Waar begint cultuur - transcriptie
Waar begint menselijke cultuur? En het antwoord op die vraag is: cultuur begint altijd en overal, zowel historisch als evolutionair, maar ook in de alledaagse ervaring met de ervaring van verschil tussen je herinnering, het geheugen, en het hier en nu.
En dat onderscheidt ons niet van andere levende wezens. Je zou kunnen zeggen dat leven wordt gekenmerkt door geheugen. Wat een geheugen heeft, leeft. Als er geen geheugen is, zelfs niet het meest rudimentaire, dan leeft het niet meer. Dan hebben we te maken met materie, niet met leven. Leven wordt gekenmerkt door geheugen.
Je zou een hele discussie kunnen voeren over hoe dat zit met planten en eencelligen, maar de basis is het geheugen.
Wat is het belang van het geheugen? Het stelt je in staat om te reageren op nieuwe situaties. Dankzij je geheugen weet je wat je moet doen. Heel simpel, wij zitten hier met elkaar en we kunnen hier zo zitten en we kunnen zo meteen hopelijk ook met elkaar spreken dankzij het feit dat wij een geheugen delen, een geheugen van taal, van gedrag, gebruiken en herkenning. We herkennen het gebouw, de ruimte waarin we zijn. We herkennen de taal en we herkennen elkaar als mensen. Dus ons geheugen helpt ons om… heel eenvoudig gezegd, om te overleven. Dat is de basis van het geheugen.
Het spijt me, het is maandagochtend. Dat realiseer ik me ook heel goed. Het is maandagochtend, dan moet je niet met dit soort dingen beginnen, maar het is niet anders, zo zijn we begonnen.
Wat nu bijzonder is: we zijn ons geheugen, we hebben eigenlijk ook niks anders. Het enige waarover we beschikken om voortdurend te kunnen reageren op de situatie, is ons geheugen. Maar het bijzondere van mensen ten opzichte van andere levende wezens, is dat wij niet met ons geheugen samenvallen. Dus wij zijn aan de ene kant ons geheugen, we hebben alleen maar ons geheugen om te reageren op het hier en nu, maar wij weten, u weet allemaal hopelijk ook, dat u niet uw geheugen bent. U heeft een geheugen en u gebruikt dat geheugen om betekenis en vorm te geven aan een situatie, dat noemen we de werkelijkheid. Daarom praten we zo graag over de werkelijkheid.
Dan vraagt iemand meteen: Wat is de werkelijkheid? Het antwoord is heel simpel: de werkelijkheid is dat wat zich onttrekt aan uw geheugen. Daarom vinden wij de werkelijkheid ook zo problematisch. De werkelijkheid is dat wat niet samenvalt met uw geheugen, wat anders is. Daarom is er een werkelijkheid. Anders wist u dat helemaal niet, want dan zat u in uw geheugen en dat werd bevestigd of niet, en zou er geen reden zijn om te denken… Op het moment dat er iets is dat niet samenvalt met je geheugen, realiseer je je opeens ook dat wat je weet en denkt, je geheugen is en niet de werkelijkheid. Dat is een heel belangrijk uitgangspunt. Mensen vallen niet samen met hun geheugen, maar ervaren altijd een verschil. Je zou kunnen zeggen dat dat de dialectiek is van de menselijke ervaring.
Daar hebben veel filosofen over geschreven, het feit dat we altijd geconfronteerd worden met iets wat anders is. Het wordt ook wel het afwezige genoemd, of het je-ne-sais-quoi, heel mooi in het Frans, dat wat altijd ongrijpbaar is.
