Poëziesterren prikkelen en verdiepen
De Poëziesterren, een tweejaarlijkse actie in kleuterscholen, lagere scholen en sinds 2021 ook het secundair onderwijs, schotelt kinderen en jongeren recente Nederlandstalige poëzie voor. Bij dit tweejaarlijks event kennen leerlingen uit de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs Poëziesterren toe aan hun favoriete gedicht. Hiermee worden jongeren warm gemaakt om kwalitatieve hedendaagse poëzie te lezen en te ervaren. In onderstaand artikel lichten Heleen Rijckaert van de Taalunie en Ulrike Burki toe hoe de Poëziesterren het rijke leesonderwijs mee vorm geven.
Rijke gedichten die fonkelen
Als we kinderen en jongeren aan het lezen willen krijgen, kunnen we hen maar beter rijke teksten aanbieden. Dat wil zeggen: authentieke teksten, die goed geschreven zijn, aansluiten bij de leefwereld van jonge lezers en prikkelende vragen oproepen. Rijke teksten doen lezers dieper nadenken over taal en over de wereld: ze boren zich als een haakje in je aandacht en laten je daarna niet meer zo makkelijk los.
De laatste jaren is er in het onderwijs steeds meer aandacht gekomen voor het belang van rijke teksten. Wetenschappelijk onderzoek heeft immers aangetoond dat het voor de ontwikkeling van leesvaardigheid én leesplezier van groot belang is om in de klas met authentieke, kwaliteitsvolle en uitdagende teksten aan de slag te gaan. Dat geldt niet alleen voor sterke lezers, maar juist ook voor leerlingen voor wie lezen soms een uitdaging is. In de adviesnota Een leesoffensief voor Vlaanderen (2021) wordt er dan ook met nadruk voor gepleit om in het (lees)onderwijs volop met rijke teksten te werken.
Om leraren te inspireren om in hun lessen rijke teksten te gebruiken, lanceerde de Taalunie in 2022 een website die zich volledig richt op rijke teksten: www.rijketeksten.org. De website verzamelt voorbeelden van rijke teksten en reikt tegelijkertijd een aantal strategieën aan om rijk leesonderwijs vorm te geven. Stel prikkelende vragen, bied teksten aan in thematische sets en stimuleer interactie: het is een greep uit de strategieën die je als leerkracht kunt toepassen om het leesonderwijs te verrijken.
Rijke gedichten
Om dit rijke leesonderwijs vorm te geven, is poëzie uitstekend geschikt. Gedichten nodigen uit tot diep lezen. Ze verkennen alle kantjes en gaatjes van de taal en komen soms verrassend uit de hoek. Omdat gedichten bovendien meestal erg kort zijn, kunnen leraren en hun leerlingen ruim de tijd nemen om ze verschillende keren te lezen en daarbij elk woord goed tot zich te laten doordringen. Geen enkel woord in een gedicht staat er toevallig. En net dat maakt poëzie zo geschikt voor een diepe, rijke leeservaring.
De Poëziesterren, het poëtisch-didactische traject dat CANON Cultuurcel en Poëziecentrum samen hebben ontwikkeld, biedt interessante aanknopingspunten voor leraren die in de klas aan de slag willen gaan met poëzie. Poëzie is het genre bij uitstek waarin taal zich in haar speelsheid toont in plaats van louter functioneel. Poëzie is het leven voelen zinderen met al je zintuigen. Poëzie is hartslag, ritme, muziek. In gedichten vind je woorden die licht geven.
De Poëziesterren is een tweejaarlijks initiatief dat kinderen en jongeren warm wil maken voor de hedendaagse, Nederlandstalige poëzie. De werking rond de Poëziesterren richtte zich eerst uitsluitend op het basisonderwijs, maar werd in 2021 uitgebreid naar de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs.
Het project combineert een poëzieprijs met een uitgebreid didactisch traject. Uit alle gedichten die in 2021 en 2022 in Nederland en Vlaanderen verschenen zijn, maakte een vierkoppige jury een selectie van 48 gedichten. De geselecteerde gedichten werden daarna bekeken door een didactische werkgroep die een shortlist opstelde van vijf gedichten per graad. De deelnemende klassen bogen zich tijdens de Poëzieweek over de vijf gedichten en verkozen hun favoriet. In totaal stemden meer dan 35.000 leerlingen uit Vlaanderen en Brussel mee.
De gedichten die de meeste stemmen behaalden, werden bekroond met een Poëziester, een animatiefilmpje en een geïllustreerde poster. Er werden daarnaast ook lesbrieven en didactische tips opgesteld, zodat leerkrachten met de winnende gedachten aan de slag kunnen in de klas. En in september 2023 verscheen een bloemlezing met de beste gedichten uit deze editie. Die bloemlezing is een schatkist aan rijke teksten om mee aan de slag te gaan in het literatuuronderwijs. Bezoek de pagina met al het didactisch materiaal.
