Stadszieners | Leerlingen uit 2 steden bedenken samen hoe hun stad van de toekomst er uit zal zien
2 klassen uit Brussel en Knokke dachten na over de toekomst van hun eigen buurt. Een intensief onderzoek over bevolkingsgroei, migratie, maar ook klimaatsveranderingen of veranderende behoeften vormde het startpunt voor dit project. De leerlingen onderzochten zo de eigen en de andere omgeving: Waar vinden we gelijkenissen tussen Brussel en Knokke? Welke uitdagingen zullen anders zijn? ... Ze discussieerden, filosofeerden en zochten samen naar antwoorden. Als echte 'Stadszieners' goten ze hun verfrissende ideeën in een installatie waar architectuur, tekenkunst en animatiefilm de bouwstenen voor zijn.
Maaike Beuten van de Batterie vertelt: Gedurende 5 maanden werken we met 3 klasgroepen aan dit onderzoek dat een frisse en genuanceerde blik werpt op de leefomgeving en cultuur in twee verschillende steden, nu én in de toekomst. Het project wil alle betrokken partijen aanmoedigen om de eigen en andere cultuur en omgeving te bevragen en te onderzoeken, de blik op elkaar te verruimen en de banden aan te halen.
Door het project geven we de leerlingen uit Knokke inzicht in het leven en de cultuur in Brussel. Daardoor verlagen we ook de psychologische drempel voor de hoofdstad. Op hun beurt willen we ook de Brusselse leerlingen deze rijke ervaring aanbieden in Knokke.
Raakpunten en verschillen
De specifieke ligging en eigenheid van de scholen vormen voor ons een interessant uitgangspunt. De Matongéwijk ligt op een steenworp van het toeristische Brussel: Zavel, Koninklijk paleis, Kunst-wet en bij de Europese wijk. Brussel kent een zeer specifieke stadsontwikkeling met o.a. bevolkingsgroei en migratie als belangrijke factoren. Knokke ligt dan weer aan de zee, waardoor heel andere factoren een invloed zullen hebben op de stadsontwikkeling, daar kunnen verzanding en de stijging van de zeespiegel belangrijke factoren zijn. Waar liggen voor beide steden raakpunten en waar liggen de verschillen? Maar bovenal: Hoe zien kinderen en jongeren de toekomst van hun stad? Hoe maken zij van hun buurt een leefbare omgeving?
Onderzoek naar de eigen buurt
De jongeren van beide scholen worden aangezet om stil te staan bij de eigen buurt. Hoe ziet deze buurt eruit, hoe leven de bewoners er, op welke manier worden publieke ruimtes beleefd? Is er groen in de buurt, zijn er mobiliteitsproblemen? Leven mensen er samen of bestaat de buurt uit verschillende eilandjes? Een kaart van de buurt wordt aan een grondig onderzoek onderworpen. Hoe is de buurt opgebouwd? Waar liggen belangrijke assen, welke elementen drukken hun stempel op de buurt, waar vinden we open ruimtes, welke trajecten leggen de kinderen in hun buurt af?
Met de kunstenaars van de Batterie zetten we sterk in op het inhoudelijke luik en proberen om de inbreng van de leerlingen naar een hoger niveau te tillen. Door het stellen van de juiste vragen wordt het referentiekader niet langer gevormd door de voor de hand liggende, stereotiepe domeinen.
We trekken er op uit om de buurt te onderzoeken:
- Fotografie
Eerst bekeken we het werk van fotografen als Lucien Hervé, Erik Janssen, Rodchenko, Peter Pruydt en Eric Kim. Daarna gingen we zelf de buurt onderzoeken met standpunten, perspectieven, voorgrond & achtergrond en dynamiek & beweging.
- Audio
De leerlingen krijgen een zoom mee (audio-opname) en krijgen de taak om heel goed naar de geluiden van hun omgeving te luisteren. Ze nemen wijde geluiden (vb. het verkeer op een druk verkeerspunt) en dichte geluiden (vb. het sein voor blinden van een verkeerslicht) op.
- Tekenoefening
De leerlinten kinderen kiezen één plaats uit in hun buurt waar ze een speciale band mee hebben, waar ze vaak komen. Van deze plaats maken we een tekening in de stijl van het schetsboek van Chris Ware.
Rond een grote kaart van de buurt komen we opnieuw samen. We duiden de gekozen plaatsen aan, evalueren de fotografie en beluisteren de audio-opnames. We analyseren de bestaande toestand van hun eigen omgeving. We bespreken hun bevindingen en proberen deze in kaart te brengen: Is het stukje wijk eerder toeristisch, of een woonwijk, is het een werkomgeving? Welk karakter heeft de buurt (volks, trendy, chique, zakelijk) Is er groen aanwezig, is er ruimte voor ontspanning? Is er een belangrijk gebouw in de buurt, een commercieel centrum? Hoe verloopt het verkeer in deze buurt, zijn er belangrijke assen die kinderen als grenzen ervaren? …
Stedelijke ontwikkeling
De volgende fase in het project luiden we in met een filmpje over de ontwikkeling van New York. We bespreken met de leerlingen wat ze zien veranderen door de eeuwen heen. We bekijken met hen de stedelijke functies en welke factoren de ontwikkeling van een stad kunnen beïnvloeden. Tastbaar voorbeeld uit het filmpje: de stad die ontstaat aan de rivier, die is van essentieel belang.
