Taal is vrijheid en plezier. Babs Gons over de Poëziesterren voor secundair onderwijs
Babs Gons (1971) is een Nederlandse schrijver, performer en docent. Met haar gedicht ‘Precies goed’ schoot ze in de roos bij leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs. Het gedicht staat in de door haar samengestelde bundel 'HARDOP. Spoken word in Nederland' (2019), een bloemlezing van Nederlandse spoken word-poëzie, en werd opgenomen in haar bundel 'doe het toch maar' (2021).
ELEONORE MILBOU: Wat doet het met jou dat jongeren jouw gedicht ‘Precies goed’ als favoriet hebben uitgekozen?
BABS GONS: Een grotere eer kan ik me niet voorstellen. Tieners zijn zulke kritische mensen! Ik wist wel dat ‘Precies goed’ hen aanspreekt. Ik krijg er altijd veel respons op, volgens mij omdat het een gedicht is dat zegt ‘je bent net zo oké als iedereen’. Dat is een boodschap die je op die leeftijd niet genoeg kan horen. Het is zo’n leeftijd waarop je volop aan het veranderen bent, je zit net voor of in de puberteit. En dan word je op sociale media ook nog overal geconfronteerd met ideaalbeelden waaraan je nooit kan voldoen. Nee, tieners kunnen niet vaak genoeg horen dat je mag zijn zoals je bent. Ik kan me voorstellen dat dit gedicht geruststellend is.
'Laat jongeren eerst zelf schrijven of spreken voordat je ze bombardeert met gedichten van anderen.'
EM: Had je dit doelpubliek in gedachten toen je ‘Precies goed’ schreef?
BG: Nee, ‘Precies goed’ is zo’n dingetje dat ik ooit als een krabbel heb opgeschreven en dat een eigen leven is beginnen leiden. Ik werk wel vaker zo, in een vorm van free write waarbij ik neerschrijf wat er in me opkomt zonder te denken aan het eindresultaat. Dat komt vaak voort uit een soort van behoefte, je moet iets kwijt en je schrijft het neer. En dan denk je: weet je wat, dit is eigenlijk best goed. Dat zet ik dan op Facebook of ik breng het eens op het podium. Aan de reacties merk ik snel of ik iets beet heb.
EM: Heeft poëzie een plaats op school? En welke plaats dan?
BG: Ik vind sowieso dat je jongeren niet mag verliezen als het om literatuur gaat. Zelf heb ik de liefde voor literatuur en poëzie zeker niet meegekregen op de middelbare school. Er kwam nooit eens iets langs dat aansloot bij mijn belevingswereld. Terwijl dit net de leeftijdsgroep is die je moet ‘pakken’. Ik hou erg van het werk van Jason Reynolds, die als kinderliteratuurambassadeur onderzoekt hoe je jongeren betrekt bij literatuur. Het komt er heel simpel op neer dat je naar hen moet luisteren. Wat willen ze horen, over wie willen ze lezen, hoe willen ze zichzelf terugzien? Je moet niet voor jongeren besluiten wat ze graag willen of nodig hebben, je moet het mét hen doen. Het mooie aan poëzie en literatuur is net dat er zoveel mag. Als je al die rare regels even vergeet, dan mag je op papier alles laten ontstaan en uitproberen. En dat is een boodschap die je aan jongeren goed moet meegeven. Ik heb zelf helemaal geen wiskundebrein, en ik denk nog steeds: had nu maar eens iemand die cijfers wat minder eng voor mij gemaakt! Dan had ik misschien ooit eens een voldoende gehaald, of was ik nu niet zo bang voor cijfers. En zo is het ook met taal. Je mag jongeren er niet mee intimideren omdat ze er misschien niet zo in mee zijn. Waarom doen we het niet omgekeerd? Laat jongeren eerst zelf schrijven of spreken voordat je ze bombardeert met gedichten van anderen. Ik ben zelf een zogenaamde spoken word-dichter, en dat is een heel laagdrempelig concept voor scholen en in klaslokalen. Dan hebben ze zelf al met taal aan de haal kunnen gaan, dingen maken, gewoon doen. Daarna kan je zeggen: hé, ik zie dat jij iets over vogels hebt geschreven. Misschien moet je eens wat gedichten van Toon Tellegen lezen, die schrijft daar ook over.
Dit interview verscheen in de Poëziekrant 2021, 6
Poëziesterren voor het secundair onderwijs
Heb je interesse in de tweejaarlijkse Poëziesterren voor het secundair onderwijs - ook een initiatief van CANON Cultuurcel en Poëziecentrum - neem dan zeker 'ns een kijkje op de de afzonderlijke pagina.
De Gouden Poëziemedaille en de Poëziesterren zijn een initiatief van CANON Cultuurcel en Poëziecentrum.