Afhakende lezers: wat doe je eraan?
De derde graad van de basisschool. Het tweede jaar secundair. Het zijn kantelmomenten waarop leerlingen hun boek vaak aan de wilgen hangen. Twee spelers vertellen hoe zij, elk op hun manier, de leesmotivatie weer proberen aan te wakkeren.
Inzetten op taal in het secundair
Leerkrachten Nele, Anaïs en Annelies trekken met z’n drieën aan de taalkar in Virgo Plus, een secundaire school in Vilvoorde. Hun divers publiek vindt lezen niet hip. ‘Met allerlei brede acties proberen we hun Nederlandse taalvaardigheid toch op te krikken’, zegt het trio.
‘Als secundaire school hebben we maar een beperkt aantal lesuren Nederlands. Dat dwingt ons om duidelijke keuzes te maken. Het lezen is bij ons niet vrijblijvend, het doel is altijd de taalvaardigheid in het Nederlands te verhogen.’
Is het dan een verhaal van alleen het vak Nederlands?
‘Het is onze bedoeling om alle leerkrachten te betrekken. Tegelijk is dat misschien ook wel onze grootste uitdaging. Iedereen voelt aan dat een goede taalvaardigheid fundamenteel is, maar niet alle collega’s beseffen dat ze daar ook binnen hun vak aan kunnen bijdragen. Daarom deden we het afgelopen jaar kleine, schoolbrede acties om taal in een positief daglicht te stellen. Zo hopen we iedereen, leerlingen én collega’s, mee in ons verhaal te trekken.’
Welke acties hebben jullie zoal ondernomen?
‘In oktober hadden we de verkiezing van het mooiste woord. De school hing toen vol met bijzondere exemplaren. Rond Gedichtendag werkten we met de Ver+Vers-app. Een aanrader! Valentijn grepen we aan om mooie, grappige openingszinnen te laten kiezen door de leerlingenraad. We organiseerden ook ’de gemaskerde lezer’, waarbij leerlingen en collega’s moesten raden wie er voorlas. Onze acties gaan dus breder dan enkel lezen. We proberen er de verwondering voor het Nederlands mee aan te zwengelen.’
Jullie organiseerden ook een leeskwartier met de hele school.
‘Klopt. Dat probeerden we het afgelopen schooljaar voor de eerste keer. Een week lang startte elk derde lesuur met een kwartier lezen. Dat kon in de les Nederlands zijn, maar ook tijdens chemie of lichamelijke opvoeding. Dat de hele school meedeed, triggerde de leerlingen. Ze brachten zelf een strip, boek, magazine of manga mee. Alles was goed, als het maar in het Nederlands én op papier was. Ook de leerkracht zelf moest lezen, want we geloven erin dat zien lezen, doet lezen.’
‘Niet alle leerlingen hadden iets bij. Daar moeten we beter op anticiperen. Maar we waren heel blij met de sfeer en de reacties: leerlingen gaven aan dat ze genoten van de stilte, van de traagheid van het blad en de focus. Volgend schooljaar gaan we deze actie zeker meermaals herhalen.’
Wat doen jullie niet meer? Wat werkt niet?
‘Het verplicht lezen van moeilijke klassiekers. Gelukkig bestaat Het Achterhuis ook als graphic novel. Dat slaat wel aan. Thuis in je eentje een boek lezen en er een traditionele opdracht rond maken? Ook dat werkt niet meer. Samen iets mogen lezen, er ervaringen rond uitwisselen, dat lukt beter.’
Welke nieuwe initiatieven staan nog op de agenda?
‘We zullen binnenkort een leeslokaal hebben met zetels, zitzakken, kussens en een leesmat. Het wordt dé plek voor het vaste leesuur dat de tweede graad van de arbeidsmarktfinaliteit binnen het vak Nederlands heeft. Daarin lezen ze 40 minuten. De laatste 10 minuten is er een verwerkingsopdracht. Zo blijft de info beter hangen. We merken dat deze aanpak hun taalvaardigheid boost én hun beperkte kennis van de wereld verruimt.'
'Daarnaast wordt het leeslokaal de thuisbasis van onze toekomstige boekenclub. Dat initiatief moet nog groeien, in samenspraak met geïnteresseerde leerlingen. We zetten stappen, maar zijn er zeker nog niet. Gelukkig trekt de directie mee aan kar, net als veel van onze collega’s.’
