Zonder publiek geen kunst of cultuur - transcriptie
Een traditioneel museum is een beetje ten dode opgeschreven omdat de jongere generatie gewoon fundamenteel anders omgaat met beelden.
In het begin van 2013 ongeveer hadden we door dat onze vaste collectie eigenlijk minder en minder volk trok en dan zijn we een heel proces begonnen van nadenken, introspectie, onszelf in vraag stellen om te kijken van: wat kunnen we nu betekenen als M?
We hebben ook gesprekken gehad met onze bezoekers.
Wat vinden jullie belangrijk bij zo'n nieuwe collectie-opstelling?
En daar kwam toch wel opvallend aan bod dat ze zeiden van: Ja, we horen wel graag verhalen en beleving. Het zou ook fijn zijn als het wat meer kan wisselen zodat we elke keer als we naar M komen, ook een ander deeltje van de collectie zien.
Met die feedback zijn we verder aan de slag gegaan.
Dag iedereen, welkom in M.
We zijn een kunstmuseum, maar we zijn vooral een visueel museum of een museum van het visuele. En in dat kader komt natuurlijk het idee van beeldgeletterdheid naar voren. Beeldgeletterdheid is de capaciteit die mensen hebben om betekenis te geven aan beelden, maar evengoed ook om beelden zelf te creëren.
Als iedereen alles geroken heeft en als je alle voorwerpen hebt bekeken, moet je maar eens rond je kijken en eens goed kijken naar de kunstwerken.
Het leukste vond ik dat we mochten ruiken en dat we in een kringetje moesten zitten en dan een voorwerp moesten pakken en bij het juiste kunstwerk mochten zetten.
We hadden door onze benen kunnen kijken, met één oog kunnen kijken. Het was best wel leuk om dat eens te doen, want ik doe dat bijna nooit in een museum.
Je ziet iets en je denkt: oei, als dat mij zou overkomen, gaat dat wat raar voelen. En dan beeld je je misschien een beetje in dat jij dat bent en dan begin je een beetje triestig of blij te worden.
Ik zie beter en meer details eigenlijk. En ik vond het best wel interessant.
Fantasie gebruiken is ook heel leuk. Dus ik heb het veel gebruikt en de andere kinderen, denk ik, ook.
Dat proces dat we zijn begonnen van onszelf te herdenken vanaf 2013, dat is iets wat we vanuit het museum zelf zijn begonnen.
En dan zijn we gaan samenwerken met theoretici. Lode Vermeersch bijvoorbeeld van het HIVA van de KU Leuven is een belangrijke partner. Samen met al die onderzoekers, ook het ENViL Network, dat is het European Network for Visual Literacy, gaan kijken van: oké, hoe kunnen we dat nu echt toepassen, een model maken voor musea rond beeldgeletterdheid.
Daar is een model uit ontwikkeld waarin vier belangrijke componenten aan bod komen. Het eerste gaat over het waarnemen, de volgende stap is dan het verbeelden. Dan heb je ook het conceptualiseren en dan heb je ook nog analyseren, wat de context van het verhaal vertelt.
Wat dan wel heel fijn bleek te zijn, is dat het model van visual literacy, dat dat eigenlijk een spiegel is van het model van Cultuur in de Spiegel van CANON Cultuurcel. Dat brengt die twee werelden dan weer heel mooi samen: onderwijs en het museum. Cultuur in de Spiegel was voor ons heel bruikbaar voor onze rondleidingen.
We hebben een heel aanbod voor kinderen. Kijken stond al voor een deel centraal, maar we hebben dat nog veel meer doorgedreven nu. We hebben nu ook echt een rondleiding beeldgeletterdheid. En dan gaan kinderen echt samen met de gids aan de slag op een heel speelse manier.
Jullie mogen nu eens kijken naar dat kunstwerk. Als jullie denken, goh, kijk eens goed, wat zou misschien iets zijn dat de kunstenaar heeft gekozen om te maken?
De rondleiding vond ik wel heel leuk en ook goed. Waarom? De schilderijen vind ik ook heel mooi, ik vind ze goed geschilderd.
De rondleiding vond ik leuk, de schilderijen vond ik mooi. De beelden waren ook echt heel mooi en je kon je fantasie echt gebruiken, want sommige beelden waren bijna helemaal wit en daarom kon je er je eigen kleur aan geven. Dat was eigenlijk het leukste daaraan.
Ik zou wel eens willen terugkomen om mijn familie te laten zien om hoe mooi deze schilderijen zijn. En ik wil ook tonen wat ik heb geleerd.
Mijn mede-curatoren uit andere musea, die kijken met enige argwaan naar wat wij doen. Dat is op zich helemaal niet erg, maar wij merken wel dat het brede publiek dit een heel verfrissende aanpak vindt en daarvoor doe je het uiteindelijk, hè.