Wind in de wilgen
‘Dit was nog leuker dan vorige keer!’ Dat hoorde juf Hanne Storme van basisschool Sint-Jan in Ieper na elke namiddag op dé Academie. Zij en haar leerlingen grepen de uitgestoken hand van de academie en werkten 8 weken rond het kinderboek De wind in de wilgen. ‘We twijfelen er niet aan om dat opnieuw te doen!’
Directeur Tom Deloose, directeur van dé Academie, vertelt hoe die er kwam: ‘We werken sinds 2012 elk schooljaar een project uit met 2 basisscholen. Zo weten onze leerkrachten wat er leeft in de doelgroep en kunnen we leerlingen met de academie en met cultuur laten kennismaken. Veel mensen denken nog dat we een tekenschool zijn bijvoorbeeld, terwijl we hier werken rond beeld, muziek en woord.’
Een visje uitgooien
‘We gooien een visje uit naar basisscholen in de buurt in de vorm van een project van 8 namiddagen. Geïnteresseerde scholen kunnen daarvoor inschrijven. We bieden onze locatie, de docent en het materiaal aan. We gebruiken geen dure apparaten of speciale materialen die gewone scholen niet in huis hebben. Alles is dus meestal ook in de klas toepasbaar. De klasleerkrachten werken actief mee. Zo wordt het een navorming en kunnen onze methodieken een vervolg krijgen in de school.’
Iets anders dan een potje uit klei maken
Net daar was Juf Hanne naar op zoek. ‘Ik had de honger om kwaliteitsvol bij te leren, om mijn expertise te vergroten, om muzische domeinen te integreren. Ik wilde nieuwe materialen, technieken ontdekken. Want wat moet je elke keer uit klei maken? Weer een potje draaien?’
‘We maken een nieuw verhaal zonder dat de leerlingen het beseffen’
Wind in de wilgen heet het project en het is op maat van het 5de en 6de leerjaar. Het literaire kinderboek met dezelfde titel is het vertrekpunt. ‘Maar dat hebben we nog niet aan de leerlingen gezegd. Verschillende elementen uit het verhaal geven we beeldend, muzikaal en theatraal vorm. Zo maken we zelf een nieuw verhaal zonder dat de leerlingen het beseffen.’
Fantaseren, beschouwen en experimenteren
‘De namiddagen vertrokken vaak vanuit een vertelling’, zegt Hanne. Ik was in het bos en ik ben zo geschrokken. Ik zag een dier met een donkere vacht, maar ik weet niet precies wat het was. ‘Dan moeten leerlingen beginnen te fantaseren. Nadien legt de docent kort de techniek uit. Ze proberen het eens uit en dan is het voor echt.’
‘Zo hebben we geschilderd met inkt op water en olie. Dat loopt uit, of blijft erop liggen. We maakten zelf penseeltjes, beschouwden dierenpoten en boetseerden er eentje met klei. We hebben ook geschilderd op die klei met bister. Dat zijn notenschelpen die fijngemalen worden. En we tekenden met houtskool.’
Luid geeuwen om hoger te zingen
‘Tijdens de namiddagen waarop muziek centraal stond, hebben we ritmisch gewerkt met bodypercussie. We leerden een klokkenspel bespelen en een eenvoudige partituur lezen. De leerkracht had zelf het lied Wind in de wilgen gecomponeerd. Dat zongen we in canon of we scandeerden de tekst.’
‘We oefenden onze stemtechniek zonder dat dat woord viel. Iedereen heeft bijvoorbeeld de neiging om te laag te zingen. Om hoger te gaan moesten we dan luid geeuwen. We hebben ook bewogen op de muziek en een verhaal opgebouwd met al die elementen. Elke week was het dus weer iets helemaal anders.’
Product én proces
Op de laatste namiddag staat een slotmoment op de academie gepland. Dan zullen enkele stukken uit het verhaal echt verteld worden en zullen de leerlingen zien dat alle losse stukjes samen horen. ‘Ik hoop dat sommigen al zelf de rode draad aan het zoeken zijn’, zegt Tom. Er hoort ook een tentoonstelling bij met de werken die ze maakten en met een filmpje over het proces. Die is toegankelijk voor iedereen tijdens de openingsuren van de academie. Ook ouders worden gestimuleerd om te gaan kijken. Misschien moet Hanne ook haar collega’s eens meenemen en hen rondleiden?
Tips van juf Hanne en Tom
- Spring eens binnen in een academie in je buurt. Je kan er veel ideeën opdoen voor je klas.
- Ga zelf veel kijken naar tentoonstellingen, optredens.
- Durf, kom uit je comfortzone, met het risico dat het mislukt. Kinderen moeten ook leren dat het soms niet lukt, maar dat je wel een mooie weg hebt afgelegd.
- Zorg voor regelmaat in muzische activiteiten en plan het niet in op een vrijdagnamiddag. Zo wordt het een ‘uitbolactiviteit’ in plaats van een volwaardige les.
- Niet iedereen moet hetzelfde eindproduct hebben. Iets netjes afwerken dat een kopie is van het voorbeeld, is niet altijd een criterium. Laat elk werk uniek zijn, het komt immers uit de leefwereld van dat ene kind.