Leerlingen leven zich creatief uit in beeld én woord met poppenspelcinema!
Betty Betweter, Vic Bangerik en Bob-ik-eet-de-helft-van-mijn-groenten-op zijn klaar om het publiek te entertainen. In hun schuimrubberen kop steekt de hand van een zesdeklasser van Vrije Basisschool Sint-Joris. Zij zijn de scheppers van hun eigen handpop, van het decor én van het theaterstuk waarin de poppen tot leven komen. Vijf vrijdagen konden ze daarvoor rekenen op de hulp en expertise van Eline Van Herreweghen, freelance workshopbegeleider voor Villa Basta. Let the show begin in Tielt-Winge!
Het publiek uit het eerste en tweede leerjaar is helemaal mee met het cinemaverhaal dat de zesdeklassers brengen. Daar helpt de popcorn bij, maar ook de toegangstickets die ze aan de ticket box moeten afgeven. En de handpoppen natuurlijk. Die spreken tot de verbeelding. Iedereen wil er na afloop eentje vasthouden.
Leraar Annick Bronckaerts ziet het met een grote glimlach gebeuren. Zij kwam verleden schooljaar op het idee om ‘iets’ met handpoppen te doen: ‘Drama is mijn ding. Ik vind het erg boeiend om dramalessen te geven, maar ik merk ook dat je in elke klasgroep leerlingen hebt die kampen met spreekdurf of hun emoties moeilijk kunnen uiten. Dit ervaar ik ook in klasgesprekken rond gevoelige onderwerpen of wereldse problemen.’
In haar Google-zoektocht naar een oplossing, stootte ze op handpoppen. Zou een zesde leerjaar dat nog leuk vinden? ‘In de Franse les en tijdens godsdienst probeerde ik het uit. Ze bleken er snel gefascineerd door. Toen ik bij Villa Basta een aanbod rond handpoppen zag, was de bal echt aan het rollen.’
Op prospectie bij de experts
Annick nam contact op met Villa Basta. De organisatie ondersteunde haar bij het schrijven van de aanvraag voor de dynamo-subsidies en gaven de tip om naar een voorstelling van theater FroeFroe te gaan. ‘Het was de ideale start van ons project. Leerlingen zagen van de experten wat het kon worden en waren meteen gemotiveerd om iets gelijkaardigs te doen.’
Met de komst van Eline begon het echte werk. 5 weken kwam ze op vrijdag naar school en ging ze beeldend en improviserend met de zesdeklassers aan de slag. De ene helft van de klas werkte in de voormiddag aan het project, de andere in de namiddag. ‘We bekeken eerst nog andere voorbeelden van poppentheater en deden improvisatie-oefeningen. We focusten ons verder op personages en hoe je die tot leven kan wekken.’
Tips van juf Annick
- Stop verschillende domeinen in je project. Er zijn zoveel aspecten aan theater en het is fijn dat leerlingen ook weten dat er mensen zijn die zich met kostuums en decor hun brood verdienen. De ene leerling doet ook liever iets beeldends, terwijl de andere graag een verhaal verzint of op het podium speelt.
- Kies voor een langer project. Het is fijn om leerlingen beter te leren kennen, te zien groeien.
- Durf veel uit de leerlingen zelf te laten komen en niet alles van naaldje tot draadje voor te kauwen. Zij moeten zeggen: ‘Wij hebben dit project gedaan’. En niet: ‘Eline heeft iets bedacht en wij hebben het uitgevoerd.’
- Volg het project met meer dan één collega op. Zo kan het groeien in het team en zet het zich verder. Ik volgde de sessies in de namiddag met de ene groep. Een collega deed hetzelfde in de voormiddag met de andere groep.
Auto vol schuimblokken
Voor de tweede sessie zat Elines auto bomvol schuimblokken. ‘Dat waren eerst gewone vierkante blokken’, vertellen de leerlingen. ‘Met een mes en schaar sneden we erin: een diepe snee voor de mond, andere inkepingen zodat we er onze handen in konden stoppen. Met contactlijm en verf zorgden we voor versiering.’ ‘Vanaf dat zo’n pop ogen heeft, kan die praten’, vult Eline aan. ‘Ze hadden allemaal vrij snel een personage bedacht en dan wisten ze wat ze nodig hadden van accessoires: een hoed, een kip, nagellak …'
Die hadden ze bij voor de derde sessie. ‘Toen hebben we vooral rond kostuums gewerkt. De poppen moesten er immers visueel leuk uitzien. Alles groeide heel spontaan. Vanaf ze hun hand erin staken, waren ze vertrokken. Dan kwamen er stemmetjes of speciale accenten bij.’
