Transcriptie Het conflict Israël-Palestina door Antwerpse ogen
De gelegenheid om opmerkingen te maken...
Ze voelen met hart en ziel zich verbonden met die Palestijnen.
Wacht...
...mensen die daar echt zijn, en dan vraag ik: Wat is er nu eigenlijk echt aan de hand?
Zeg je man of meneer of heer?
Het komt eigenlijk hierop neer, dat we via een bepaald boek, het boek heet 'Israël-Palestina: een tweespraak', waarin twee stemmen aan het woord worden gelaten die echt wel heel veel weten over de materie, Ludo Abicht en André Gantman. Door dat verhaal door de leerlingen te laten lezen om dan nadien met alle bagage die ze hebben over dat complexe conflict, twee leerboeken, twee handboeken geschiedenis onder de loep te gaan nemen om te zien wat die handboeken vertellen en wat ze niet vertellen. Het ene boek is hun eigen handboek geschiedenis dat ze gewoon in de loop van het jaar in de klas gebruiken, en het andere boek is een handboek geschiedenis dat leerlingen in Marokko gebruiken.
In het begin van het schooljaar zijn we meteen begonnen met de lectuur van het boekje 'Israël-Palestina: een tweespraak'. En het boekje is zodanig qua structuur opgevat dat eigenlijk chronologisch telkens, elke les opnieuw, de leerlingen een hoofdstuk konden lezen, voorbereiden. En dan werden ze daar kort over overhoord om te zien of ze het wel grondig gelezen hadden. En zo hebben we dus in de loop van 18 weken en 18 hoofdstukken heel het traject gedaan van de oudste Bijbelse tijden tot 2007, 2008, het jaar waarin eigenlijk ook onze handboeken stoppen met informatie geven over het conflict.
Ondertussen hebben we enkele deskundigen gevraagd om ook eens bij ons op bezoek te komen en om samen met de leerlingen te praten over nut, noodzaak en andere dingen die erbij komen kijken, bij zo'n grondig zich verdiepen in zo'n materie om daar nadien dan meer mee te werken.
De eerste gast die we op bezoek hebben gehad, was professor Bruno De Wever, professor hedendaagse geschiedenis aan de Universiteit van Gent. Het schooljaar was twee weken bezig en hij heeft een heel mooie en heel krachtige inleiding gegeven over geschiedenis als feit of als interpretatie en dat je met geschiedenis beide kanten kan uitgaan, wat natuurlijk een heel boeiende invalshoek is als je ook leerboeken gaat beoordelen.
En dan begint dus het verhaal van dat zionisme en de tegenstand daartegen, en daarover gaat het boek. En er zijn nu ook...
Enerzijds is er een van de auteurs van De tweespraak, van het boekje waarmee we hebben gewerkt, Ludo Abicht, de man die het terrein en het conflict door en door kent, die heel genuanceerd ook kan denken en vertellen en schrijven over het conflict.
Niet alle christenen zijn voor de Palestijnen of alle Joden voor de zionisten. Dus het is heel ingewikkeld.
Want bijvoorbeeld, en dan zal ik meteen vragen laten komen, bijvoorbeeld alle advocaten, ik overdrijf niet, alle advocaten die gratis werken voor de rechten van de Palestijnen, en er zijn nog heel wat gevangenen, tienduizenden zitten jaren, soms zonder een datum in de gevangenissen wegens een of andere vorm van opstand. Alle advocaten die dus werken voor die mensen, dat zijn allemaal Joden.
Het zijn dus niet dé Joden die tegen dé Palestijnen zijn. Er zijn Joden die tegen Palestijnen zijn en omgekeerd, en ja, we zitten dus met een probleem. In het boek proberen we aan te tonen: er zijn twee visies op eenzelfde probleem.
Oké, volgende vraag, maar nu een keer van jullie. Ja. Zeg eens wie je bent, gewoon.
Andrea.
Andrea, oké.
