In Transit
Basisschool De Wegel in Eeklo zat met een ei. De leerlingen wilden optreden. Met toneel. Met dans. Met iets. De ideeën kwamen echter niet van de grond. Daarom riep de school de steun in van Cacao Bleu. Samen kwamen ze tot een totaalproject met een voorstelling hedendaagse dans als resultaat.
Anne-Lore Baeckeland van Cacao Bleu begeleidde de 6de-jaarsleerlingen van De Wegel gedurende heel het proces. Wat bij de kinderen leefde stond voorop. Leraar Dirk Van Acker vertelt: ‘De meisjes waren meteen dolenthousiast, maar de jongens reageerden verschrikt: ‘Meester, we gaan toch niet dansen? Dat is beschamend!’ Gelukkig verdwenen de vooroordelen snel toen Anne-Lore effectief met hen aan de slag ging.’
Samenwerken in dans en beweging
In een eerste sessie maakte Anne-Lore duidelijk wat het thema In Transit betekende: een soort overgangsperiode waarvan je er in je leven veel tegenkomt. De puberteit is er zo één: een overgangsperiode tussen kind en volwassene. Aan de hand van kleine opdrachten bracht ze een creatief denkproces op gang waarbij de kinderen problemen vanuit verschillende hoeken leerden bekijken en aanpakken. Niets van de bijeenkomst was voorgekauwd, de kinderen bedachten alles zelf.
Anne-Lore maakte gebruik van diverse muziek en daagde de leerlingen uit om te dansen vanuit verschillende lichaamsdelen. Er was ook veel aandacht voor samenwerkingsopdrachten. Bijvoorbeeld één leerling start met bewegen, de partner staat stil en observeert. Wanneer de eerste danser stilstaat, moet de tweede danser meteen verder bewegen, maar in het bewegingspatroon van de vorige. Op die manier leren de leerlingen anders bewegen en spreken ze een ander vocabularium aan.
Zodra de jongens tijdens de oefensessies inzagen dat ze geen danspasjes hoefden in te studeren, was hun geestdrift op peil. En de meisjes – van wie er verscheidene op dansles zaten – waren verrast over de nieuwe aanpak. ‘Alles vertrok vanuit oefeningen rond beweging: stel dat je hoofd je bewegingen stuurt, hoe beweeg je dan? Wat als je maar één arm mag gebruiken?’ Ook leerden ze voortbouwen op de beweging van een medeleerling en kozen ze uit al die bewegingen telkens kleine stukjes, die ze aan elkaar linkten. Op die manier zetten ze op enkele weken tijd hun voorstelling in elkaar.
‘Ik stond er versteld van hoe snel de leerlingen dat creatieve denk- en doeproces onder de knie hadden.’
Een voorstelling als nieuwe inspiratiebron
In Cultuurcentrum De Herbakker kwamen alle elementen samen: dans, projecties op de vloer en de achterwand, kostuums … Het resultaat mocht er zijn. ‘Doordat we voor begeleiding zorgden, hebben de leerkrachten een nieuwe inspiratiebron kunnen aanboren waar iedereen nu op kan voortbouwen. Tegelijk sloot alles prima aan bij de eindtermen voor muzische vorming. Het project begon vanuit een vraagteken, want niemand had zoiets ooit al gedaan, maar uiteindelijk heeft iedereen er een goed gevoel aan overgehouden.’
Tips van Dirk
- Durf in te zetten op dans en beweging. Dit medium was heel onbekend maar onbekend is onbemind. Een externe heeft geholpen om ons hierin de eerste stappen te laten zetten waardoor ieders goesting werd geprikkeld hier verder mee te experimenteren.
- Betrek de leerlingen maximaal. Er was (vooral bij de jongens) sprake van vooroordelen ten opzichte van dansen. Dit verdween van zodra ze inzagen dat ze zelf effectief iets konden inbrengen. Het stimuleerde niet alleen hun eigen motivatie maar ook hun eigen creativiteit.
- Wanneer je de hulp inroept van een organisatie, zorg er dan voor dat het leerkrachtenteam voldoende inbreng heeft. Ieder met zijn eigen kwaliteiten kan zijn steentje bijdragen aan het project. Op die vullen de leraar en de kunstenaar elkaar aan en is er ruimte voor professionalisering.