Boekenmeester Hannes | Boeken als inspiratie voor eigen verhalen
Meester Hannes Van Wynendaele stond nog maar net in Freinetschool de Harp, of hij zorgde dat zijn klas een eigen klasbibliotheek kreeg. De leerlingen van zijn klas zijn ondertussen stuk voor stuk verhalenfreaks geworden die boeken verslinden en zelf verhalen schrijven.
Elke vrijdag neemt meester Hannes de klas van juf Veerle over en daar kijken de leerlingen echt naar uit. Hij begint de dag steeds met een voorleesmoment, waardoor geen enkel kind te laat komt in zijn les. Verder voorziet hij een gezellig kringmoment waarin de kinderen hun werkjes van de voorbij week voorstellen. ‘De leerlingen mogen een zelf geschreven verhaal voorbrengen’, vertelt meester Hannes. ‘Ik geef hen dan feedback op hun eigen verhaal: wat was heel goed, waar moeten ze volgende keer iets meer op letten, en zo verder. Ook hun klasgenoten mogen feedback geven. Ze weten heel goed hoeveel kritiek iemand kan verdragen en beginnen altijd meestal met een complimentje.’
Wie is Hannes Van Wynendaele?
School: Leerkracht op Freinetschool De Harp in Gent.
Favoriete kinderboek: Het Boekenliefje van Helen Dochert.
Geeft de boekenmicrobe door omdat … In de lagere school had Hannes een hekel aan lezen. Hij heeft dyslexie en moest steeds hetzelfde ‘speciale’ boekje lezen waardoor hij zich minderwaardig voelde. In het middelbaar ging hij in boeken op zoek naar inspiratie voor verhalen te schrijven. Op de universiteit werd hij geconfronteerd met echte literatuur en werd er meteen verliefd op.
Elkaar warm maken voor een boek
De leerlingen van het derde en vierde leerjaar, die samen in een graadsklas zitten, mogen ook iets over een boek vertellen dat ze uitgelezen hebben. ‘Nadat ze een boek uitgelezen hebben, moeten ze een kleine boekbespreking maken’, legt meester Hannes uit. ‘Daarop moeten ze invullen waar ze het boek gevonden hebben, waarom ze het hebben gekozen en waar het over gaat. Ze moeten het boek op vijf sterren quoteren en een tekening maken die bij het verhaal past.’
De besprekingen zorgen er voor dat andere kinderen warm gemaakt worden om het boek te lezen. ‘Een boek krijgt hier al snel vijf sterren als ze het goed vinden, maar dat maakt de andere kinderen ook erg nieuwsgierig, waardoor ze zelf naar het boek op zoek gaan. Ik moet hen tijdens zo’n bespreking soms behoeden voor een spoiler. Het gebeurt wel eens dat ze het hebben over dat ene overleden personage, waarop plotsklaps vier andere leerlingen verbaasd kijken en zeggen: ‘Maar die is toch helemaal niet dood?’ Dan leg ik hen ook uit dat je wel kan vertellen wat er in het verhaal gebeurt zonder te veel te verklappen.’
De Beste Boekenjuf/meester van het jaar
De prijs voor de Beste Boekenjuf/Boekenmeester beloont leerkrachten (kleuterschool en basisschool) die een concrete en dagelijkse inzet tonen voor leesbevordering en het werken met kinderboeken in de klas. In het magazine brengen de kandidaten hun verhalen en je vindt er massa's tips en tricks rond lezen en leesplezier in de klas.
CANON Cultuurcel en de Groep Kinderboekenuitgevers zoeken een juf of meester, zorgleraar of -coördinator uit het basisonderwijs (kleuter- en lager) die zich inzet voor leesbevordering en werken met kinderboeken aanmoedigt.
Nomineer jouw kandidaat
Wie besmet jou met zijn of haar passie voor (voor)lezen? Wie vult de boekenhoeken op school met een rijk en recent aanbod? En wie wakkert in jouw team het leesvuur aan? Kortom, welke juf of meester heeft op jouw school het grootste hart voor boeken? Ken jij zo iemand? Nomineer je kandidaat via boekenjuf.be.