Dus tijdens uw tweespraak met André Gantman, was er soms een spanning, dat jullie ruzie kregen of zo?
Wel, we zijn heel beleefde mensen, allebei. Hij is een advocaat, vergeet dat niet, advocaten moeten dat kunnen. Maar ja, er was soms spanning. Maar niet zo dat we opstonden en zeiden: Ik wil met jou niks meer te maken hebben, of zo. Genoeg geweest, en zo. Ja, soms zaten we dus lijnrecht tegenover elkaar. Bijvoorbeeld…
Ook krijgen we bezoek van professor Helge Daniëls. Zij is arabiste en linguïste aan de KUL en zij heeft dus het hoofdstuk Israël-Palestina uit het Marokkaanse boek voor ons vertaald, heel nauwgezet vertaald. Ze zal vooral komen vertellen over het belang van de nauwgezetheid van die vertaling. Zij heeft briljant werk geleverd door los van de gewone vertaling eigenlijk in voetnoot enkele kritische kanttekeningen toch wel te maken bij de formuleringen van bepaalde dingen in dat Israëlisch-Palestijns conflict.
Nog zaken? Ja, zeg maar.
Er zijn ook dingen die soms ontbreken in het Marokkaanse handboek en in ons handboek zijn er dan andere dingen die ontbreken.
Ja, inderdaad. Ik denk, als je tekst gaat analyseren, dat het heel belangrijk is om te gaan kijken wat er staat, maar ook wat er niet staat. En weten wat er niet staat, is natuurlijk veel moeilijker dan weten wat er staat. Omdat als het niet gezegd wordt, hoe kan je daar dan de vinger op leggen dat het niet gezegd wordt?
Door bijvoorbeeld twee bronnen te vergelijken, twee handboeken te vergelijken, kan je wel constateren van: hm, in dit handboek worden een aantal zaken vermeld die in het andere handboek niet vermeld worden, en omgekeerd. Natuurlijk, je bredere bronnenstudie, hetgeen je geleerd hebt bij de uiteenzetting van Bruno De Wever en ongetwijfeld ook de uiteenzetting vorige week van Ludo Abicht, daarmee krijg je dan een hele hoop contextuele historische informatie waardoor je op een gegeven moment beter gaat aanvoelen van: ja, maar...
We hebben ten slotte nog in de loop van die eerste maanden twee langspeelfilms gezien die ook een heel krachtig beeld geven van de realiteit, vaak de schrijnende realiteit waarin het conflict zich bevindt.
Dat is 'Promises', een film van Goldberg van een kleine vijftien jaar geleden waarin kinderen van beide gemeenschappen worden gefilmd door de documentairemaker. In de loop van de film wordt er een afspraak gemaakt, waarbij de kinderen elkaar dan ontmoeten en dan blijkt dus dat die kloof, of die veronderstelde kloof tussen Israëli's en Palestijnen vanuit de kinderogen heel anders is, natuurlijk. Aarzelend ontmoeten ze elkaar en dat is een heel mooie ontmoeting. Nadien in de film krijg je dan het beeld van enkele jaren later waarin toch wel weer het wederzijdse onbegrip is toegenomen.
(Engels) Ik groeide op in Jeruzalem en ik denk dat ik een normale jeugd heb gehad. Maar in het Midden-Oosten is het normale altijd verstrengeld met oorlog. Er breken gevechten uit, bommen ontploffen, mensen komen om. Toen de vredesgesprekken begonnen, ging ik terug naar Jeruzalem.
Ik ben B.Z., hoe heet jij?
Ik wist dat de kinderen hier iets te vertellen hadden, maar dat niemand hen vroeg wat zij vonden van het conflict of het vredesproces.
De tweede film die we hebben gezien, is de film '5 Broken Cameras', waarbij een amateur-filmmaker, een Palestijn, eigenlijk voortdurend beelden maakt van het dorp waar hij woont. Dat dorpje bevindt zich vlak bij een Israëlische kolonie, van kolonisten. En in de loop van de film wordt zijn camera vijf keer in conflictsituaties kapotgemaakt. Telkens kan hij een andere camera in bezit krijgen en zo krijg je een heel direct beeld van de dagdagelijkse realiteit in de bezette gebieden.
