Boekenjuf Peggy | Boeken zijn de basis van alles
Tot voor een paar jaar werd er op De Balderschool niet structureel aan leesbevordering gedaan. Peggy Cornelis hakte toen de knoop door om dat op de agenda te zetten. ‘Wie een boek kan lezen, kan al de rest ook onder de knie krijgen.’
Nadat ik acht jaar in een joodse school had gewerkt, deed ik een interim in een bulo-school. Het sprak me zo aan dat ik erin verder wilde gaan. Ik kon hier op school beginnen en heb toen een banaba specialisatie gevolgd. De kinderen zijn hartverwarmend open en komen spontaan vertellen, daar doe ik het echt voor. Uiteraard hebben sommigen een rugzakje. Kinderen met type 1 hebben een licht mentale achterstand, Kinderen met type 8 hebben leerstoornissen. Sommige kinderen kunnen na twee jaar terug naar het gewone lager onderwijs.
Vaak hebben mijn leerlingen een strakke structuur nodig. Alleen zet ik wel alle leerlingen apart aan een bankje omdat ze zich anders slecht kunnen concentreren. Ik heb toevallig allemaal jongens dit jaar en die kunnen elkaar ook niet makkelijk gerust laten (lacht). Daardoor werkt de leeshoek dit jaar niet echt. We lezen gewoon aan de tafel.
Een aantal leerkrachten werkten al veel met boeken, anderen minder. Zelf vind ik boeken de basis van alles. Wie een boek kan lezen, kan al de rest ook onder de knie krijgen. Gewoon al een opdracht maken of een vraagstuk lezen gaat toch veel beter als kinderen goed kunnen lezen. Sommige kinderen hier komen thuis zeer weinig in aanraking met boeken, dus het is absoluut een plus als wij hen op school met boeken in contact brengen.
Wie is Peggy Cornelis?
School:
Pedagogische Eenheid 3 op GO! De Balderschool (BuLo) in Berlaar.
Favoriete kinderboek:
Sjakie en de Chocoladefabriek, Roald Dahl.
Vast tijdstip
Ik heb een nascholing gevolgd voor leesbevordering in de eerste graad en daarna zijn we er hier ook mee begonnen. Het was even wat werk om alle neuzen in dezelfde richting te brengen. Iedereen past het nu toe op zijn of haar manier in de klas. Buitengewoon onderwijs heeft als voordeel dat hier meer geschoven kan worden met uren.
Ik lees zelf 5 minuten voor en de kinderen lezen 10 minuten of omgekeerd. In de andere klassen zijn we begonnen met voorlezen om dat nadien af te bouwen zodat de kinderen vooral zelf kunnen lezen. Gezien de aard van onze leerlingen moet het altijd op een vast aangekondigd moment gebeuren. Vaak plan ik de 15 minuten leestijd na turnen of na een van de speeltijden.
Een jongen in mijn klas leest echt niet graag. We moesten samen de ingang vinden tot het kiezen van boeken. Uiteindelijk is hij via een moppenboek en een stripboek over Garfield tot bij boeken met een langer verhaal gekomen.
De Beste Boekenjuf/meester van het jaar
De prijs voor de Beste Boekenjuf/Boekenmeester beloont leerkrachten (kleuterschool en basisschool) die een concrete en dagelijkse inzet tonen voor leesbevordering en het werken met kinderboeken in de klas. In het magazine brengen de kandidaten hun verhalen en je vindt er massa's tips en tricks rond lezen en leesplezier in de klas.
CANON Cultuurcel en de Groep Kinderboekenuitgevers zoeken een juf of meester, zorgleraar of -coördinator uit het basisonderwijs (kleuter- en lager) die zich inzet voor leesbevordering en werken met kinderboeken aanmoedigt.