We bespreken van waaruit een stad kan groeien en we bekijken de grondplannen van verschillende steden die telkens totaal verschillend zijn. Open ruimtes, assen, trajecten en concentraties worden gezocht en aangeduid. We kijken niet alleen naar traditionele vormen van stadsontwikkeling, maar prikkelen ook de fantasie van de leerlingen door te kijken naar het werk van de Brusselse striptekenaar François Schuiten en visionair architect of utopisch denker, Luc Schuiten, die de stad van de toekomst vorm geeft.
Daarna bevragen we de eigen omgeving en onderzoeken we de toekomst voor deze buurt. In hoeverre zullen stedelijke, ecologische en demografische ontwikkelingen onze stedelijke context veranderen? Voor beide steden liggen de uitdagingen waarschijnlijk op verschillende, maar soms ook op gelijklopende domeinen. Met dit alles gaan we aan de slag: de leerlingen kiezen een plaats in de buurt die voor hen belangrijk is en duiden die aan op de grote kaart. Deze aanduiding wordt aangevuld met de foto's en schetsjes (verkleind afgedrukt) die de leerlingen maakten in hun buurtonderzoek. We brainstormen vervolgens over de toekomst van de buurt en nemen hierin de functies van een stad mee: wonen, werken, ontspanning, mobiliteit en vorming.
‘Het is belangrijk in deze fase tijd en ruimte te geven aan vragen die rijzen over onze samenleving. Omdat de leerlingen onze samenleving in vraag stellen, kunnen hier mooie en filosofische gesprekken ontstaan.‘
Bij ons vertrok de discussie uit de vaststelling dat bepaalde wijken in de buurt toebehoren aan verschillende sociale klassen. De leerlingen discussieerden over in hoeverre wij mensen vanuit zeer diverse hoeken kunnen samenbrengen in woonvormen waarbij een mix van mensen aan de orde is. En hoe komt het dat nog steeds een opsplitsing gebeurt tussen oud/jong, welstellend/arm, autochtoon/nieuwkomer ... en zal dit in de toekomst blijven bestaan? We splitsen ons op in kleine groepjes om onze standpunten en toekomstvisie voor te bereiden. De groepjes stellen nadien hun ideeën voor de toekomst voor aan de hele groep.
De leerlingen kiezen elk (of per 2) een plek in de buurt waar ze voor het verdere traject mee aan de slag gaan. Het maakt het voor hen een stuk concreter om vanuit deze plek de toekomstvisie uit te werken. Ze bekijken de inplanting van hun plek in de buurt en wat er eventueel moet of kan veranderen.
Introductie-ateliers
Er worden 2 introductie-ateliers van één halve dag gepland:
- Animatiefilm: Een professioneel animatiekunstenaar introduceert de knepen van het vak en experimenteert met de kinderen bij het maken van een korte animatie.
- Architectuur: Een architect leert de leerlingen maquettes maken. We experimenteren met het ruimtelijk vorm geven en het werken met het specifieke maquettemateriaal.
Omdat beide disciplines zeer tijdrovend zijn, kiezen de leerlingen één discipline. Door de introductie-ateliers kunnen ze nu heel bewust een keuze maken hoe zij hun plek zullen vormgeven.
Een traject van 5 verdiepende ateliers
- Architectuur
Na heel wat inspiratie van architecturale ingrepen en visies, gaan de leerlingen aan het ontwerpen vanuit hun gekozen plaats. Ze maken een schets hoe deze plek kan evolueren. Als de toekomstvisie voor de stad bijvoorbeeld groener is, hoe neem je deze keuze dan ook mee in de ontwikkeling voor jouw plek? Met de schets als werkdocument gaan ze bij de volgende ateliers aan de slag bij de uitvoering van hun ontwerp. De begeleider gaat met hen in constante dialoog en is waakzaam in hoeverre de kinderen de vooropgestelde ideeën voor de stad meenemen in hun ontwerp.
