René Magritte? Daar maken wij stop-motion mee!
De leerlingen van het tweede leerjaar van de Sint-Pieterscollege Basisschool werkten een project uit rond Magritte. In samenwerking met Mus-e Belgium creëerden ze surrealistische stop-motionfilmpjes met geluid.
In 2017 is het vijftig jaar geleden dat René Magritte, één van de grootste surrealisten uit de kunstgeschiedenis, overleed. Dat wordt op veel plaatsen herdacht en natuurlijk ook in Jette, waar Magritte het grootste deel van zijn leven woonde. Het thema Magritte stond al een tijdje op het programma van de Brede School in Jette. Coördinator Betty zocht naar formules waarbij de scholen iets konden opbouwen op hun eigen ritme en dat tegelijk de sociale cohesie binnen de gemeente versterkt.
Uiteindelijk werd het volledige schooljaar rond Magritte gewerkt. De cultuurbeleidscoördinator van de gemeente trok hierbij sterk aan de kar. Eind april konden alle deelnemende scholen hun creaties tonen in het Jeugdpark in Jette.
Muzische versterking voor digitale media
Voor het Sint-Pieterscollege zette Betty een samenwerking op poten met MUS-E. ‘De uiteenlopende disciplines in hun netwerk interesseerden me’, zegt ze. ‘Ze hebben veel ervaring met kunstenaars in de klas en kennen de valkuilen en de meerwaarde. Bovendien doen ze erg hun best om participatief te werken en te vertrekken vanuit de kinderen.’
‘In het Sint-Pieterscollege was er vooral nood aan versterking op het vlak van digitale media. Daar voelden de leerkrachten zich minder mee vertrouwd.’ Zo kwamen ze terecht bij kunstenares Sophie Vanhomwegen, die stop-motionfilmpjes maakte met de leerlingen.
Surrealistische verhalen
Sophie ging langs in alle klassen en begeleidde het tweede leerjaar in een langduriger traject van tien sessies.
‘Ik maak zelf surrealistische collages in mijn atelier, ook met video en geluid’, zegt ze. ‘De link met het Magritte-project was dus snel gelegd. Ik toonde eerst mijn eigen werk in de klassen. Zo kregen de kinderen een beeld van wat ze zouden maken en waren ze meteen geboeid. Ze knutselden in korte tijd een collage in elkaar. In het tweede leerjaar had ik meer tijd. Daar mochten de kinderen eerst foto’s nemen van dingen die hen boeiden. Dan maakten ze assemblages: met hun foto’s, beelden uit tijdschriften of zelf getekende figuren. Ze creëerden hun eigen personages.’
‘De klas telt vijfentwintig leerlingen die ik opdeelde in vijf groepjes. Samen zochten ze met hun verzamelde materiaal naar verhalen. We brachten hun collages in beweging met de stop-motiontechniek: een foto trekken, iets verplaatsen, opnieuw een foto trekken, enzovoort. Als je al die beelden achter elkaar zet, krijg je een soort levend schilderij. Ten slotte maakten ze geluiden bij de filmpjes. Monteren deed ik zelf, maar leerkrachten kunnen dat in principe ook met een eenvoudig gratis te downloaden videoprogramma.’
‘Het viel me op dat de samenwerking tussen de leerlingen eerst wat moeizamer verliep. Na een tijdje leerden ze om samen keuzes te maken en groeiden ze naar elkaar toe. Je moet hen daartoe de ruimte geven. Ik denk dat het daarom goed is dat dit traject langer duurde.’
Nieuwe dingen durven
Juf Patricia van het tweede leerjaar: ‘Sophie heeft dingen gedaan waaraan ik nooit alleen had durven beginnen. Ze liet de kinderen beseffen wat surrealisme is en zette hun talenten in de kijker. De leerlingen mochten veel eigen inbreng geven. Sophie legde bijvoorbeeld uit met welke techniek ze een achtergrond konden schilderen, maar de creatieve invulling kwam van hen zelf. Ze beleefden er plezier aan en waren zelf verwonderd over het eindresultaat.’
‘Ik hoop dat leerkrachten nu ook zelf dingen uitproberen die ze misschien niet hadden gedurfd of gedaan’, zegt Sophie nog. ‘Al is het maar iets kleins, zoals oliepastels gebruiken voor een intenser resultaat. Op het vlak van materialen heb je niet zoveel speciale dingen nodig voor een origineel resultaat. Zelf gebruikte ik vijf compacte fototoestellen, een statief voor de stop-motionfilms en een Zoom voor de geluidsopnames.’
Tips van Betty en juf Patricia
- Motiveer je leerlingen door zelf mee te doen met het project. Toon hen dat ze er niet alleen voor staan. Als leerkracht kun je niet alles verwachten van de kunstenaar: je moet zelf ook actief meewerken.
- Wees flexibel in je tijdsbesteding. Soms moet je nog iets klaar zetten of opruimen. Voorzie daarvoor wat extra tijd en maak duidelijke afspraken met de kunstenaar.
- Durf loslaten. Geef niet te veel richtlijnen en werk niet te resultaatgericht. Laat de kinderen de vrijheid om zich uit te drukken en om zelf ideeën te bedenken. Het resultaat is daaraan ondergeschikt.
- Laat je project over een langere termijn lopen. Zo heb je de ruimte om te experimenteren en opnieuw te proberen.
- Stimuleer de leerlingen op een positieve manier. Vaak vragen ze: ‘Is dit goed?’ Dan kun je dat omkeren door te zeggen dat ze het zelf goed moeten vinden. Zo geraken ze er ook, en houden ze er een goed gevoel aan over.