Boekenzoeker
Het is duidelijk, de leerlingen van meester Hannes’ klas lezen veel. De begeleiding van de meester bij het kiezen van het juiste boek zal daar ook wel voor iets tussen zitten. ‘In het begin van het schooljaar heb ik samen men hen bekeken hoe je een boek kan kiezen’, vertelt meester Hannes. ‘We zetten ook meteen de theorie om in de praktijk en gingen op zoek naar boeken die zij leuk vinden. Dat deden we via boekenzoeker.be, waar de leerlingen leestips kregen. Ik leerde hen ook de vijfvingertest aan, zodat ze zelf aan de hand van deze makkelijke methode kunnen testen of een boek te moeilijk is of niet. Ik heb een afkeer van de AVI-niveaus, dat belemmert de leerlingen in het leesplezier.’
Enkele boeken die op boekenzoeker.be werden aangeraden, kocht meester Hannes ook aan voor de klasbib. ‘De leerlingen mogen de boeken mee naar huis nemen om daar verder te lezen, daar hebben we ons eigen uitleensysteem voor’, legt meester Hannes uit. ‘Ik heb ze in het begin goed duidelijk gemaakt dat je zorg moet dragen voor de spullen van iemand anders. Soms nemen ze ook boeken van thuis mee die ze per se willen aanraden aan hun klasgenoten. Dat boek staat dan even mee in de klasbibliotheek en zo kunnen andere leerlingen het ook eens lezen.’
‘Ik begin elke dag met een voorleesmoment. Tijdens het kringgesprek kunnen de leerlingen elkaars geschreven teksten horen en elkaar boeken aanraden om te lezen’
Wie kiest het klasboek?
In het begin van het schooljaar koos Hannes nog zelf het klasboek, waaruit hij ’s morgens een stuk voorleest. Maar geleidelijk aan wisten de leerlingen welke boeken geschikt konden zijn als klasboek en mochten ze zelf voorstellen doen. ‘Ze gaan dan helemaal in dat onderwerp op’, zegt meester Hannes. ‘Een paar weken geleden was Dummie de mummy het klasboek. Daaruit ontstond ook het project Egypte waarrond de hele klas werkte. De zelfgeschreven verhalen gingen ook allemaal plots over mysterieuze zoektochten en vonden plaats in Egypte. Een boek over een potlood dat tot leven kwam inspireerde dan weer veel leerlingen tot een verhaal over de bizarste voorwerpen die tot leven kwamen.’
‘Ik gebruik het klasboek niet enkel om uit voor te lezen, maar gebruik het ook steevast in andere lessen. Zo gebruikt ik zinnen uit het boek bij de lessen taalbeschouwing om te leren ontleden. Doordat de zinnen uit het klasboek komen, zijn de leerlingen plots veel geïnteresseerder’
Moeilijke lezers helpen
Elke vrijdag gaat een deel van Hannes’ klas voorlezen in de kleuterklas en een deel helpen lezen in het eerste en tweede leerjaar. Het derde deel dat die week niet gaat voorlezen, blijft in de klas en mag vrij lezen in een boek dat ze zelf gekozen hebben. De leerlingen die het wat moeilijker hebben met lezen, worden dan door meester Hannes geholpen.
Op andere momenten in de week begeleidt meester Hannes anderstalige nieuwkomers in de school. ‘Ik ben samen met hen naar de openbare bibliotheek gegaan’, vertelt hij. ‘Daar nam ik rustig de tijd om samen met hen het juiste boek te vinden, zodat ze met plezier op hun niveau een Nederlandstalig boek kunnen lezen.’
Het is wel duidelijk dat schrijven voor meester Hannes even veel betekent als lezen. Hij droomt er dan ook van ooit een kinderboek te schrijven. ‘Liefst een boek waarin ik heel de school kan betrekken’, zegt meester Hannes. ‘De kleuters zouden kunnen helpen bij de illustraties, terwijl de lagere school mee kan brainstormen over personages en het verhaal.’