- Animatiefilm
De leerlingen maken een zeer duidelijk en gedetailleerde tekening van de gekozen plaats. Deze dient als basis voor hun animatiefilm. Om de eenheid van de verschillende filmpjes te bewaren gaan we aan de slag met een afbeelding van Google Maps. Proefondervindelijk leren ze hoe hun tekening een film wordt. Stop-motion technieken worden aangereikt (tekenanimatie, leganimatie ...). De plek in zijn huidige situatie wordt tot leven gebracht via een kleine gebeurtenis. (vb. een meeuw die voorbij vliegt). Hierna animeren ze de toekomst. In dit deel maken ze ook gebruik van kleur. Zo is het contrast tussen het heden en de toekomst goed voelbaar in de filmpjes.
Alles wordt samengebracht tot één geheel
De verschillende realisaties worden samengebracht op een zéér groot grondplan. We bespreken welke belangrijke veranderingen de stad nog zullen vervolledigen: Hoe worden onze nieuwe plekken met elkaar verbonden? Verandert de mobiliteit in deze stad? Wat met de publieke ruimte, waar planten we het groen, het water …? Zo wordt de maquette verder uitgewerkt. De aanduiding van de reële stad maken we met grote blokken die de leerlingen snijden. Het geeft de toeschouwer de kans de buurt te herkennen en de veranderingen in te schatten. De animatiefilms worden ingeplant in de maquette. We snijden voor de iPads hoesjes in het maquettekarton zodat ze naadloos overgaan in de maquette. De schermpjes die de evolutie weergeven fungeren als billboards in het stadsbeeld.
Foto’s, postkaartjes en een blog zorgen voor verbinding
De communicatie tussen de groepen is een essentieel onderdeel van het project.
- Zo wordt reeds bij de eerste ateliers een groepsfoto genomen die ze opsturen naar de andere groep waardoor ze een beeld krijgen van elkaar.
- Na enkele weken worden ook postkaartjes naar elkaar verstuurd. Hierop stellen de leerlingen vragen aan elkaar over hun stad of buurt. Zo wakkeren we de nieuwsgierigheid naar de andere groep aan.
- Omdat de afstand tussen beide groepen vrij groot is, maken we een blog om elkaar te updaten over onze vorderingen en ontdekkingen. Het levert een grote nieuwsgierigheid op en zorgt voor een artistieke bestuiving. Het zorgt er ook voor dat de leerlingen thuis aan familie en vrienden over het traject vertellen.
De ontmoeting
De groepen gaan bij elkaar op bezoek en iedere klas ontvangt de andere groep op zijn persoonlijke manier.
Zo kwam de school van Brussel eerst naar Knokke. De leerlingen werden er in 3 groepen gemixed en deden verschillende activiteiten waarbij het thema stadsontwikkeling op een zeer ontspannende manier aangebracht werd:
- De leerlingen ontdekten met gocarts de kustlijn en bogen in de duinen van het natuurreservaat het Zwin zich over enkele slogans die hun beeld voor de stad van de toekomst weergeven.
- Met schildersezels onder de arm maakten de leerlingen een schilderij van de omgeving in Knokke.
- Met audio-en filmapparatuur trokken de leerlingen onder leiding van een filmkunstenaar de omgeving in. Ze werden getriggerd om de geluiden op te nemen die we zouden gebruiken bij de montage van de animatiefilms.
Enkele weken later werden ook de kinderen uit Knokke gastvrij ontvangen in Brussel. Ook hier stond het verkennen van de andere stad en de stadsontwikkeling centraal:
- De leerlingen trokken in kleine groepjes de buurt in met de opdracht ook de mensen in deze buurt mee te nemen in hun onderzoek: Wat zijn de wensen van deze mensen voor de toekomst van hun buurt? Dit onderzoek legden ze vast met foto en audio.
- Een andere groep verwerkte ondertussen de slogans (die ontstonden in de eerste uitwisseling) in een typografisch atelier.
- In de namiddag werden banden gesmeed in de voorbereiding van een flashmob die we samen op het Fernand Coq-plein uitvoerden.
De fysieke uitwisseling is cruciaal in dit project. De leerlingen leren elkaar en elkaars stad kennen. Rondgeleid worden in een vreemde stad door de bewoners zelf heeft altijd een meerwaarde. Omdat ze beiden werken aan een gemeenschappelijk artistiek product ligt de nadruk niet zozeer op het verschil, maar op het gemeenschappelijk doel.
De expo
Op verschillende plaatsen sloot de expo het project feestelijk af. De maquette groeide uit tot een verfrissende installatie van 30 m² en gaf de bezoeker een mooie kijk op de visie van leerlingen op de toekomst van hun omgeving. Deze visie werd verrijkt met het in beeld brengen van de wensen van de buurtbewoners voor hun eigen stad en een loop met foto’s van het hele proces illustreerde voor de bezoeker de verschillende stappen in dit boeiende traject. Ook de tekeningen van de animaties en de eerste voorzichtige schrijfsels naar elkaar vulden de expo aan.
Zie jij zo'n project ook zitten bij jou op school? Dat kan!
- Neem contact op met de Batterie en ontdek andere creatieve projecten van hen met scholen.
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.