Maar we moeten er heel gelukkig mee zijn, want als het er niet zou zijn, dan ben je dood of bewusteloos. Je hebt soms een heel kort moment van een déjà vu. Als je een déjà vu hebt, dan heb je net één fractie van een seconde, vaak heel kort, het gevoel gehad dat je het al wist, het gevoel dat de werkelijkheid samenviel met je geheugen. Dat zou voorkomen wanneer we moe zijn. Als onze hersenen moe zijn, dan zijn we niet snel genoeg in het waarnemen van de actualiteit en dan kunnen we het gevoel hebben dat we in ons geheugen zitten. Het duurt heel kort en het voelt ook een beetje vreemd. Je denkt: wat is dit? Dan ben je er weer bij en is er weer die werkelijkheid die verandert, waardoor je gedwongen wordt om te reageren en waardoor je beseft dat je er bent.
Dus de menselijke ervaring is dialectisch. Tweezijdig, altijd geheugen en verschil.
Het is een interessante… Het is ook heel raadselachtig hoe het komt dat wij dit kunnen. Want hoe is het mogelijk dat wij niet voortdurend gek worden? Dat je denkt: hoe kan dat nu? Die werkelijkheid is niet wat we gedacht hadden. Wat is die dan wel?
Er zit iets heel paradoxaals in onze ervaring van de werkelijkheid. Ze komt altijd overeen met wat we al wisten, anders zouden we ze niet herkennen, en tegelijkertijd is ze nooit hetzelfde als wat we al wisten, anders zouden we ze niet als werkelijkheid ervaren. Daar hebben we geen enkel probleem mee.
Terwijl je ook zou kunnen denken dat we een hele dag op een soort wip zitten tussen wat we al weten en nog niet weten, maar dat is redelijk normaal. Tenzij die werkelijkheid zo ver afwijkt van wat we verwachten dat het problematisch wordt. Dat kan, dat we denken: nu snap ik het helemaal niet meer.
Het is wel opmerkelijk, niet zo lang geleden, in september, was er een uitzending van Tegenlicht, een programma van de VPRO op zondagavond. Het heette: Omgaan met de chaotische wereld. Ze hadden op verschillende plekken in de wereld jongeren en ouderen gevraagd: Kun je met één woord aangeven hoe je de werkelijkheid ervaart? Vandaag de dag.
Ik heb diezelfde vraag ook aan mijn studenten gesteld, want ik wilde dat wel eens testen, en die gaven inderdaad hetzelfde woord. Bijna iedereen, overal ter wereld gebruikt datzelfde woord. Als mensen één woord mogen gebruiken om de werkelijkheid van de hedendaagse toestand aan te geven, gebruiken ze het woord 'chaos'. Mensen ervaren de werkelijkheid als chaotisch.
En vanuit het perspectief dat ik net schets, dat we eigenlijk altijd leven in een wereld die we herkennen, met een zeker verschil, is het interessant om je te realiseren dat heel veel mensen tegenwoordig die werkelijkheid als chaotisch ervaren. Met andere woorden, dat ze een enorm verschil ervaren tussen wat ze weten, hun ervaringen, en wat er op hen afkomt.
Even samengevat: menselijke cultuur ontstaat dus wanneer de informatieverwerking wordt verdubbeld. In de antropologie heb je het begrip 'decoupling'. De mens is ontkoppeld van de werkelijkheid. De werkelijkheid is voor mensen altijd een beetje vreemd, omdat die niet meer samenvalt met je herinnering. En daardoor verdubbelt ze, we leven voortdurend in een dubbele wereld. Een wereld die we herkennen en een die daar een beetje van verschilt.
Dus mensen ervaren een instabiel hier en nu. Dat ervaart u nu ook, dat ervaart u altijd. Terwijl je dat hier en nu tegelijkertijd altijd herkent op basis van stabiele herinneringen. Dat is het begin van cultuur. Dat is de basis van cultuur.
De hele 'Cultuur in de Spiegel'-theorie is gebaseerd op dit principe. Menselijke cultuur is het proces waarmee wij voortdurend onze herinneringen koppelen aan iets nieuws, vanuit wat we al weten.
Je zou kunnen zeggen: Hoe kan dat nou? Hoe kan dat nieuwe ooit bestaan als je het alleen maar herkent met herinneringen?
