Swipen door Poëziestagram. Paul Demets over de Poëziesterren secundair onderwijs
Paul Demets (1966) is dichter en poëzierecensent, lector en onderwijsdidacticus. Zijn gedicht ‘Prikkels’ werd door leerlingen van de tweede graad uitverkoren voor de Poëziester 2021. Het gedicht werd gepubliceerd in de bundel 'De aangelanden' (2020), die voortkwam uit zijn aanstelling als plattelandsdichter van de Provincie Oost-Vlaanderen tussen 2016 en 2019.
Paul Demets (1966) is dichter en poëzierecensent, lector en onderwijsdidacticus. Zijn gedicht ‘Prikkels’ werd door leerlingen van de tweede graad uitverkoren voor de Poëziester 2021. Het gedicht werd gepubliceerd in de bundel De aangelanden (2020), die voortkwam uit zijn aanstelling als plattelandsdichter van de Provincie Oost-Vlaanderen tussen 2016 en 2019.
ELEONORE MILBOU: Gefeliciteerd met je Poëziester!
PAUL DEMETS: Bedankt! Ik vind het heel bijzonder dat jongeren mijn gedicht hebben gekozen, juist omdat ik de Poëziesterren belangrijk vind. Er mag toch nog meer aandacht zijn voor jongeren wanner het over poëzie gaat. Ik geef intussen vijftien jaar les in het hoger onderwijs, zowel kunstonderwijs als vakdidactiek. Ik volg het dus op twee manieren: als dichter, maar ook als iemand die studenten wil helpen om meer met poëzie te werken in de klassen. Er valt een beetje een leemte in het midden van het secundair onderwijs. Veel jongeren zijn het kinderboek ontgroeid, maar zijn misschien nog niet helemaal toe aan volwassenenliteratuur. Zeker poëzie trekt vaak aan het kortste eind. Komen er toch gedichten aan bod, dan is dat vaak op een technische manier met nadruk op vormelijke en stilistische aspecten. Het verband tussen de dagelijkse, maatschappelijke realiteit en poëzie komt veel minder ter sprake. Ik hoop dat dat wat meer kan gebeuren en dat mijn gedicht daar een kleine bijdrage aan kan leveren.
'Ik hoop dat mijn gedicht, en poëzie in het algemeen, een contactpunt kan zijn om op terug te vallen'
EM: Waarom denk je dat ‘Prikkels’ weerklank vindt bij tieners?
PD: : Het is zeker een gedicht dat bij hun leefwereld past. Ze kennen dat gevoel van overprikkeld te zijn en die nood om de rust en de natuur op te zoeken. Jongeren zijn zich daar duidelijk meer bewust van dan enkele jaren geleden, en gelukkig maar. Enerzijds heeft de lastige periode van de lockdown ons allemaal gedwongen wat meer op onszelf terug te plooien, en ons tegelijk meer naar buiten gebracht. We hebben onze omgeving en de natuur herontdekt als een plek die rust kan bieden. Anderzijds zijn jongeren intensief bezig met de zoektocht naar wie ze zijn, wat hun plaats is in de wereld. Die dingen zitten in mijn gedicht.
EM: Bestaat er zoiets als jeugdpoëzie? Is die categorie nodig?
PD: Ik wil geen hokjes creëren van volwassenenpoëzie en jeugdpoëzie. Er is namelijk een soort leescompetentie of leeservaring bij jongeren die enorm uiteen kan lopen, zeker op die leeftijd. De ene zal zich nog geboeid voelen door jeugdpoëzie, de andere is helemaal klaar voor volwassenenliteratuur. We bewijzen hun geen dienst door daar strenge categorieën van te maken. Bovendien is die groep jongeren zo heterogeen dat de discussie eerder moet gaan over de thema’s die aan bod komen en hoe die verwoord zijn.