Circus? Je leerlingen worden er sociaal-emotioneel sterker van
Wat steken leerlingen met sociaal-emotionele problemen op van circustechnieken? Heel veel, concludeert de Ziekenhuisschool Fioretti van de Stad Gent. Een groepje lagereschoolkinderen proeft er wekelijks met Circusplaneet een lesuur van. ‘Ongemerkt werken ze aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat is dé absolute meerwaarde’, vindt leerkracht Ann Doutreloigne. Cultuurkuur ging een kijkje nemen.
Het aanbod om ‘iets met circus’ te doen in de Ziekenhuisschool Fioretti kwam voorbijwaaien, en leerkracht Ann Doutreloigne sprong meteen op de wagon. ‘Ik heb vroeger zelf circustechnieken gevolgd. Het leek me tof om eens met de leerlingen te proberen.’ Intussen is de circuswerking een geïntegreerd onderdeel van het lessenpakket. Elke dinsdagvoormiddag komen de leerlingen jongleren, tonlopen, bordje draaien …
‘Circus!’ roept lesgeefster Eve Zeghers en de leerlingen zetten zich netjes in de kring neer. Dat is de afspraak, dat weten ze goed. Ook als je een techniek oefent, leg je je materiaal neer en kom je in de kring. ‘Normaal verlopen circuslessen ietsje chaotischer, maar deze leerlingen hebben structuur nodig.’ Dus liggen er zes matten in een ruimere kring rond de eerste, en op elke post het nodige materiaal voor een specifieke techniek. ‘Gewoonlijk geef ik ze één techniek per les, en proberen ze op elk postje een andere oefening. Vandaag is er ook een doorschuifsysteem, maar dus met verschillende technieken.’
Vuurwerk!
‘Hier kun je jongleren’, legt Eve uit. En ze toont hoe het moet: ‘Met één balletje gooien, met twee balletjes (gooi-gooi-vang-vang). Of je kunt vuurwerk maken: je steekt je balletje in een sjaaltje, draait het rond het balletje vast, gooit recht in de lucht en vangt weer op.’ Er is ook een moeilijkere variant. Daarbij gooi je het dunne sjaaltje open op, en het balletje erin. Vuurwerk! Het blijkt de populairste post, zelfs populairder dan tonlopen.
‘Circus is echt goed voor doelgroepen die moeite hebben op vlak van sociaal-emotionele ontwikkeling. Ze leren verdraagzaam zijn en omgaan met frustratie.’
De leerlingen gaan aan de slag. Ze gooien ringen over kegels of laten ze ronddraaien rond hun arm of vinger. Ze oefenen met diabolo en flowerstick, proberen de lasso uit. ‘Veel van deze technieken zijn een goede training in zelfbeheersing’, zegt Eve. ‘Met een lasso draaien is niet zo moeilijk, maar je moet het rustig doen, anders lukt het niet. Een groot voordeel aan circus is dat er technieken bestaan waar je snel mee weg bent. Maar als je dan beter wil worden, moet je veel trainen en volhouden. Iedereen botst ook op technieken die hem beter of minder goed liggen. De leerlingen leren hier dus nieuwe talenten kennen, maar evengoed omgaan met frustraties.’
Speels en ongemerkt
‘Circus is echt goed voor doelgroepen die moeite hebben op vlak van sociaal-emotionele ontwikkeling’, bevestigt leerkracht Ann Doutreloigne. ‘Het zit hem vooral in kleine dingen: leren wachten, respect hebben voor elkaar en het materiaal, elkaar niet uitlachen. Dat zijn allemaal dingen die in deze groep enorm tot uiting komen, en tijdens de circusles leren ze op een speelse manier dat het anders kan. En dat nemen ze dan onbewust weer mee naar de klasgroep. Je kunt echt wel stellen dat de leerlingen er sterker van worden.’
