Van 100 jaar geleden naar vandaag
In het Landense Koninklijk Atheneum bestaat de traditie om jaarlijks in juni een creatief dynamoPROJECT te organiseren voor en met de leerlingen van de derde graad BSO. Precies dit jaar, eindigde honderd jaar geleden de Eerste Wereldoorlog. De tieners blikten terug met film, theater en stop-motion.
‘Vandaag is de eerste dag van het project’, zegt Tom Reniers, filmdocent van het Hasseltse Villa Basta. ‘De leerlingen volgen drie workshops van elk twee lesuren, zodat ze al eens van film, stop-motion en theater kunnen proeven. Voor de meesten is het immers de eerste keer dat ze met die disciplines in aanraking komen.’
Luisteren naar de leerlingen
De eerste filmgroep heeft net een ‘journaal’ van 30 seconden opgenomen, waarin de leerlingen kort maar krachtig uitleggen hoe de Eerste Wereldoorlog begonnen is, en wat er precies gebeurde. ‘Ze hebben het super gedaan. We hebben zelfs al een idee van wat we maandag gaan filmen.’ De leerlingen vertalen het conflict van 100 jaar geleden naar vandaag: wat als iedereen op school ruzie had met iedereen?
‘Ik laat de verhalen altijd uit de leerlingen zelf komen. Ik leg geen scenario’s op. Misschien heeft iemand een interessant verhaal of heeft een ander thuis een handig attribuut liggen. Ik luister naar wat ze vertellen, en pik er de bruikbare dingetjes uit.’ Zo bleek dat de leerlingen een tijd terug zeepkisten hadden gemaakt. Een daarvan was een tank. Toen de maker dat opperde, was het filmscenario snel klaar: groepjes leerlingen maken ruzie om onnozelheden en de kerel met de tank komt er telkens op ludieke wijze een eind aan maken: ‘Stop daar nu toch eens mee!’
Van foto’s tot film
In het klaslokaal ernaast is een tweede groep volop met de workshop stop-motion bezig. ‘We zijn hiervan vertrokken’, zegt Selah, en hij toont een foto van een gebombardeerd gebouw. ‘We hebben nu zelf een gebouw gemaakt, waar stenen vanaf vallen, omdat er een vliegtuig in is gevlogen. We gaan het verhaal in elkaar steken door foto’s te maken en die achter elkaar te plaatsen tot een film.’
‘Volgende week werken de groepen elk een volledige dag aan een film-, een stop-motion- en een theaterproject. De vierde dag doen ze een beeldende workshop die begeleid wordt door leerkrachten. En op vrijdag is er een toonmoment van alle resultaten, bij Villa Basta in Hasselt’, vertelt leerkracht zedenleer Veerle Missotten.
Onvermoede talenten
‘Elk jaar neemt de volledige derde graad BSO in juni deel aan een project, in klas- en jaardoorbrekende groepen. Het ene jaar doen we er eentje met Villa Basta, het andere één rond muziek met Muziek-O-Droom. Zo hebben ze van alle disciplines geproefd voor ze bij ons afzwaaien.’
De ene jongere begint er vol enthousiasme aan, een andere staat er wat sceptisch tegenover. ‘Maar op het eind van de twee weken, is 85% laaiend enthousiast’, schat de lerares. ‘Dat is behoorlijk veel. Elk jaar komen er ook onvermoede talenten bovendrijven. Ze ontdekken dat ze goed zijn in iets waarvan ze nooit hadden gedacht dat het hen zou liggen. In die zin is het vaak heel erg goed voor hun zelfbeeld. Wanneer ze hun resultaten tonen, zijn de meesten ontzettend trots op wat ze gerealiseerd hebben. Zo’n project verruimt hun blik en wij op onze beurt leren onze leerlingen op een andere manier kennen.’
Verbazing
Dirre, Mateo en Jordy zijn volop bezig met improvisatie-oefeningen in de theaterworkshop. ‘We hebben elkaar nagedaan’, zegt Dirre. ‘En voorwerpen uitgebeeld en zo. In het begin was het erg ongemakkelijk, maar we kwamen er wel in op den duur.’
‘Leerkrachten zijn tijdens workshops vaak verbaasd over bepaalde leerlingen. Ze zien bijvoorbeeld hoe expressief een van hun ‘moeilijkere’ jongeren is, terwijl zij hem of haar in de klas vooral ervaren als iemand die niet kan stilzitten. Of ze zien hoe een verlegen leerling juist opvallend veel durft. Dat vind ik het meest positieve aan zulke creatieve projecten’, vertelt theaterdocente Lize Theunis.
Tips van leerkracht Veerle
- Verruim de blik van je leerlingen: laat hen in contact komen met disciplines die ze nog niet kenden.
- Geef de leerlingen voldoende inspraak. Laat hen zo veel mogelijk kiezen wat ze wel of niet willen doen. Het vergroot hun motivatie. Verplicht je ze bijvoorbeeld om op een podium te staan, dan is je bus naar het toonmoment gegarandeerd half leeg. Wie niet in de schijnwerpers wil, kan bijvoorbeeld cameraman of geluidsvrouw zijn of een meer organisatorische taak krijgen. Soms draaien ze na een tijdje bij en willen ze opeens wél op de voorgrond treden. Maar ook dan is het hun eigen beslissing.
- Leer van de externe partners. Misschien kun je in je klas geen even groots opgezette workshops organiseren, maar je kunt er zeker wel elementen uit oppikken.
- Blijf bij vertrouwde externe partners als je tevreden over ze bent. Jij weet wat je van hen kunt verwachten, en zij kennen de school, dus ze hebben een goed zicht op wat voor groepen ze zullen begeleiden.
- Betrek jongere leerlingen. Sinds enkele jaren laten we de tweede graad naar het toonmoment van de derde komen. Zo krijgen ze al een voorproefje van wat ze zelf ooit zullen mogen doen en daardoor kijken de meesten naar de projecten uit.