Toon Tellegens dierenverhalen inspireren tot beestig bewegingstheater
Via de filosofische verhalen van schrijver Toon Tellegen maken de leerlingen van juf Sandrien op de Brusselse Imelda Basisschool kennis met Mier, Eekhoorn en al hun vrienden. Hoe zouden deze beestjes klinken? Hoe bewegen ze? En waarover gaan de verhalen eigenlijk? Acht weken lang gaan ze samen met An Vandevelde van Lilith & Mo vzw theatraal aan de slag.
An Vandevelde kent haar weg in Vrije Basisschool Imelda in Sint-Jans-Molenbeek. Eerder werkte ze er al mee aan een project van theatermaker Inne Goris. Deze keer is ze er vanuit haar eigen - en kersverse - vzw Lilith & Mo.
Directrice Sophie Van Kerkhove: 'In onze schoolvisie hebben wij aandacht voor een breed aanbod. Naast de cognitieve vakken willen we onze leerlingen ook genoeg creatieve input geven. En daar laten we ons regelmatig voor inspireren door experts van buiten de school. Sinds een jaar of zeven werken we regelmatig samen met kunstenaars, vooral op het vlak van drama en creatief schrijven. Onze leerlingen zijn met de jaren anders naar kunst gaan kijken. Ze staan er steeds meer voor open. Ze kijken al lang niet meer vreemd op van creatieve opdrachten en ontdekken zelfs nieuwe talenten. Ook het leerkrachtenteam ziet er de meerwaarde van in.'
Toon Tellegen achterna
De gelukkigen zijn de leerlingen van het tweede leerjaar. Juf Sandrien: 'Eén van onze klas- en taalthema’s dit schooljaar is dieren. Op basis daarvan suggereerde An de filosofische, korte dierenverhalen van Toon Tellegen.'
'Die verhalen laten veel ruimte voor interpretatie', legt An uit. 'Lezers kunnen heel uiteenlopende elementen uit hetzelfde verhaal halen'.
Allemaal beestjes
Aan het begin van het traject mogen de leerlingen een dier kiezen waarmee ze zich identificeren. Daarna vraagt Juf Sandrien om foto’s op te zoeken van hun dier en om informatie te verzamelen over hun specifieke eigenschappen en leefomgeving. De leerlingen werden heel actief in kleine groepjes aan het werk gezet.
'Bij Lilith & Mo probeer ik bij alle projecten participatie centraal te stellen,' zegt An. 'Dat wil zeggen dat we eerst samen gaan onderzoeken, experimenteren en oefenen rond het thema. Na die fase kiezen de leerlingen zelf wat en hoe ze willen presenteren voor de groep.'
Tips van juf Katrien
- Niet twijfelen, doen! Het is soms moeilijk om in te schatten wat je leerlingen boeiend gaan vinden of hoe hoog je de lat mag leggen bij een project. Maar je weet het pas als je het probeert.
- Blijf aanwezig als vertrouwd gezicht. De externe partner kent de leerlingen minder goed dan de vaste leerkracht(en). Jij kan tijdens de projectsessies een heel belangrijke rol spelen door de ene leerling aan te moedigen, anderen tot de orde te roepen en door er in het algemeen voor te zorgen dat er zoveel mogelijk aandacht en energie kan gaan naar het creatieve luik.
- Oefen op positieve feedback. Als je leerlingen aanmoedigt om elkaar regelmatig een compliment te geven (en dat hoeft niets spectaculairs te zijn) dan merk je dat ze de smaak echt te pakken krijgen.
- Zoek het niet te ver. Niet elke opdracht moet groots zijn, je kunt je leerlingen op allerlei ‘kleine’ manieren uitdagen en prikkelen.
- Laat de leerlingen je project mee evalueren. Zo voelen ze dat hun mening er toe doet. De dingen die hen vooral bijblijven of bevallen aan een project zullen je bovendien vaak verrassen.
