Mediawijsheid | Zo onderscheid je feiten van fictie met behulp van Palestijnse en Israëlische handboeken
We hebben de mond vol van mediawijsheid. Maar hoe breng je jongeren zoiets bij? Met behulp van het Israëlisch-Palestijns conflict.
Wat leren Palestijnse en Israëlische leerlingen in hun lessen geschiedenis over 1948? Dat is het jaar waarin de Joodse leiders onder aanvoering van David Ben Goerion de onafhankelijke staat Israël uitriepen.
Twee Antwerpse scholen - het Xaveriuscollege in Borgerhout en het GO! Atheneum Antwerpen - legden de hoofdstukken daarover uit een Palestijns en een Israëlisch geschiedenishandboek naast elkaar. Het voorbije schooljaar gingen ze met hun leerlingen uit het zesde middelbaar in gesprek over de verschillen. Geen wetenschappelijk onderzoek, wel een scherpe oefening in het begrijpen van geschiedschrijving.
Leren om feiten van fictie te scheiden
'We hebben onder onze leerlingen ruim vijftig nationaliteiten op het Atheneum', zegt Stefanie Van Brussel, geschiedenisleerkracht. 'Onderwerpen zoals de Armeense genocide en het Israëlisch-Palestijns conflict liggen bij een aantal jongeren heel gevoelig, maar dat mag geen reden zijn om ze uit de weg te gaan. Als leerkracht verwacht ik niet dat jongeren hun opvattingen loslaten, wel dat ze leren om feiten van fictie te scheiden, om te luisteren en te argumenteren.'
'Informeer je grondig voor je oordeelt, dat is wat we de leerlingen willen meegeven', zegt Frank Saenen, leerkracht geschiedenis en cultuurwetenschappen aan het Xaveriuscollege.
Voelsprieten ontwikkelen
Lesgeven in en over een mijnenveld: het is geen evidentie. 'Handboeken hebben in principe de schijn van objectiviteit mee', zegt Frank. 'Maar als in een handboek over 'zionistische bendes' wordt gesproken, is dat geen neutraal taalgebruik. Jongeren schrokken daar wel van. 'Mogen we nu ook al geen handboeken vertrouwen?', vroegen ze. Maar het laatste wat we willen, is hun wantrouwen voeden. Ze moeten net voelsprieten ontwikkelen: wanneer is informatie gekleurd? Wat is je bron? Komen alle betrokken partijen aan het woord?
'Het voorbije schooljaar spraken leerlingen met deskundigen, ze bekeken films, lazen boeken, gingen met elkaar in gesprek. Je zag hen twijfelen, maar in de nuance ook zelfverzekerder worden. Dat is mediawijsheid.'
Een van de deskundigen die in de klas kwamen spreken, was Helge Daniëls (KU Leuven). Zij stond in voor de vertaling uit het Arabisch. 'Beide handboeken zijn interessant omdat ze geen extreme standpunten verkondigen, maar wel de mening van beide staten vertegenwoordigen', zegt Helge. 'Dat is heel subtiel: in het Palestijnse handboek wordt bijna nooit naar 'Israëli' verwezen, wel naar 'zionisten'. Kijk je naar het Israëlische handboek, dan valt de term 'Palestijnen' weinig, maar wel vaak de term 'Arabieren'. Die keuze kan iets vertellen over de visie op wat in 1948 gebeurd is.'
Evengoed zijn er verschillen op zinsniveau: wanneer is een zin actief of passief? 'De zin 'de politie sloeg de betoging uiteen' legt meer nadruk op de rol van de politie dan de zin 'de betoging werd uiteengeslagen'.'
Bewustwording tussen de regels door
Helge Daniëls: 'Het is belangrijk om jongeren uit te leggen dat de ideologische inbedding van geschiedschrijving niet per definitie negatief hoeft te zijn. Het gaat vaak om onbewuste processen waarbij ideologie staat voor datgene wat binnen een samenleving of groep als zo vanzelfsprekend wordt ervaren dat het nog zelden bevraagd wordt. Het wordt tussen de regels door meegegeven aan een mainstream publiek. Dat is niet juist of fout, het is begrijpelijk en het is aan ons om ons daar bewust van te zijn.'
Verdiepen
Dit traject bouwt verder op een project dat Frank Saenen enkele jaren eerder in zijn klas uitvoerde. Bekijk de reportage over hoe hij toen met zijn leerlingen een (Vlaams) handboek geschiedenis met een Marokkaans geschiedenishandboek vergeleek.