Lezen met leesdoelen!
Lees je een boek op dezelfde manier als de krant? Waarschijnlijk niet. De manier waarop we een tekst lezen, hangt af van onze bedoelingen met de tekst, ons leesdoel.
Je kan dus één tekst op verschillende manieren lezen. Zoals je in een game een strategie gebruikt om de vijand te verslaan, zo gebruik je ook een strategie om de inhoud van een tekst te weten te komen. Bepaal dus altijd eerst je doel en kies daarna één van de volgende strategieën:
1. Oriënterend lezen
Doel
- Je gaat na wat voor een soort tekst je in handen hebt.
- Je wil snel vaststellen of een tekst bruikbaar is of beslissen of je wilt verder lezen.
Strategie
- Lees de titel, de tussentitel, de inleiding en eventueel het slot (tekst) of de achterflap (boek).
- Bekijk de illustraties.
- Lees globaal de inhoudstafel.
- Bepaal de volgende zaken:
- onderwerp
- structuur
- tekstsoort
- tekstdoel
- bron/auteur
- doelpubliek
2. Globaal lezen
Doel
- Je wil meer te weten komen over het onderwerp, de hoofdgedachte en de inhoud van de tekst.
Strategie
- ELZA-lezen: Lees de Eerste en/of Laatste Zin(nen) van elke Alinea.
- Bepaal voor iedere alinea de deelgedachte.
3. Intensief lezen
Doel
- Je wil de inhoud van een tekst volledig begrijpen.
- Je wil de hoofdzaken en de bijzaken uit de tekst kunnen halen en de verbanden tussen alinea’s begrijpen.
Strategie
- Bekijk eerst de opmaak van de tekst (zoals bij globaal lezen).
- Lees de volledige tekst heel grondig en aandachtig.
Bepaal voor iedere alinea de deelgedachte: bepaal de sleutelwoorden.
- Onderscheid hoofd- en bijzaken van elkaar.
- Zoek de signaalwoorden en de verbanden tussen de alinea’s.
- Zorg ervoor dat je alles goed begrijpt. Zoek de betekenis van moeilijke woorden op die je nodig hebt om de tekst te begrijpen.
4. Zoekend lezen (scannen)
Doel
- Je leest de tekst om een antwoord op je vragen of specifieke informatie te vinden.
Strategie
- Dwaal met je ogen over de tekst op zoek naar de info die je zoekt: zoek sleutelwoorden.
- Let op opvallende lay-out (cursief, vet, opsomming ...).
- Lees nauwkeurig dat gedeelte van de tekst dat de informatie bevat die je zoekt.
5. Studerend lezen
Doel
Je wil informatie onthouden (bijvoorbeeld voor een toets).
Strategie
- Lees de tekst oriënterend, globaal en intensief.
- Leg verbanden met wat je al kent of weet. Zo onthoud je de informatie beter.
- Maak schema’s en/of samenvattingen en gebruik daarbij sleutel- en signaalwoorden.
- Controleer jezelf:
- Stel overhoorvragen.
- Leg de leerstof aan iemand anders uit.
- Vat hoofd- en bijzaken luidop samen.
6. Kritisch lezen
Doel
- Je vormt over de tekst je eigen oordeel. Je wil een eigen mening geven.
Strategie
- Maak een onderscheid tussen feiten en meningen.
- Onderzoek de betrouwbaarheid van de tekst:
- Is de schrijver een deskundige?
- Wat is de kwaliteit van de bron?
- Hoe (on)partijdig is de auteur of het medium?
- Is de schrijver betrokken bij het onderwerp?
- Worden beide kanten van het verhaal belicht (evenwicht tussen pro en contra, voordelen en nadelen)?
- Welke bronnen worden gebruikt?
- Zijn de bronnen nieuw of verouderd?
- Zijn de bronnen bekend of niet?
- Klopt alles wat in de tekst wordt vermeld?
7. Genietend lezen
Doel
- Je wil jezelf ontspannen en genieten.
Strategie
- Zoek een eigen plek op waar je rustig bent en je kunt afsluiten van de buitenwereld.
- Lees op je eigen tempo en zorg voor voldoende tijd.
- Ontspan en … laat je meeslepen met wat je leest.