Playground Brussel
Samen met drie lagere scholen uit het Brusselse gingen studenten van het derde jaar lerarenopleiding lager onderwijs op zoek naar verhalen uit en over Brussel. Met de hulp van artistieke begeleiders vertaalden ze die verhalen aan de hand van uiteenlopende media.
Les volgen in Brussel en zelf lesgeven in Brussel zonder de stad goed te kennen? Dat kan niet de bedoeling zijn. Hogeschool Odisee zet bewust stappen waardoor de studenten van de lerarenopleiding de hoofdstad beter leren kennen en begrijpen. Samen met drie lagere scholen uit het Brusselse (Sint-Lukas Basisschool, Sint-Joost-aan-Zee en Basisschool Heilige Familie) gingen studenten van het 3de jaar lerarenopleiding lager onderwijs op zoek naar verhalen uit en over de stad. Met de hulp van artistieke begeleiders vertaalden ze die verhalen aan de hand van uiteenlopende media: kortfilm, installaties, zang, dans …
De eerste keer dat ze zo projectmatig werken
Cultuureducatie is al lang een belangrijk gegeven voor Odisee. Dit project kadert in een verplichte stage, dus alle studenten namen deel. Het is de bedoeling dat de studenten via verschillende kunstdisciplines kinderen helpen om een onderzoek te voeren naar hun stad. Op die manier leren ze op hun beurt de leefwereld van kinderen beter begrijpen. De kinderen ontdekken nieuwe talenten en leren elkaar ook beter kennen.
‘Voor deze studenten is het de eerste keer dat ze projectmatig werken’, vertelt coördinator Sonja De Lange. ‘Dit was het vijfde jaar dat we dit project organiseerden, maar het is natuurlijk elk jaar een beetje anders. Ik ben erg tevreden met de opbouw van het project. We beginnen met een impressieweek, daarna werken we tijdens een korte periode erg intensief en daarna volgt de echte stage. Die volgorde zit goed. We merken ook dat er altijd veel enthousiasme is bij de studenten.’
Beter Brussel
Tijdens de impressieweek namen docenten van Odisee hun studenten mee op sleeptouw door Brussel, om verschillende inspirerende projecten te bezoeken. Ze verkenden de stad onder meer met de hulp van Brussel Behoort Ons Toe (BBOT), een organisatie die sinds 1999 het auditieve leven van de stad verzamelt en kanaliseert naar socio-artistieke producties. Maar er was ook de boeiende selectie kortfilms van Minuut Quartier/Quartier Minute, een Brussels filmfestival met creaties van kinderen en jongeren. Ook buiten de hoofdstad valt natuurlijk inspiratie te rapen, denk maar aan het Gentse stadsproject Wilde Mannen Woeste Wijven.
In een tweede fase verkenden de studenten hun stageschool én de wijk waarin die gelegen is, samen met hun docenten. Om het creatieve proces ook zelf te ervaren, werkten ze tijdens een korte intensieve periode aan een multimediale voorstelling over de wijk van hun stageschool. Het was de eerste keer op een nieuwe locatie, en het Anderlechtse Zinnema bleek een prima werkplek.
‘Het idee om de controle los te laten, is voor veel studenten een moeilijke stap’, legt Sonja uit. ‘Ze weten dat ze naar een film of een dansvoorstelling moeten toewerken, maar dat de inhoud van de kinderen komt. Dat vraagt vertrouwen en zelfzekerheid. Natuurlijk worden ze goed begeleid en leren ze veel van de betrokken kunstenaars.’
Een essentieel onderdeel
En die kunstenaars zijn een essentieel onderdeel. ‘Met Klaas De Roo hebben we al een aantal projecten gedaan, hij is een topbegeleider. Hij is kleuterleider van opleiding, maar heeft ook een Master in Beeldende Kunsten én een achtergrond in dans. Een superinteressant profiel, dus. Bovendien slaagt hij er in om het overzicht te bewaren terwijl hij toch volop met de studenten meedenkt én buiten de lijntjes durft te kleuren.
Ook Marie Bogaert had eerder al andere stages begeleid. Ze heeft het ideale profiel: ze studeerde Vrije Kunsten aan Sint-Lukas in Brussel, is opgeleid als leerkracht en volgt op dit moment een Masteropleiding Beeldende Kunsten.’
Digitaal denken
‘De voorbije jaren werden de artistieke resultaten van het project gratis tentoongesteld in Muntpunt - maar dit jaar lieten ze weten dat ze deze keer niet in staat waren om de nodige ruimte vrij te maken. Dat is natuurlijk sneu voor de leerlingen, die op deze manier geen eindtentoonstelling krijgen waarop ze hun ouders kunnen uitnodigen. Dat probleem hebben we digitaal opgelost: onze studenten hebben per lagere school een blog gemaakt, samen met de kinderen, waarop het hele traject werd vastgelegd. Bovendien maakten ze bewust tijd om samen naar de andere blogs te kijken.
Het bleek uiteindelijk een geluk bij een ongeluk, het werd heel tof en we gaan er volgend jaar zeker mee verder. De leerlingen leren hoe ze verslagjes moeten maken en hoe ze foto’s moeten posten online. Bovendien zit je qua timing bovenop je project: je kan meteen een update posten, zonder tijd te verliezen.’
Tip van Sonja
- De grote uitdaging van het project is om de verschillende partners goed op elkaar af te stemmen. De ene school is de andere niet, elke leerkracht heeft een eigen aanpak en de studenten moeten vaak sterk in hun schoenen staan. Veel communiceren blijft de boodschap.