Play-MOBIL
Wetenschap en techniek spelenderwijs leren? Het kan! Onder begeleiding van studenten interieur en vormgeving van Thomas More bouwden leerlingen van de eerste graad van het Berthoutinstituut - Klein Seminarie met restmateriaal een kunstwerk dat als een domino aan elkaar werd gezet. Bij elke installatie zette een bewegend element het volgende in gang, zodat alles samen een Play-MOBIL vormde.
Wetenschap hoeft niet altijd een saai vak te zijn dat enkel uit een handboek wordt gegeven. Geïnspireerd door de film Der Lauf der Dinge gingen de 173 leerlingen van het tweede jaar latijn en moderne wetenschappen aan het werk om een mobiel te maken. Op drie namiddagen bouwden ze in groepjes een mobiele installatie voor de hele speelplaats. Een aantal studenten interieur en vormgeving van Thomas More Mechelen stonden hen bij.
De Play-MOBIL als domino
Het idee voor het project kwam van de hogeschool en de ouderraad. De leerlingen keken om inspiratie op te doen naar Der Lauf der Dinge, een film waarin de kunstenaars Peter Fischli en David Weiss een mobiele installatie tonen. Met deze inspiratie gingen de leerlingen aan de slag om hun eigen installatie te maken die ze de naam Play-MOBIL gaven. De leerlingen stonden zelf in voor het idee en de uitwerking.
De Play-MOBIL heeft niets te maken met het gelijknamige speelgoed, maar alles met wetenschap en techniek. De Play-MOBIL werkt als een domino die bij de start in gang wordt gezet en via een voortdurende beweging van installaties leidt tot een apotheose met vuurwerk. Elk groepje van leerlingen bouwde zijn installatie, die telkens zowat 3 meter parcours inhield. Samen moesten de leerlingen ervoor zorgen dat hun installatie naadloos aansloot op die van de vorige en de volgend groep om het gewenste domino-effect te bekomen. Zo ontstond over heel de speelplaats een ketting van verschillende installaties na elkaar.
3, 2, 1… Actie!
De mobiel vertrok vanuit het torentje van de school, met een popje dat als van een deathride naar beneden kwam en de installatie in gang zette. Daarin werden hefbomen, water, skateboards, vuur, ballen, speelgoedautootjes en nog veel meer verwerkt. ‘We hebben gewerkt met alles wat kan worden gebruikt in fysische wetten’, vertelt directeur Jurgen Moons.
De demonstratie vond plaats tijdens de Wetenschapsweek. ‘We wilden wetenschap tastbaar maken en dichter bij de leerlingen brengen’, zegt Jurgen nog. ‘Tegelijk leerden ze klasoverschrijdend aan een project werken. Ook werkten we enkel met restmateriaal, meegebracht door de leerlingen. Zo wilden we als school tegelijk het milieubewustzijn aanscherpen.’
Tips van Jurgen
- Maak wetenschap en techniek zo concreet mogelijk. Werk in de klas rond hefbomen en slingerbewegingen. Leg uit hoe dat werkt en laat het bij voorkeur ook zien. Zorg ervoor dat je bij de start van het project dit aanbiedt in je lessen (gelijktijdig én geïntegreerd werken).
- Werk samen met een hogeschool. De studenten zorgen voor inhoudelijke inbreng, maar begeleiden tegelijk ook het groepsproces.
- Denk na over de groepsverdeling bij een groot project. Je kan de leerlingen zelf de keuze laten maken, het aan het toeval overlaten door hen willekeurig gekleurde kaartjes te geven of je kan een vastgelegde groepsverdeling uitwerken. Vraag je af wat best werkt bij je publiek.
- Denk vooraf na over de gevolgen voor de schoolorganisatie bij een groot project. Zijn er genoeg grote ruimtes beschikbaar (lokalen, speelplaats ...)? Welke organisatorische beslommeringen zijn er voor de andere leerlingengroepen (veranderingen van leslokalen, aanpassing speeltijden ...)? …
- Stimuleer het milieubewustzijn van leerlingen. Het restmateriaal moet na afloop van het project opnieuw worden afgevoerd. Trek daar tijd voor uit. Laat de leerlingen bewust nadenken over sorteren en afvalverwerking.