Dingen die licht geven
De bundel ‘Dingen die licht geven’ verzamelt 35 gedichten die in 2023 meedongen naar de Poëziesterren voor de eerste en tweede graad secundair onderwijs. De titel van de bundel verwijst naar Eveline Agapes gedicht ‘Alsof’ dat de poëziester voor de tweede graad in de wacht sleepte:
Alsof iemand plots
Op een lichtschakelaar heeft geduwd
Zo ineens is het donker
Je weet dat het komt
En toch verbaast het je
Mijn hoofd en de wintermaanden zijn daarin hetzelfde
Ik denk dat het geheim is
Blijven zoeken naar dingen
Die licht geven.
Het gedicht van Agape leent zich er uitstekend toe om mee aan de slag te gaan in de klas. Het is rijk in beeld- en metafoorgebruik en werkt toe naar een prikkelende en herkenbare pointe. Immers: wat zijn dan die dingen die licht geven als het donker wordt in je hoofd? Misschien – zo lijkt deze bundel te suggereren – ligt die schitterende troost wel in de poëzie.
Dingen die licht geven bevat overigens wel meer gedichten die over authentieke en voor jonge mensen erg herkenbare thema’s gaan, zoals troost, opgroeien en mentale gezondheid. Zo is er bijvoorbeeld het fragiele gedicht ‘Kinderkleuren’ van Sara Eelen. Of Siel Verhannemans ‘Want dan gebeuren geen erge dingen’. Troostrijk is ook de aanhef van Erik van Os’ gedicht ‘Voicemail’: ‘Ik ben op dit moment niet in de gelegenheid / gelukkig te zijn. Probeer het later nog eens. / Of spreek een schouderklopje in’.
Opvallend is dat veel gedichten in de bundel de poëzie opzoeken in het alledaagse. Grote gevoelens worden aangeboord via kleine, herkenbare beelden. Het gedicht ‘FYI’ van Bianco Boer opent bijvoorbeeld even treffend als tragisch met de zin ‘er zijn katten die meer volgers hebben dan ik’. En ook het gedicht ‘twee rozijntjes’ dat door de eerste graad met een poëziester werd bekroond, is een prachtig voorbeeld van dit soort alledaagse poëzie:
Jullie hoeven niks te zeggen
aan een blik heb je genoeg.
Je geeft het juiste antwoord
nog voor de ander jou iets vroeg.
Ooit samen als twee druiven
lekker strak in jullie vel,
nu twee rozijntjes in een doosje
met hier en daar een lel.
Alles van elkaar gezien,
al menig storm doorstaan,
twee gewelde rozijntjes,
de liefste die er bestaan.
Twee kamers waarin taal praat met zichzelf
Deze bloemlezing verzamelt een kleine schatkist aan jeugdpoëzie, vol originele metaforen en rake beelden. Sterk is vooral dat de doelgroep door deze bundel op geen enkele manier wordt betutteld of onderschat. Het genre “jeugdpoëzie” wordt in deze bundel expliciet opgevat als alle gedichten die jongeren kunnen aanspreken – en dus niet als een aanduiding voor hun moeilijkheidsgraad.
De gedichten zoeken hun jonge publiek op in herkenbare en authentieke observaties, eerder dan in vereenvoudigde taal. Ze zijn dus ‘rijk’, zowel in woord- als beeldgebruik. En juist dat maakt deze bundel zo dankbaar om mee aan de slag te gaan in de klas: deze gedichten prikkelen en inspireren, maar laten zich bijna nooit vatten in een samenvatting of parafrase. En precies daarom geef ik het laatste woord van dit artikel het liefst aan de poëzie zelf. Meer bepaald aan Ingmar Heytzes heerlijk talige gedicht ‘Ik heb het tegen jou’:
Ik leef in een wereld vol zaken
Die confetti maken van mijn aandacht:
Kliko’s, kinderen, kleurstalen.
Alles los ik op, de godganse dag
Los ik op zoals regen zich vermengt
Met alle dingen waar ze op en in valt,
Zo vermoeiend dat ze valt
En vallen blijft.
Poëzie werkt anders. Het gaat erom,
denk ik steeds vaker, dat iets buiten ons
het woord krijgt, wat wij – ik heb het tegen jou –
twee kamers zijn waar taal praat met zichzelf.
Elk woord dat ik er verder over schrijf
is al te veel, te lullig. Iemand die maakte
dat hij wegkwam, dat is poëzie.
Het hoofd op tafel begon te zingen
Zo had ik dit gedicht willen beginnen.
Dit artikel verscheen in de laatste Poëziekrant van 2023 (decembernummer). Lees het artikel geschreven door Heleen Rijckaert van de taalunie.
Poëziesterren voor het basis- en secundair onderwijs
Heb je interesse ook deel te nemen aan de Poëziesterren voor het secundair onderwijs, een initiatief van CANON Cultuurcel en Poëziecentrum? Neem dan zeker een kijkje op de de afzonderlijke pagina en laat je gegevens achter zodat wij je bij een volgende editie (2025) op de hoogte brengen wanneer de inschrijvingen starten.
Doe samen met je leerlingen mee aan de 6de editie van de Poëziesterren voor het basisonderwijs! Inschrijven kan tot en met 31 januari 2024. Schrijf in!
Ontdek op de overzichtspagina het didactisch materiaal bij Gouden Poëziemedaille en Poëziesterren voor basisonderwijs.
De Poëziesterren voor secundair onderwijs zijn een initiatief van CANON Cultuurcel en Poëziecentrum.