Leren is proberen
‘Leren is proberen’ is het motto in de circuszaal. Het klinkt geregeld door de ruimte. ‘En ook in andere lessen sijpelt het door’, zegt Ann. ‘Deze groep is recent nog vernieuwd, dus je merkt dat ze hun plekje nog wat aan het zoeken zijn. Maar we hebben al vaker gemerkt dat circuseducatie een positieve invloed heeft op vlak van verdraagzaamheid en omgaan met frustraties. Zo was er daarnet een kleine aanvaring tussen twee jongens. De aanstoker ging even apart zitten, op de rustmat, iets wat we hier altijd aanbieden. En hij heeft nadien sorry gezegd. Dat is een belangrijke stap. Dankzij de rustmat kunnen ze er even uit stappen als het te veel wordt. En ze krijgen altijd opnieuw kansen. Maar ze weten ook dat als ze negatief gedrag niet bijsturen, ze terug moeten naar de klasgroep of hun kamer, en dan is de pret voorbij.’
Tips van juf Ann
- Leren is proberen. Dat is niet alleen een goed motto voor leerlingen, ook voor leerkrachten. Natuurlijk kunnen wij die circustechnieken ook niet allemaal even vlot, we leren samen met de leerlingen. Dat is voor hen ook tof om te zien.
- Vind je motivatie. Een leerkracht moet gemotiveerd zijn en ervoor openstaan, anders vlot het project niet. Kies dus een thema dat je ligt of waar je nieuwsgierig naar bent.
- Betrek je lessen bij het project. Zeker als je iets doet met circus kun je er werkelijk alles mee verbinden: rekenles, pestbeleid … het kan er allemaal bij betrokken worden.
- Bouw het zelfvertrouwen van je leerlingen op. Ook dat gaat eenvoudig in een project als dit. Leerlingen ontdekken nieuwe talenten die je als leerkracht heel makkelijk positief kunt bekrachtigen. Daar worden de leerlingen sterker van.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- De leerlingen kijken toe als Eve een techniek demonstreert (bijvoorbeeld: jongleren met balletjes). Herinneren ze zich nog van een vorige keer hoe het moet?
verbeelden
- De leerlingen leren een techniek waarbij ze drie ringen zo in elkaar puzzelen dat ze elkaar in evenwicht houden. De techniek heet ‘de brievenbus’: je plaatst één ring op je vingertoppen, eentje hou je vast met je duim, de ‘brief’ (de derde ring) gaat in ‘de brievenbus’ die de twee eerste ringen vormen. Je verbeelding helpt je alles te onthouden!
conceptualiseren
- Weten de leerlingen wat dit bepaalde object is? Een diabolo! Kan iemand uitleggen hoe je de diabolo op het touw krijgt en wat je er vervolgens mee kan doen? Eén leerling legt het uit, terwijl hij het demonstreert.
analyseren
- Eve legt uit dat tonlopen altijd gebeurt op blote voeten, want dat je er anders weinig grip op hebt en er gemakkelijk vanaf glijdt. Eén leerling vergeet de regel en stapt toch met sokken aan op de ton. Hij probeert en concludeert dat sokken inderdaad glijden - je kunt effectief beter tonlopen op blote voeten. :-)
Dragers
lichaam
- De leerlingen zetten hun lichaam voortdurend in tijdens het oefenen van technieken. Ze leren hun bewegingen te beheersen, de techniek correct uit te voeren ...
voorwerpen
- De leerlingen leren de verschillende circusmaterialen te hanteren: lasso, diabolo, kendama, flowerstick, tonnen, balletjes en sjaaltjes ...
taal
- De leerlingen leren de technieken uit te leggen, en verbaal respectvol met elkaar om te gaan.
Grafische tekens
- Bij het begin van de les herhalen de leerkrachten/opvoeders de regels. Dat gebeurt niet alleen verbaal, ze hebben ze ook op grotere bordjes geschreven, zodat de leerlingen er ook een grafisch beeld bij hebben.