Zo werk je aan sociale vaardigheden met dans en beweging
De leefwereld van leerlingen vergroten via dans en beweging. Die uitdaging gaat GBS Windroos uit Sint-Jans-Molenbeek aan samen met choreograaf Seppe Baeyens van Atelier Léon en vzw ’t Zinneke, waar volwassenen met een beperking begeleid kunnen wonen. Via wekelijkse dans- en bewegingsateliers wordt niet alleen de verbeelding geprikkeld, maar krijgen ook de sociale vaardigheden van de leerlingen een boost.
Het geheim zit in de mix
Het is niet de eerste keer dat de drie lokale partners in Sint-Jans-Molenbeek de handen in elkaar slaan. Leerkracht Edith Meynaerts van het derde leerjaar op GBS Windroos: ‘Het idee kwam van Seppe. Hij droomde van een project waarbij hij doelgroepen zou mixen die normaal gesproken maar weinig contact hebben met elkaar, maar die wel in dezelfde buurt wonen.’ Edith was meteen mee in zijn verhaal: ‘Veel van onze leerlingen komen uit een besloten, kansarme gemeenschap. Spontaan komen zij niet altijd in aanraking met volwassenen met een beperking, laat staan met het culturele luik van dit project.’
Via wekelijkse dans- en bewegingsateliers laat Seppe de leerlingen van GBS Windroos en de bewoners van ’t Zinneke samen creëren. Althans dat is de bedoeling. Omwille van de coronacrisis – en de kwetsbaarheid van de volwassenen met een beperking – konden dit schooljaar slechts een gedeelte van de ateliers gemengd worden georganiseerd. ‘Enorm jammer,’ zegt Edith. ‘De leerlingen leren enorm veel uit die contacten. Zo raakt één van de bewoners van ’t Zinneke snel overstuur als mijn leerlingen te veel lawaai maakten. Dat maakt dat de leerlingen bewust bezig zijn met hoe ze rekening kunnen houden met de anderen en hoe ze die persoon kunnen helpen.’
Deze samenwerking past voor Edith in het wereldburgerschap dat ze samen met de school wil stimuleren bij haar leerlingen: ‘Zich verbinden met mensen die anders zijn dan henzelf, leren dat het oké is om verschillend te zijn… die ingesteldheid willen we met dit project versterken.’
Tips van juf Edith
- Mix de leerlingen tijdens de ateliers met een groep volwassenen met een beperking of ouderen. Zo verbeteren de leerlingen niet alleen hun culturele maar ook hun sociale vaardigheden.
- Zorg voor regelmatig overleg tussen leerkrachten en externe partners. Zo kunnen de partners inpikken op thema’s waar je in de klas mee bezig bent.
- Bouw verder op de ateliers in de klas. Daardoor begint zo’n cultureel project echt te leven en raakt het verankerd.
- Voorzie regelmatig rustpunten tijdens de ateliers. Yoga-oefeningen en kringgesprekken zijn ideale momenten om even stil te staan en het bewustzijn te vergroten.
- Neem zelf deel als leerkracht. Als de leerlingen aarzelen om zich te laten gaan, helpt het als je als leerkracht gewoon meedoet.
Van het atelier naar de school en omgekeerd
Het resultaat van de wekelijkse ateliers voelt Edith in de klas: ‘Van een verzameling individuen zie ik de klas evolueren naar een groep waarin alle leerlingen zichzelf mogen zijn en iedereen rekening houdt met elkaar.’ De aanpak van Seppes dansateliers is daarbij doorslaggevend. Zo opent Seppe de sessies met enkele yoga-oefeningen. Die gebruikt Edith ook in de klas: ‘Het verhoogt hun focus en het maakt hen rustig.’ Dan prikkelt hij de verbeelding, vaak via een kunstwerk.
Eenmaal de verbeelding van de leerlingen is geactiveerd, laat Seppe de leerlingen via eenvoudige oefeningen zelf een choreografie opbouwen. Opvallend is dat er bijna in iedere oefening geobserveerd moet worden: de rol van het publiek is even belangrijk als van de dansers en de ene beweging moet verder bouwen op de andere. ‘Door iedere week bewust te moeten observeren, merk ik dat de leerlingen meer oog hebben voor elkaar in de klas,’ zegt Edith. ‘Er is een einde gekomen aan de voortdurende ruzies. Maar belangrijker nog, ik heb talenten ontdekt die ik helemaal niet kende.’
‘Door iedere week bewust te moeten observeren, merk ik dat de leerlingen meer oog hebben voor elkaar in de klas’
Continuïteit
Ook Seppe voelt duidelijk een verschil in de groep tussen het begin en einde van het project. ‘Edith gebruikt niet alleen de yoga-oefeningen in de klas. Ook thematisch versterken we elkaar. Dat zorgt voor continuïteit.’ Zo vertrekt Seppe regelmatig van een schilderij om een choreografie op te bouwen, terwijl Edith in de klas dezelfde kunstwerken gebruikt in een museumproject. Seppe: ‘De ateliers krijgen daardoor de status van een vak op school. Dat maakt dat het project bij iedereen leeft.’
Kortom, een reeks dans- en bewegingsateliers die niet alleen het culturele bewustzijn, maar ook de sociale vaardigheden en de leefwereld van de leerlingen vergroten. En dat via de weg van de verbeelding!
Wil jij ook samenwerken met een choreograaf in jouw klas? Dat kan!
- De dynamoPROJECT-subsidie neemt voor jou de financiële drempels weg. Je krijgt tot 2000 euro voor jouw artistiek project op school. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
- Ontdek de kunstenaars en cultuureducatieve organisaties op Cultuurkuur. Of kies je eigen partner in je schoolbuurt.
- Op zoek naar inspirerende voorbeelden van andere scholen? Doorzoek onze praktijkvoorbeelden op onderwijsniveau of discipline.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- Leerlingen bewegen in duo’s en observeren elkaar. Wanneer de ene stilstaat, mag de andere bewegen.
verbeelden
- Op basis van een kunstfoto van een tornado verbeelden de leerlingen tornado’s met hun lichaam.
conceptualiseren
- Tijdens een kringgesprek aan het einde van elk atelier benoemen de leerlingen wat ze vandaag deden met één woord.
analyseren
- Regelmatig worden de choreografieën even stilgelegd voor de volgende vraag: “Wat hebben jullie gezien en wat is er gebeurd?”
Dragers
lichaam
- De leerlingen werken in duo’s. De ene is danser, de andere choreograaf. De choreograaf duidt een lichaamsdeel aan dat de danser geïsoleerd moet bewegen.
voorwerpen
- Regelmatig worden er tijdens de choreografie stoelen gebruikt om vormen of groepen mee te maken.
taal
- Seppe is heel talig en laat dezelfde (abstracte) begrippen regelmatig terugkeren zodat de leerlingen ermee vertrouwd raken.
Grafische tekens
- Er worden afspraken gemaakt hoe je met je lichaam punten en lijnen kan verbeelden.