Poëziejongens | Zo schrijven jouw leerlingen uit het technisch onderwijs wél poëzie
Kan je poëzie laten rijmen met industrie? Zeker. Dat bewijst dichter en auteur Mustafa Kör. Zeven vrijdagen trekt hij naar het Technisch Heilig-Hartinstituut in Tessenderlo. Bij de 13 jongens van 5 Electro-Mechanica (EM) en Industriële Wetenschappen (IW) wil hij een zaadje planten. ‘Zodat ze misschien een boek ter hand zullen nemen, terugdenkend aan die gekke meneer Mustafa die zei: Poëzie is het leven. Lees, lees, lees.’
‘Ik zie mezelf in hen’, zegt Mustafa Kör in de leraarskamer van het THHI. ‘Ik kan me voorstellen hoe fijn ik het gevonden zou hebben, als iemand me op hun leeftijd de kunst van taal en literatuur had bijgebracht. Ik zat ook in EM en had net als hen nog nooit van Hugo Claus gehoord. Ik wist niks van literatuur tot ik op mijn vierentwintigste, na een ongeval, als een bezetene begon te lezen. Dan ontstaat er een amour fou die je niet voor mogelijk houdt.’
Poëzie in niet-evidente scholen
Dichter in residentie is een pilootproject van het Poëziecentrum in samenwerking met CANON Cultuurcel. ‘We willen tonen dat er ook in scholen met harde richtingen een klimaat kan ontstaan waar poëzie gedijt’, zegt Dirk Terryn, coördinator van CANON Cultuurcel. ‘Een dichter die meermaals op een technische of beroepsschool komt, kan via unieke ontmoetingen ook daar iets losmaken. We hebben al ervaring met auteursresidenties, maar dit is dus de eerste keer dat poëzie centraal staat.’
In het pilootproject komt dichter en auteur Mustafa Kör zeven weken naar een klas van het THHI in Tessenderlo. Hij neemt de groep op sleeptouw en introduceert hen in de wereld van klank, rijm en zingeving. Vrijwel aan het einde van het traject horen ze dat er ook een publicatie op stapel staat: het Poëziecentrum brengt hun gedichten in de vorm van een echt boek naar de wereld.
Honger naar een gelijkaardig poëzieproject op jouw school? Een dynamosubsidie neemt alvast de financiële drempels weg. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.
Merk potentieel op in je klas
Mustafa stond niet te springen om dichter in residentie te worden, bekent hij. Tot het woord technische school viel. ‘Omdat ligt het niet voor de hand dat je kunst en cultuur brengt’, vertelt Mustafa. ‘Ik dacht terug aan mevrouw Latour, mijn lerares Frans. Zij had in de smiezen dat er geen technisch genie in me schuilde. Je hebt een talent voor taal, doe er iets mee, schreef ze op mijn rapport. Ik ben haar dankbaar dat ze dat toen in me zag en dat ook heeft aangegeven.’
‘Als je op een school zit waar je potentieel, dat waar jij uniek in bent, niet ontdekt wordt, dan blijft dat een verloren talent. Ook in deze klas zitten een paar jongens met taalgevoel. Ik zal hen daar attent op maken.’
‘Je kan een gedicht uit een handboek analyseren. Maar het levert veel meer kennis en leerplezier op als iemand met professionele poëzie-ervaring met de jongeren een traject als dit aflegt. Dan heb je een ontwikkelingsproces, geen leerstofoverdracht.’
Taal is meer dan wat woorden achter elkaar
En zo rijdt Mustafa zeven weken naar Tessenderlo. Op vrijdag krijgt hij het vierde en vijfde lesuur ter beschikking. ‘Ik ben de coach van deze jongens uit 5 EM en IW. Ik maak er geen academische lezing of strakke les van. Het is steeds een gezellig onderonsje waarbij ik het gevoel heb dat we op café zitten en praten over de dingen des levens. Al spelend en lachend proeven we van taal en van wat poëzie precies is. Alleen als ze van dat onderwerp dreigen af te wijken, speel ik vangnet en trek hen er weer bij.’
‘Na drie, vier lessen zie je dan hoe dat in die jonge geesten tot groei komen. Ze denken plots na over een titel, over synoniemen, over een verwoording die het naïeve verhaaltje overstijgt. De bewustwording die dan ontstaat, daar gaat het mij om. Ze beseffen dat geen enkel woord er zomaar staat. Dat taal meer is dan wat woorden achter elkaar. Dat die taal deuren kan openen en sluiten. Taal onder de knie hebben, maakt je sterker en weerbaarder, in relaties of in onderhandelingen met werkgevers.’
Kies waarvoor je staat
Mustafa heeft voor een gast gezorgd. Een kampioen nog wel. Carmien Michels mocht in 2016 de titel Europees kampioen Slam Poetry opspelden. Wat dat is? ‘Drie minuten scherp en poëtisch praten over een onderwerp dat je passioneert’, legt ze uit. ‘Zonder decor, kostuums of andere afleiders.’ Poëzie die je performt en waarbij je het opneemt tegen anderen. Als een bokswedstrijd met woorden. Carmien toont voorbeelden en zet de klas dan aan het werk. ‘Schrijf in het midden van je blad een thema. Waar doe je het voor? Wat is je passie?’ Drum. Scouts. Frieten. ‘Denk na over de keuze van je onderwerp’, pikt Mustafa in. ‘Ga je voor grappig dan rijd je je al een stuk vast. Poëzie gaat om keuzes maken. Net als het leven. Kies waarvoor je staat.’