Het antwoord is ook logisch in zekere zin. Het nieuwe bestaat altijd als een nieuwe combinatie van bestaande dingen. Het nieuwe kunnen wij alleen maar kennen als een recycling, een hercombinatie van dingen die we al weten. Daardoor kunnen in een cultuur ook nooit grote sprongen gemaakt worden. Omdat je altijd vanuit wat je al hebt, moet werken naar het nieuwe toe.
Als u cultuurwetenschappen heeft gedaan of een achtergrond in kunstgeschiedenis heeft, kent u misschien het begrip remediatie. Remediatie is precies dit idee, dat iets nieuws altijd eerst begint als een hervorming van het oude.
De eerste computers zagen eruit als geschreven teksten en daarna pas werden ze echt computers. De eerste gedrukte boeken waren in feite gedrukte handschriften. Dus dat idee is… Leonardo da Vinci kon geen vliegtuig bedenken omdat hij alle stappen die daartussen nodig waren, niet ter beschikking had. Je kunt altijd maar zoveel boven wat je al weet, uitstijgen omdat je dat alleen maar kunt door wat je al weet op een nieuwe manier te combineren.
Dus aan de ene kant herinnering, aan de andere kant de waarneming of ervaring van een veranderend hier en nu, actualiteit of werkelijkheid. Herinnering en waarneming vallen niet meer samen.
Dat verschil tussen je herinnering en het hier en nu, dat genereert een heleboel dingen die typisch zijn voor menselijke cultuur, voor de human condition, la condition humaine. En ik ga langs de vijf kenmerken. Dit is ook weer vrij abstract. Als ik te snel ga, dan moet u dat zeggen. Gewoon meteen, vraag het gewoon.
Het eerste is misschien wel het allermoeilijkste. Dankzij dat onderscheid tussen geheugen en hier en nu is menselijke kennis of cultuur intentioneel. En met intentioneel bedoelen we dat wij over de werkelijkheid kunnen denken. Het is het filosofische begrip intentionaliteit. Sorry, het is niet anders.
In de sociale wetenschappen wordt met intentie 'doelgericht' bedoeld. Je bent intentioneel, je hebt een doel. In de filosofie wordt met intentioneel bedoeld dat je over iets denkt. Dat is een begrip van de Duitse filosoof Franz Brentano, eind 19e eeuw, uitgewerkt door de fenomenologie, Rousseau en Heidegger. Het is niet alleen een filosofisch idee, maar ook een cognitief idee: wij denken de werkelijkheid niet alleen, we denken ook over de werkelijkheid.
Je zou kunnen zeggen dat zolang de werkelijkheid en je geheugen samenvallen, je de werkelijkheid denkt. Als ze niet samenvallen, dan is je geheugen los van de werkelijkheid en gaat je geheugen dus over die werkelijkheid.
Een simpel voorbeeld, als u een muziekinstrument zoals viool leert spelen, dan denkt u na over wat u doet. Want u moet het instrument en de strijkstok op een bepaalde manier vasthouden, daar denkt u over na. U heeft de gedachte en denkt: o ja, dat moet ik nu zo doen.
Als u eenmaal een goede violist bent geworden, dan doet u dat niet meer. Dan denkt u niet meer over die werkelijkheid, dan is dat geïnternaliseerd en denkt u het alleen nog maar. Het vioolspel is dan gewoon wat u doet. Dat is het verschil.
Grotendeels zijn wij niet anders dan andere dieren. We denken de werkelijkheid en we denken er ook niet bij na. We rijden met de auto, zitten op de fiets. Daar valt ons geheugen helemaal samen met de werkelijkheid. Als dat niet zo is, gaan we over die werkelijkheid nadenken: wat doe ik eigenlijk op deze fiets? Dat heb je vaak als het verschil groter is.
Ik liep vanochtend Brussel-Noord uit, ik loop hier niet zo heel vaak naar buiten. Als ik in Groningen het station uit loop, dan is het gewoon het station, ik denk er niet over na. Maar in Brussel denk ik opeens: wat is het toch merkwaardig dat wij om halfacht allemaal die kant oplopen en dat we vanavond met z'n allen weer die kant oplopen. Dan begin ik erover na te denken, dat is precies het verschil.