De doorgaande leeslijn als basis voor een nieuwe bibwerking
De doorgaande leeslijn beschrijft op basis van wetenschappelijke inzichten de leesontwikkeling van kinderen en jongeren tussen 0 en 20 jaar. Welke factoren remmen af? Welke stimuleren hen? Bib Antwerpen nam het onderzoek als leidraad om hun scholenwerking te hertekenen.
De dalende geletterdheid en schoolse uitval tegengaan, de leesmotivatie aanwakkeren … De uitdagingen voor de Antwerpse bibliotheek zijn legio. ‘We willen elke Antwerpse leerling en elke leerkracht toegang geven tot de collectie en in klasverband dezelfde dienstverlening bieden’, zeggen Tinne Derkinderen en Els De Pooter van de Antwerpse bib. ‘Ongeacht de plek van de school, de leerkracht die al dan niet bib-minded is of de situatie thuis. En wat we plannen tijdens schooltijd groeit idealiter uit tot iets moois in de vrije tijd.’
Jullie bibliotheekplan is ambitieus. Hoe was de situatie voorheen?
‘Er zat geen lijn in het aanbod van de verschillende bibs. Sommige scholen kregen de bibbus op bezoek of vroegen boekpaketten en klasbezoeken aan. Soms viel een school uit de boot. We merkten ook dat het voor leerkrachten niet evident was om zeswekelijkse uitleenbezoeken in te plannen.’
Dat hebben jullie allemaal willen veranderen. Met welke aanpak?
‘De doorgaande leeslijn is onze kapstok geworden. Dat is een Nederlands onderzoek, ondersteund door Iedereen Leest. Het stelt dat je bij de jongste kinderen moet inzetten op de ondersteunende volwassenen. De ouders, de thuisomgeving, de kleuterleerkrachten en kinderverzorgers dus. Die inspireren we nu zodat zij boeken aanbieden, voorlezen en erover praten met het jonge kind. Een eenmalig klasbezoek heeft op deze leeftijd weinig impact. Dagelijks voorlezen wel.’
En wat met leerlingen vanaf 6 jaar?
‘Leerlingen tussen 6 en 12 willen we volop toegang geven tot de collectie. Dat kan via een toegankelijke collectie op school (Bib op School, zie pp. 38-40) of ze komen drie keer per schooljaar op uitleenbezoek. In het tweede, vierde en zesde leerjaar nodigen we alle klassen ook twee keer uit voor een kwalitatieve leesactiviteit. Die momenten zijn niet lukraak gekozen. Volgens de doorgaande leeslijn zijn het cruciale momenten waarop leesbevorderende activiteiten de meeste impact genereren.’
‘De activiteiten duren telkens een uur, zijn makkelijk te plannen en verlopen in een rustige sfeer. Er zit ook een opbouw in. In het tweede leerjaar hebben leerlingen net leren lezen. Daarom tonen we dan de wereld van verhalen en van de bib. Het vierde leerjaar is erg ontvankelijk voor hoe een verhaal gemaakt wordt. Voor hen organiseren we een kennismaking met illustratoren en auteurs. In het zesde leerjaar trekken we hen nog eens in de bib op het moment dat we hen dreigen te verliezen. Zo frissen we op waarvoor ze hier terecht kunnen.’
‘Tijdens die activiteiten inspireren we ook de begeleidende leerkrachten met onze aanpak en door de manier waarop we met leerlingen over boeken praten. Op onze website vinden ze bovendien tips en tricks.’
Drempels als boetes hebben jullie ook weggewerkt.
‘De boetes zijn inderdaad afgeschaft. We geven elk Antwerps kind een bibkaart in het tweede leerjaar. Dat kan omdat ouders er niet voor moeten betalen. In het zesde leerjaar doen we dat opnieuw. Net als tijdens een herintroductie voor het tweede secundair. Leerkrachten hebben bovendien een gratis abonnement. Dat moet hen stimuleren om boeken breed in te zetten in de klas en om zelf hun leesvoorkeuren te ontdekken.’
Welke tips hebben jullie voor scholen als zij een ‘doorgaande leeslijn’ op hun maat willen uitwerken?
‘Verdiep je in het onderzoek. De sleutelmomenten geven je inzicht in hoe je impact kan creëren. Zie de bibliotheek als bondgenoot om aan leesmotivatie en geletterdheid te werken. Communicatie van de bib die doorstroomt naar alle leerkrachten en een persoonlijk contact zijn belangrijk voor een vlotte samenwerking.’
Je vindt meer info over de doorgaande leeslijn op Iedereen Leest.