Nomineer jouw kandidaat
Wie besmet jou met zijn of haar passie voor (voor)lezen? Wie vult de boekenhoeken op school met een rijk en recent aanbod? En wie wakkert in jouw team het leesvuur aan? Kortom, welke juf of meester heeft op jouw school het grootste hart voor boeken? Ken jij zo iemand? Nomineer je kandidaat via boekenjuf.be.
Bib en klasbib
Sommige van onze klasbibs zijn verouderd. Dat lossen we op door een deel van ons sinterklaasbudget aan boeken te besteden in plaats van aan speelgoed. Bij de meesten is dat ongeveer 25 euro. Daar kun je al wel wat mee kopen bij een beurs als Boekenfestijn. De klasbibs bestaan voor 90% uit eigen boeken, de rest vullen we aan met bibliotheekboeken.
Ik ga om de vier weken naar de bib van Herenthout. Met mijn lerarenkaart mag ik daar zoveel boeken uitlenen als ik wil. Ik kies ze uit voor mijn klas. Met de school gaan we ook een keer per maand naar de bib van Berlaar. Daar kiezen de kinderen zelf. Dat vinden de kinderen heel fijn. Zelf kiezen is vaak wel nog moeilijk. Ik zeg dan waar ze mogen gaan kiezen. We werken altijd met de vijfvingertest. Ze lezen een stukje en bij elk woord dat ze niet snappen moeten ze een vinger weg doen. Als er na 1 bladzijde vijf vingers weg zijn is het boek te moeilijk. Toch voel ik soms dat zo’n boek toch gaat lukken, of het komt ook voor dat ze er na een paar maanden wel rijp voor zijn.
Strips zijn vaak nog te moeilijk. De boekjes van Klein Suske en Wiske en de stripverhaaltjes van Junior Suske en Wiske spreken hen wel aan.
Tijdschriften scoren hier ook goed, zoals Junior National Geographic. Ik heb zelfs een Autogids liggen. Voor sommige kinderen is dat een manier om erin te komen, het spreekt hen aan en ze kijken vooral naar de foto’s. Voor kansarme kinderen hebben we de boeken op school en ook leestasjes die mee naar huis mogen.
Luisterboeken gebruiken we hier minder omdat dat te lang duurt voor onze kinderen. De sprookjes van Het Geluidshuis kunnen we hier bijvoorbeeld niet opzetten. Ik lees wel zelf heel veel voor.
Stoelendans
Ik doe vaak een stoelendans als er nieuwe boeken zijn. Ik leg op elke stoel een boek, zet muziek op en als de muziek stopt moeten ze het boek pakken waar ze bij staan. Zo maken ze ook kennis met boeken die ze anders misschien niet zouden vastnemen. Vaak willen mijn leerlingen allemaal hetzelfde boek en zo kan ik dat een beetje omzeilen.
Ik doe soms ook een leescarroussel. Zo moeten ze om de tien minuten iets anders lezen en doorschuiven, Dat doen we een lesuur lang.
Bladwijzer
Wij werken met de vernieuwde AVI-testen. Ik vind een objectieve meting belangrijk maar zeker niet de belangrijkste maatstaf om lezen te evalueren. Kinderen ervaren vaak de tijdsdruk van die testen en zijn gestresseerd. Bovendien zegt zo’n test niets over het leesplezier en het begrijpen van wat er staat. Bij ons verloopt de test via de logopedisten die bij de zorg horen op deze school.
In het begin van het jaar maken we altijd samen een bladwijzer waarop tips staan voor de ouders om te kunnen voorlezen. De tips zijn: Kies een boek uit dat jullie samen leuk vinden, lees elke dag even of bezoek eens samen de bib.
In de boekenkast van juf Peggy
- Dolfje Weerwolfje, Joram Lürsen
- Vos en Haas, Sylvia Vanden Heede
- De reuzenkrokodil, Roald Dahl
- Hier waakt oma, Stefan Boonen
- De Gorgels, Jochen Meyer
- Bibi’s doodgewone dierenboek van Bibi Dumon en Fleur Van de Weel