Dat is wat we bedoelen met intentionaliteit. Dus niet de werkelijkheid denken, maar over de werkelijkheid denken, wat dus mogelijk is doordat het geheugen is losgekomen van die werkelijkheid. Intentionaliteit is belangrijk, in het Engels 'aboutness'.
Het tweede, heel belangrijke punt is doordat herinnering en werkelijkheid uit elkaar zijn getrokken in de menselijk cognitie, ervaren we tijd. Want we hebben een geheugen en wat in ons geheugen zit, is eerder gebeurd. De mens komt ook dankzij die ontkoppeling de tijd in. We zijn heel waarschijnlijk de enige diersoort die in de tijd leeft, of toch zo sterk. Er zijn misschien andere dieren die het een beetje hebben, die enigszins kunnen vooruitkijken, maar de mens leeft enorm in de tijd.
We hebben een gevoel van eindeloze tijd. We denken over het verleden, het begin, de big bang, we denken over de toekomst, van ons eigen leven en überhaupt van de menselijke soort. Dus wij leven in de tijd. Dat kan alleen maar doordat we dat geheugen hebben losgekoppeld van het hier en nu, en in dat geheugen kunnen wij gaan nadenken over hoe het was, hoe het zou kunnen zijn et cetera. Tijd is dus een onlosmakelijke dimensie of een onlosmakelijk aspect van menselijke cultuur. Heden, verleden en toekomst.
Het derde, belangrijke aspect van cultuur is vrijheid. Dat heeft ook te maken met die ontkoppeling. Op het moment dat ik mijn geheugen loskoppel van het hier en nu, betekent dat ook, en dat zult u allemaal herkennen, dat je verschillende geheugens kunt gebruiken om eenzelfde situatie te interpreteren. Je zit niet meer vast aan één geheugen. Dat is de basis van creativiteit. Het hele idee van creativiteit is dat je een niet voor de hand liggende herinnering gebruikt om een situatie op een andere manier dan iedereen altijd doet, te interpreteren. Recyclen. Herordenen van wat er al is. Om een werkelijkheid op een nieuwe manier vorm en betekenis te geven.
Ik besteed hier met studenten altijd veel aandacht aan, aan dat idee van vrijheid als een kernelement van cultuur, omdat vrijheid iets is waar veel over gepraat wordt. Het is belangrijk dat we vrij zijn en vrijheid van meningsuiting... Ik vraag wel eens aan studenten in welk opzicht ze vrij zijn. Je bent niet vrij van je lichaam. Je bent niet vrij van de cultuur waarin je opgegroeid bent. Je bent niet vrij in de zin van dat je alles zomaar kunt doen. Die vrijheid is enorm beperkt.
En datzelfde geldt ook voor gelijkheid. Mensen zijn niet gelijk aan elkaar, ze zijn heel verschillend afhankelijk van klasse, ras, afkomst. Maar er is één ding waar we allemaal in gelijk zijn, en één vorm van vrijheid die we allemaal hebben omdat die inherent is aan hoe ons denken werkt, en dat is de vrijheid die voortkomt uit het verschil tussen herinnering en hier en nu. Die vrijheid heeft ieder mens. Wanneer je een mens bent, heb je die vrijheid.
Je hoeft niet te denken wat er is. Je kunt iets anders denken. Je kunt gedachten op een andere manier bij elkaar brengen. En die vrijheid is dus niet een waarde, het is een gegeven. Sommigen vinden dat heel vervelend en eng, die doen dat liever niet, maar je hebt ze wel.
De tegenhanger van die vrijheid, die kennen we ook allemaal heel goed, dat is de angst. De mens is een angstige diersoort omdat hij altijd geconfronteerd wordt met iets wat hij niet verwacht, wat niet helemaal is zoals hij het verwacht, en wij weten ook dat we een heleboel dingen niet weten. De dood, het verleden, het begin. Wat was het begin? De oneindigheid, we weten dat er dingen zijn die we niet begrijpen en waar we geen vat op kunnen krijgen. En dat brengt onzekerheid met zich mee. Een heel gebruikelijke reactie daarbij is gewoon het ontkennen, die onzekerheid ontkennen, maar ze is er wel. Dus vrijheid en onzekerheid.