Gebogen over hun blad zoeken de leerlingen naar woorden met dezelfde beginletter als hun gekozen thema. Carmien helpt ze stap voor stap verder. ‘Kies nu een klank die heel duidelijk aanwezig is in je thema en schrijf willekeurige woorden op met dezelfde klank. Rappers gebruiken dat trucje ook graag.’ Het blad staat stilaan vol. ‘Kies drie treffende woorden uit en maak daar een eerste zin mee. Begin met ik, dat is het gemakkelijkst.’ Voor elke volgende zin heeft Carmien een tip. Laat de tweede zin op de eerste rijmen. Ga voor de derde op zoek naar een actie, in de vierde stop je een emotie en in de vijfde een geluid. Een knal of een deur die dichtslaat dus. De zesde bevat een passende geur. Hoe verdriet ruikt? Naar zoute tranen en zee.
‘Ik kijk anders naar teksten. Als er nu iets in me opkomt, bestaat de kans dat ik het in de notities op mijn gsm zet. Dat zou ik anders nooit gedaan hebben.’
Zorg dat de lezer mee in je wereld stapt
‘Ik vertel de jongens dat copywriters echt een systeem hebben’, vertelt Mustafa over zijn aanpak. ‘Ze gebruiken een call to action en de AIDA-formule. Achter de slogan Retteketet, allemaal naar beter bed schuilt een copywriter, duizenden euro’s en vergaderingen met veel koffie. Hoe raar, grappig, infantiel het misschien is, het heeft een doel. Ze willen jou in die slogan, in het verhaal dat ze ophangen, doen geloven.’
Diezelfde mechanismen gaan volgens hem ook op voor poëzie. ‘Je kan heel poëtisch schrijven, maar als er niks in je tekst gebeurt, dan werkt het niet. Je kan prachtige dingen over een eiland vertellen, maar zolang je me niets laat zien, ben ik niet overtuigd van je verhaal. Geef me meer dan woorden, laat het me zien. Wees een vlieg op de muur en observeer als een camera. Zorg dat de persoon aan wie je je verhaal kwijt wil, mee in je wereld stapt.’
Skip Frans
Welk moment uit de lessen blijft hem zeker bij? ‘Toen ze spontaan een titel aan de klas wilden geven, was dat echt mooi’, vertelt Mustafa. Skip Frans werd het, omdat niet enkel de Nederlandse, maar ook de Franse lesuren werden ingevuld met poëzie.
‘Er zit wel degelijk poëtisch talent onder die ruwe bolster van hen, maar je moet het eruit weten te trekken. Dat is niet evident in 5 of 6 weken tijd. Toch geeft deze les ademruimte en tijd om te praten en te schrijven.
'Ik heb zelf ontdekt dat we creatiever aan de slag moeten met die jongens om hun talent boven te halen. Wij staan er versteld van en zij ook. Diegene die zei dat poëzie zijn ding niet was heeft een van de mooiste gedichten geschreven.'
Fans van het project
Leerkracht Nederlands Filip Huybrechts is een fan van het project. ‘Het maakt hen zelfzekerder’, zegt hij. ‘Als leerkracht ben je het meest blij als een van je leerlingen zichzelf overstijgt en iets doet wat hij niet dacht te kunnen. Dat is hier gebeurd.’ Bovendien ziet hij een enorme motivatie. ‘In een klascontext schrijven ze, maar waar dient het voor? Het heeft geen publiek en positieve feedback blijft uit. Hier is dat helemaal anders. Ze produceren teksten waar echt iets mee gebeurt. Hun werk wordt voorgedragen en zelfs gepubliceerd. Dat werkt duizend keer beter dan punten.’
En de leerlingen? ‘Ik kijk anders naar teksten’ blikt Jelle (18) terug. ‘Als er nu iets in me opkomt, bestaat de kans dat ik het opschrijf, of in de notities van mijn gsm zet. Dat zou ik anders nooit gedaan hebben.’ Klasgenoot Jonas knikt (16): ‘Normaal hadden we een jaartaak voor poëzie moeten maken. Dit was zinvoller en nuttiger. Hier leer je echt iets bij.’ ‘Het was een mooie kans om van een echte auteur les te hebben’, vindt Musa (19). ‘Er schuilt nog steeds geen dichter in mij, maar ik weet nu wel beter hoe ik eraan moet beginnen. Nu is het ook fijner en beleef ik er zelfs plezier aan. Als toekomstige ingenieurs en technici houden we ons minder bezig met dit soort dingen. Maar je kan met alles experimenteren, ook met gedichten, en we staan wel open om iets te doen dat helemaal buiten onze comfortzone ligt. Bovendien zijn we gewoon aan denkwerk en eigenlijk is dichten dat ook.’
Van de klas naar de Boekenbeurs
Een niet-alledaags gezicht in Hal 1 van de Antwerpse Boekenbeurs: aan een lange tafel zitten deze opgeschoten kerels hun eigen dichtbundel Poëziejongens te signeren. Benieuwd naar enkele verhalen? VRT maakte er een reportage over.
‘Ik geloof niet dat ons onderwijs erop achteruit gaat, dat onze scholieren amper kunnen lezen of schrijven,’ besluit Mustafa. ‘Feit is dat we op de snelweg van de eenentwintigste eeuw zijn beland. Dat vergt nieuwe vaardigheden, andere methodes.’
Een schrijversresidentie bij jou op school?
Eerder ging schrijver Fikry El Azzouzi ook aan de slag met jongeren uit het beroepsonderwijs. Dat leverde het boek Mogen de wijze jongens winnen, gij weet op. Lees er meer over. Ook kinder- en jeugdauteur Laïla Koubaa ging aan de slag in de Vrije Basisschool Sint Salvator en Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs Sassepoort. Ontdek hoe Laila dat aanpakte.
Honger naar een gelijkaardig poëzieproject op jouw school? Een dynamosubsidie neemt alvast de financiële drempels weg. Lees de voorwaarden van een dynamoPROJECT.