinotijdperk, het oude Egypte en de Griekse Oudheid. ‘Het leek me fijner om achter de schermen te werken, want ik sta niet graag voor publiek’, zegt Iyuna.
Tips van leercoach Sarina
- Durf moet er zijn. Je moet de ambitie hebben om een goed project in elkaar te steken voor je leerlingen. In ruil kun je op school iets verwezenlijken wat je zonder externe partners niet zomaar kunt of aandurft. Die kans moet je zien en grijpen.
- Doe het samen met het team. Ik ben met het idee voor een dynamoPROJECT gekomen, maar de directie en mijn collega’s stonden er onmiddellijk voor open. Door met iedereen samen te werken - je eigen team én de externe partners - ontstaat een waardevolle kruisbestuiving.
- Doe het samen met de leerlingen. Wij hebben onze leerlingen van in het begin bij alle beslissingen betrokken. Dit project is helemaal van hen.
Tips van leercoach Cindy
- Doe het niet alleen. Bij ons heeft Sarina de leiding genomen, maar we zijn wel allemaal bij het project betrokken. We overleggen veel en trekken helemaal aan hetzelfde zeel. Zo ontstaat het fijne gevoel dat je samen iets belangrijks hebt verwezenlijkt.
- Begin klein. Wij hebben een heel groot project opgezet, dat we ook buiten de grenzen van het dynamoPROJECT laten doorlopen. Maar wij zijn het gewend om sowieso elke vrijdagnamiddag klasoverschrijdend projectwerk te doen. Heb je zoiets nooit eerder gedaan, hou het eerste project dan beperkt en overzichtelijk, en laat je leiden door een expert. De kriebels om er iets moois van te maken, volgen vanzelf.
Wiskunde in de praktijk
Leercoach en vakexperte wiskunde Cindy Bex begeleidt het decorteam. ‘Ik vind het positief dat de leerlingen eens helemaal out-of-the-box kunnen denken en nieuwe ervaringen opdoen. Sommigen hadden nog nooit een theatervoorstelling gezien. Laat staan dat ze zelf al toneel hadden gespeeld. En ze komen met nog veel meer in aanraking. Hoe maak je reclame? Hoeveel kost een ticket en hoe pak je de ticketverkoop aan? Hoe organiseer je het onthaal van het publiek en de vestiaire?’
Uit haar opsomming blijkt hoeveel verschillende leerdoelen de school bij het project kan betrekken. En dat doen de leercoaches dan ook voortdurend. ‘Er staan nog enkele workshops decorbouw op het programma. Als wiskundeleerkracht denk ik meteen aan het meetkundige aspect daarvan: ze zullen hun podium moeten opmeten. Ga je gang! Weet je nog hoe je een loodlijn bepaalt? Hoe bereken je hoeveel rollen behangpapier je nodig hebt? Zo breng ik mijn theorie eenvoudig in de praktijk.’
Wil jij ook samenwerken met een culturele partner in jouw klas? Dat kan!
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Ontdek de kunstenaars en cultuureducatieve organisaties op Cultuurkuur. Of kies je eigen partner in je schoolbuurt.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- De leerlingen gaan naar een theatervoorstelling in het plaatselijke cultuurcentrum kijken. Daarbij hebben ze extra gelet op decor, belichting, geluid … Ze hadden dus niet alleen aandacht voor wat ze van de voorstelling vonden, maar ook voor de manier waarop die in elkaar zat.
- Groepjes leerlingen maken een stukje theater van alle kortverhalen uit het boek dat ze in het voorgaande schooljaar hebben geschreven. De andere leerlingen kijken ernaar en kiezen op basis van die ervaring hun favoriete verhaal. Het winnende verhaal wordt een toneelstuk.
verbeelden
- Bij een bezoek aan Villa Verbeelding in Hasselt gaan de leerlingen aan de slag met de technieken van striptekenaar Brecht Evens, van wie ze de tentoonstelling hebben gezien. Iedereen krijgt een fragment uit het verhaal waar ze een toneelstuk van zullen maken. Op basis daarvan maken ze aquarellen.
- Tijdens de theaterinitiatie van Erik Persoons en Ilse Van Mileghem leren de leerlingen improviseren.
- De leerlingen krijgen een kaartje met daarop een emotie: die moeten ze verbeelden en uitbeelden. De anderen raden over welke emotie het gaat.
- De vele brainstorms leiden tot mooie ontwerpen van de leerlingen over hoe iets eruit moet komen te zien, bv. de opstelling van het podium, de teletijdmachine en ook de uitnodiging.
conceptualiseren
- De leerlingen zijn constant bezig met brainstormen en uitdenken van concepten (bv. de teletijdmachine).
analyseren
- Met regieassistent Bas als spilfiguur krijgen de leerlingen inzicht en inspraak in hun eigen theaterstuk: ze spelen, voelen het verhaal aan, worden actief uitgenodigd om aan te geven wanneer bepaalde zinnen of verhaallijnen naar hun gevoel niet lijken te kloppen. Dan volgt er een debat om een oplossing te vinden.
Dragers
lichaam
- Een groepje leerlingen bereidt een dansje voor als intermezzo in het stuk.
- De leerlingen spelen levend standbeeld, gebaseerd op de film 'Night at the Museum'.
voorwerpen
- Tijdens de workshops decor gaan de leerlingen met allerlei materialen en instrumenten aan de slag (figuurzaag, hamer, meter, lasercutter, 3D-printer, schuurmachine, verf en papier-maché, naald en draad, …).
taal
- De sessies rond theater en de repetities zijn volledig geënt op taal.
- Ook een aansluitende workshop rond poëzie door de papa van een collega spitst hierop toe (en de gedichten worden opgenomen in de tekst van de dichters in het verhaal). - Tijdens de voorstelling neemt een leerling de rol van presentator op zich.
Grafische tekens
- In de aanloop naar de voorstelling zal het team achter de schermen de toegangstickets ontwerpen: welke informatie moet daar precies opstaan?
- In de voorstelling zie je herkenbare elementen uit de verschillende tijdperken. Zo herken je symbolische vormen zoals piramides en hiëroglyfen in het decor.