En ten slotte, wat mij betreft, het laatste belangrijke gevolg van dat uit elkaar trekken van herinnering en hier en nu, is dat we zelfbewust zijn. Hoe komt dat? Het lijkt vreemd, misschien, maar het is heel eenvoudig.
U luistert naar mij, u denkt daar van alles bij. U denkt: wat zegt hij nu? Of: abstract. U denkt van alles en probeert te begrijpen wat ik zeg. Dat doet u nu allemaal. Maar dat proces kunt u zich weer herinneren. Dus u herinnert zich niet alleen wat ik gezegd heb, maar ook goed of minder goed hoe u daarop reageerde en wat het voor u betekende. En je zou kunnen zeggen dat dat de basis van zelfbewustzijn is. Het is niets anders dan de herinnering aan het met elkaar in verband brengen van je geheugen en het hier en nu. En die herinnering gaat heel snel in ons hoofd. Het is een zogenaamde feedbackloop, waardoor we ons ter plekke al herinneren, we kijken en luisteren naar onszelf, we horen onszelf dingen zeggen, en dat is wat we zelfbewustzijn noemen. Zelfbewustzijn is niets anders dan de herinnering aan het proces van het verbinden van herinnering en actualiteit.
Dat heeft een heel interessant gevolg, namelijk dat het zelfbewustzijn eigenlijk altijd een beetje achter de beslissingen en de dingen die u doet, aan loopt. Ons zelfbewustzijn is een herinnering, dus komt het een beetje achter wat u doet of dat waar u zich van bewust bent, aan.
Er is een mooi experiment dat ook een paar keer herhaald is, van een Amerikaan, Libet. Het fameuze Libet-experiment.
Er wordt iemand gevraagd… Ik heb er geen plaatje van, maar u moet het zich even voorstellen. Een van de voordelen van het kunnen ontkoppelen van je geheugen, van het hier en nu is dat je je ook iets kunt verbeelden. Ik kan u vertellen dat u zich een klok moet voorstellen en daar draait een wijzer rond.
En het experiment is dat je wordt gevraagd om die wijzer op bepaalde momenten stil te zetten. Je hebt een eeg op je hoofd en er wordt genoteerd wanneer je hersenen besluiten om die wijzer stil te zetten. Wat blijkt nu, u kunt het nu al raden, is dat op het moment dat je zelf denkt dat je die wijzer stilzet, je hersenen al vijf milliseconden ervoor begonnen zijn met te beslissen dat je die wijzer gaat stilzetten. Met andere woorden, het bewustzijn dat je de wijzer gaat stilzetten, is in feite een herinnering aan de handeling van het stilzetten van de wijzer.
Dat heeft een interessant gevolg voor ons denken over vrije wil en zelfbewustzijn. We hebben altijd de neiging om te denken dat als je je ergens van bewust bent, dat dat je vrije wil is. Uit deze experimenten blijkt dat vrije wil en zelfbewustzijn niet per se hetzelfde zijn. Je kunt gewoon iets beslissen en vervolgens je ervan bewust worden.
Dit is in een notendop het antwoord op de vraag 'wat is cultuur?'.
Als mensen zeggen dat cultuur is hoe je kookt en de taal die je spreekt, dan zeg ik: Wacht even, cultuur is veel meer en ook veel ingrijpender. Cultuur is het feit dat we over de werkelijkheid kunnen nadenken, het is tijdsbesef, vrijheid, zelfbewustzijn. Dat is cultuur.
Ja, straks komen die gebruiken ook nog. De manier waarop je eet, hoe je kleding draagt en de taal die je spreekt, maar dat komt allemaal pas hierna. Dat komt nu pas.