Zelf een luisterverhaal schrijven? BUSO-leerlingen doen het en spreken het in
Zelf verhalen schrijven en ze vervolgens in een heuse opnamestudio inlezen én monteren, mét geluidseffecten en achtergrondmuziek. Cool, toch? De derdejaarsleerlingen van het Buso Sint-Jan Berchmansinstituut in Puurs deden het. ‘Het is hen wonderbaarlijk goed gelukt’, zegt fiere leraar Crea Johan Temmerman.
In een groot lokaal op school heeft kunstenaar Fernand Buyls van Op(Slag en Tijd) zijn mobiele opnamestudio geïnstalleerd. De leerlingen hebben die ochtend al een introductie in de wondere wereld van het geluid en de geluidsmontage gekregen. ‘De meesten hadden zoiets nog nooit gezien. Ze vonden het fascinerend om het opgenomen geluid ook echt op een scherm te kunnen zien, en te ontdekken hoe je geluidsfragmenten kunt knippen en plakken’, zegt Johan Temmerman. ‘En daarna was het hun beurt om – net zoals hun grote idolen – zelf in de studio te gaan staan en hun eigen verhalen op te nemen.’ Julie en Chelsea zien het helemaal zitten, maar hebben toch wat moeite om hun zenuwen helemaal onder controle te houden. ‘Sta zo dicht mogelijk bij de microfoon als je spreekt, maar beeld je tegelijk in dat er in de verste hoek van het lokaal ook iemand staat die je verhaal duidelijk moet kunnen horen’, adviseert Fernand.
Over de drempel
Het verhaal van het duo heet ‘Twee dikke vrienden’. Om het te schrijven inspireerden ze zich op een kunstwerk met twee kabouters erop. ‘We hebben samengewerkt met Barbara Van den Eynde van Creatief Schrijven’, legt Johan uit. ‘Ze had allerlei prenten bij zich van kunstwerken uit het MAS. Alleen of met zijn tweeën mochten de leerlingen er daar eentje uitkiezen die hen aansprak.’ Barbara begeleidde het schrijven. Wat zie je? Waar doet het je aan denken? Wat denk je dat er gebeurt? Voel of ruik je er iets bij? De leerlingen gingen aan de slag. Johan Temmerman: ‘We wilden dit jaar graag rond taal werken. Voor onze leerlingen is dat niet evident: sommigen onder hen komen uit taalarme milieus of lezen helemaal niet zo vlot. Zelf een verhaal schrijven en dat dan voorlezen voor een opname is dus een enorme drempel.’ Toch waren de meeste leerlingen meteen enthousiast. ‘We weten intussen ook wel dat we zulke projecten via een omweg moeten aanprijzen. De titel van een project is daarbij belangrijk. Living Stories … wat zijn dat? En opnemen? Zoals de muzikanten die ze bewonderen dat doen? Dat wekt de nieuwsgierigheid. Het klinkt veel cooler dan schrijven en voorlezen’, lacht hij.
Leuk
Barbara las de eerste versies van de verhalen en schreef er vooral vragen bij. Hoe zien de kabouters eruit? Wat zegden ze tegen elkaar? Waarom zijn ze zulke goede vrienden? Wat gebeurt er dan? In enkele sessies tijd bereikten alle leerlingen een afgewerkt verhaal. ‘Er zitten dialogen tussen, dromen, absurde verhalen … de resultaten zijn erg uiteenlopend, maar ook heel leuk. Dat hadden de meeste leerlingen zelf nooit verwacht.’
In twee takes staat het verhaal van Julie en Chelsea erop. ‘Hadden wij ook geen achtergrondmuziek gekozen?’ vraagt een van hen. Fernand klikt op het mapje met geluiden die de meisjes hebben uitgezocht. Ze kiezen een rustig achtergronddeuntje met piano. ‘Dat past het mooist met die vogelgeluiden die erin zitten’, vinden ze. Vervolgens komen er nog geluiden van voetstappen bij. Iemand schenkt thee in. Een van de kabouters snurkt luid. ‘Die geluiden hebben ze allemaal zelf mogen zoeken op internet’, vertelt Johan. Julie en Chelsea zijn tevreden met hun resultaat. Ze maken plaats voor het volgende team.