(Arabisch met Engelse ondertitels) Ik ben geboren in Bil'in en ik woon hier al m'n hele leven. Het dorp ligt tussen de heuvels, net in het bezette gebied op de Westelijke Jordaanoever. Dit zijn mijn vijf camera's. Elke camera staat voor een periode in mijn leven.
Laat mij ook eens filmen, papa.
Op een dag komen Israëlische landmeters het land opmeten om een hek te plaatsen in het midden van ons land.
Ga van de bouwplaats.
Nee tegen het hek!
Die dag maakt een gasgranaat mijn eerste camera stuk.
En dat zijn zo de ingrediënten. Ze hebben die ontmoetingen, het boek, de films vooraleer ze echt aan de slag gaan met die handboekenvergelijking.
Maar die tweede heeft er niks mee te maken. Het gaat nu echt over geloof.
Het gaat nu om de slachtoffers, snap je? Israëli's zijn geen martelaars, de slachtoffers van Israëli's wel.
In dat boek zijn het martelaars.
Nee, ik snap het niet.
Jawel.
Het zijn de Palestijnse mannen die martelaars zijn. Jij zegt Israëlische mannen.
Nee, het zijn Israëlische soldaten die martelaars maken van… Nee.
Je kunt geen martelaars maken.
Jawel.
Je bent een martelaar, je wordt geen martelaar gemaakt.
Jawel.
En dan…
Als er leerlingen in een klas zoals deze zelf van Marokkaanse origine zijn, en zij komen op den duur tot het besef van: tiens, in het land waarvan ik of mijn voorouders afkomstig zijn, heeft men die blik op de geschiedenis, dan is dat een interessant gegeven. Van: tiens, dat is niet statisch of het is niet slechts één blik. Dus eigenlijk is dat een troef, denk ik, het feit dat je met mensen van verschillende origine samenzit.
Ik kan alleen maar hopen dat sommige van hen op de langere termijn die gevoeligheid… Of dat we die gevoeligheid wat hebben kunnen versterken om ja, om de verschillende bronnen grondig te leren kennen vooraleer te oordelen. Het is maar door de andere grondig te leren kennen, dat je zelf ook die wereld rondom jou kan beoordelen. En een voorwaarde is wel dat je je grondig informeert. Is dat nu via de non-fictie van de geschiedenis of via de literatuur, je hebt dat ook met literatuur. Je leeft je in in personages en ik ben er echt van overtuigd dat het in zekere zin tolerantie verscherpt.
Cruciaal in de hele oefening is dat de leerlingen zich leren identificeren met verschillende personages die in dat verhaal aan bod komen. Met de Jood in het christelijke, middeleeuwse Europa. Met de Jood van kort na de Franse revolutie die wel liberté en egalité kent, maar dan op een andere manier toch wel weer de vreemde blijft.
Dat die leerlingen zich leren identificeren met de kinderen in beide kampen vandaag. Dat ze zich leren identificeren met de Israëli's die bang zijn van voortdurende aanvallen van de andere kant. Dat ze ook inzien dat als men het heeft over mensen in de Arabische wereld, die vaak heel fel begaan zijn met de Palestijnen, dat de gewone mensen in de Arabische wereld, dat dat niet dezelfde mensen zijn als die van de Arabische regimes. Dat regimes en gewone mensen vaak toch wel behoorlijk andere opvattingen eropna houden.
Dus die identificatie met zo veel verschillende groepen is toch wel, men formuleert het zo mooi in de eindtermen als burgerzin. Ik denk dat die identificatie, dat dat nu echt eens een mooi voorbeeld is van echte, diepe burgerzin. En als de lectuur van dit boekje en de hele oefening die we maken, daartoe een bijdrage kan leveren, dan is dat mooi meegenomen.