Leerplan
An begint elke sessie met een voorleesmoment. Daarna gaat ze theatraal aan de slag. De nadruk ligt nu eens op de fysieke transformatie - hoe zou een verdrietige olifant zich voortbewegen? - dan weer op de verbeelding, het emotionele, het gebruik van je stem als acteur…
Zowel de leerplandoelen van taal (begrijpend lezen, spreken, creatief schrijven), muzische ontwikkeling (muzische grondhouding en vaardigheden van drama) als sociale ontwikkeling (respect en samenwerking) komen aan bod. Juf Sandrien: 'De focus ligt natuurlijk op de les muzische opvoeding, maar we hebben ook enkele lessen gespendeerd aan contractwerk.'
Zo(o) goed!
Juf Sandrien: 'Met de leerlingen werken rond verhalen, dat lukt me wel. Maar van daaruit de stap zetten naar acteren, improviseren, bewegen en samen iets creëren is niet zo makkelijk. Bovendien zijn niet alle leerlingen even zeker van hun stuk op het vlak van taal. Hen zien genieten van dit project doet deugd. Samen met hen spelen en verzinnen geeft een fijne dynamiek en werkt heel verbindend - zowel voor de leerlingen onderling als voor mij. Doordat An het voortouw neemt, kan ik op een andere manier genieten van wat de leerlingen doen en bedenken. Ik zie hen week na week groeien. Sommige leerlingen blazen me omver met hun durf, originaliteit, doorzettingsvermogen en humor.'
Tijdens de laatste lessen werken de leerlingen aan een toonmoment. Juf Sandrien: 'Als evaluatie hebben de leerlingen eerst per twee en nadien in groep aan elkaar verteld hoe ze de workshops hebben ervaren. Nadien hebben ze dat in een brief aan juf An gegoten, waarin ze vertelden wat ze leuk vonden en wat An goed heeft aangepakt.'
'Hen zien genieten van dit project doet deugd. Samen met hen spelen en verzinnen geeft een fijne dynamiek en werkt heel verbindend - zowel voor de leerlingen onderling als voor mij. '
Wil jij ook samenwerken met een culturele partner in jouw klas? Dat kan!
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Ontdek de kunstenaars en cultuureducatieve organisaties op Cultuurkuur. Of kies je eigen partner in je schoolbuurt.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- Elke les begon met een voorleesmoment, waarbij de leerlingen aandachtig luisterden naar een verhaal. De leerlingen moesten na één voorleesbeurt onthouden welke dieren een rol speelden in het verhaal en mondeling identificeren wat het kernthema van het verhaal zou kunnen zijn.
verbeelden
- Er werd gewerkt rond stemgebruik (stil, luid, hoog, laag, snel spreken of net traag), geassocieerd met een dier. De contrasten tussen verschillende types van stemmen werden benadrukt door de leerlingen in dialoog te laten gaan: hoe zouden een luide dinosaurus en een stil muisje met elkaar communiceren? Welke houding zouden ze aannemen?
conceptualiseren
- Na elke opdracht binnen het project, wordt er tijd gemaakt voor een complimentmoment. Alle leerlingen bespreken en benoemen wie wat binnen de doelstellingen van de les goed deed en wat ze dan precies zo goed vonden.
analyseren
- De dierenverhalen werden afgetoetst aan de realiteit. Heeft elk personage de eigenschappen die je zou associëren met die dierensoort? Of speelt de auteur net met die verwachtingen en zet hij ze op zijn kop? Zijn de verhalen grappig of verrassend, net door de onverwachte associaties?
Dragers
lichaam
- An werkte vanuit beweging en fysieke expressie, basisprincipes binnen het theater voor wie nog niet veel acteerervaring heeft.
voorwerpen
- De leerlingen gebruiken papier en tekenmateriaal om hun dier ook grafisch voor te stellen.
taal
- De leerlingen werkten in kleine groepjes en presenteerden hun bevindingen voor de rest van de klas, in korte, mondelinge presentaties.
Grafische tekens
- Eens de leerlingen hun favoriete dier hadden gekozen en er foto’s van hadden opgezocht, mochten ze proberen het (na) te tekenen op papier.