Blijven bestaan
‘We hebben hier op school al een kleine reeks dynamoPROJECTEN gedaan’, legt Johan uit terwijl we van de studio naar zijn lokaal lopen. ‘We houden vooral van projecten die op de een of andere manier kunnen blijven bestaan, achteraf.’ Onderweg wijst hij her en der een resultaat van een vroeger project aan. In de hal staat een installatie bevolkt met miniatuurleerlingen: elke deelnemende leerling kreeg zijn eigen figuurtje, geprint in 3D. ‘Wie de leerlingen kent, weet zo om wie het gaat’, zegt Johan. ‘Als een leerling vertrekt of afstudeert, krijgt hij of zij het eigen figuurtje mee. Maar zolang blijft de installatie staan.’ Onder een hoog afdak hangen allerlei lampionnen. Johan steekt de stekker in en alle lampionnen gaan branden. ‘Geregeld maken we nieuwe lampionnen, met andere klasgroepen. Dan vullen we ze aan of vervangen we er al eens eentje.’ In een gang staat een wand met beschilderde koelkasten. ‘Toen deden we iets rond afvalmateriaal. De koelkasten bewerkten we met graffiti. Nu doen ze dienst als kasten voor creatief materiaal.’ Uit een ander project ontstond een djembégroep die het zelfs schopte tot festivals en een voorprogramma in het Sportpaleis.
Eigenwaarde
‘Zonder dynamoPROJECT zouden we nooit zulke projecten kunnen doen. Zeker niet bij ons op school. We hebben leerlingen voor wie een kost van 5 euro met een afbetalingsplan gepaard moet gaan. We vragen onze ouders dan ook niet zomaar om een of andere interessante workshop te betalen. Dat lukt gewoon niet’, zegt Johan. ‘En juist voor onze mannen vind ik zulke activiteiten ontzettend belangrijk. Ze zijn 15-16 jaar. De meesten zitten niet in een jeugdbeweging, ze gaan niet naar een kunsteducatieve organisatie of sportclub – een voetballer hier en daar is al een grote uitzondering. Maar als we een project doen met hen, dan staan ze ook eens in de kijker en krijgen ze ook eens applaus voor iets wat ze doen of maken. Ze worden al genoeg gewezen op dingen die ze niet goed kunnen of verkeerd hebben gedaan. Hun eigenwaarde opkrikken is volgens mij één van de belangrijkste taken die we op onze school hebben.’ Een bijkomend voordeel van een project, vindt Johan, is dat leerlingen leren samenwerken en naar elkaar leren luisteren. ‘Ter voorbereiding van de opnames hebben we hen de teksten laten voorlezen aan elkaar. Mijn collega, die ook logopediste is, gaf hen daarbij tips, maar we lieten het ook wat van henzelf komen: wat hadden ze minder goed verstaan, waar vonden ze zelf dat hun klasgenoot een extra pauze moest inlassen of iets een tikje anders uitspreken?’
‘Wie gaat de titel zeggen?’ vraagt Johan aan het inmiddels aangerukte team. Brent en Mehmet kijken elkaar aan en hakken de knoop door. Het absurd-grappige Het winkelkarretje wordt ingeblikt. ‘Als alle verhalen opgenomen en gemonteerd zijn, branden we ze op cd’, legt Johan uit. ‘We maken er een boek bij waarin alle verhalen komen. En van dat pakket krijgt elke leerling een exemplaar. We zullen de boeken-met-cd ook aan de basisafdelingen van onze scholengroep aanbieden. Ze kunnen er vast iets mee doen in de klas. En zo zijn er alweer een hele hoop leerlingen die ook iets aan ons project kunnen hebben.’
Tips van Johan
- Wees flexibel. Als een van onze collega’s met een projectvoorstel komt, zijn er altijd andere die meteen mee op de kar springen. We steken samen dingen in elkaar, helpen elkaar met begeleiden of nemen al eens een klasgroep over als een collega met een activiteit bezig is.
- Bedenk gewoon een leuk, creatief project dat bij je leerlingen past en realiseerbaar acht. Laat je niet afschrikken door het papierwerk. Als je vragen hebt, pak dan de telefoon en bel even naar dynamo. Zij kunnen je altijd adviseren.