Naar de inhoud zonder voorgeschreven tekst
Al die tijd wisten ze nog niet hoe de voorstelling er net zou uitzien. ‘De twee groepen moesten ook nog in één geheel samenkomen. Uiteindelijk hebben we de cinema als kader gekozen: dat kent het publiek, of het nu kleuters of ouders zijn. Wat zou je personage doen in de cinema? Uit alle ideeën is dan de voorstelling gegroeid. Een laatste voormiddag hebben we met iedereen geoefend en in de namiddag hebben we dan het decor gebouwd. Het popcornkraam en de ticket box brengt de bioscoop echt tot leven.’
Luid genoeg praten en met de pop naar het publiek toe spreken. Dat waren de voornaamste dingen waarop Eline en Annick hamerden tijdens de doorloop. Het valt op dat het met de zenuwen van de leerlingen erg meevalt. ‘We doen alles in groep zodat ze niet alleen vooraan moeten komen’, verklaart Eline. ‘Ze hebben ook nooit tekst van buiten moeten leren of hun tekst op papier gekregen. Zij vermijden we stress en onnatuurlijk praten. Ze weten welke scènes zich voordoen en in welke volgorde ze moeten opkomen, dat wel. Maar wat ze precies zeggen, kan en mag elke keer anders zijn.’ Ook belangrijk: iedereen kan zijn ding doen. Zijn het twee zinnen of een hele monoloog? Alles kan!
'Ook belangrijk: iedereen kan zijn ding doen. Zijn het twee zinnen of een hele monoloog? Alles kan!'
‘Zijn we de taalles niet vergeten?’
‘Dat leerde ik van Eline: voorgeschreven tekst is niet nodig’, vertelt Annick. ‘Van dat kunnen improviseren en inspelen op onverwachte situaties zullen ze in andere situaties ook nog de vruchten plukken. Hoe en via welke stappen je een voorstelling maakt die volledig van de leerlingen komt, was ook nieuw voor me. Het zijn inzichten die tijdens onze muzische namiddagen en voor de schoolmusical zeker nog van pas gaan komen.
‘Er zitten heel veel doelen in dit project, ook op vlak van persoonsgebonden ontwikkeling’, besluit juf Annick. ‘Ik hang de dagplanning altijd in de klas op. Vanmorgen stond er taal, samenwerken en drama op. “Zijn we de taalles niet vergeten?”, vroeg een leerling na de doorloop. Ze hebben niet eens door dat ze aan het oefenen zijn. Daarbij is het geweldig om te zien hoe leerlingen, die in de klas erg beweeglijk en onrustig zijn, geconcentreerd kunnen theater spelen. Omgekeerd gebeurt ook: leerlingen die zich zo ongemakkelijk voelen dat spreken in de klas niet lukt, durven en doen nu wel mee. Het is een heel andere manier van uiten als je je achter een pop kan verstoppen.’
Wil jij ook samenwerken met een theatermaker in jouw klas? Dat kan!
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Ontdek de kunstenaars en cultuureducatieve organisaties op Cultuurkuur. Of kies je eigen partner in je schoolbuurt.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- Naar een voorstelling van theater FroeFroe gaan kijken/voorbeelden van soorten poppentheater bestuderen.
verbeelden
- Een typetje of een personage creëren met een opvallende karaktertrek/ improviseren wat er kan gebeuren op die locatie? Wat doet je personage daar?
conceptualiseren
- Wat is een handpop, wat is poppentheater?
analyseren
- Versta je elkaar wel? Is het interessant voor je publiek als je er met je rug naartoe staat?
Dragers
lichaam
- Houding op het podium, met je hand de pop laten ‘spreken’.
voorwerpen
- Schuimrubber en andere accessoires voor de voorstelling.
taal
- Passende muziek, geïmproviseerde tekst.
Grafische tekens
- Toegangsticketjes maken, ontwerpschetsen.