Leren met muziek over bijen en mieren | Zo koppel je een WO-thema aan muzische vorming
Met het dynamoPROJECT De bij en de mier bracht de Stedelijke Kunstacademie Dilsen-Stokkem muziek, woord en beweging in ’t Schakeltje. De lagere school voor buitengewoon onderwijs had vooral nood aan muzikale expertise en haalde die in huis met dko-docente Stephanie Corstjens. Zij wakkerde de verbeelding en creativiteit aan van 26 leerlingen (10-13 jaar) én de leerkrachten.
Bijen en mieren zijn fascinerende dieren, maar hoe breng je al hun mooie eigenschappen over aan leerlingen van het buitengewoon onderwijs? ‘De uitdaging was om een niet-kunstig onderwerp aan te leren met muziek’, vertelt dko-docente Stephanie Corstjens. ‘In eerste instantie wilden we met gezongen liedjes werken, maar dat bleek niet op maat van de leerlingen te zijn. We hebben de focus daarom verlegd naar ritme en spreken.’
'We leerden een heleboel nieuwe technieken die we blijvend kunnen gebruiken in hun lessen'
Stephanie leerde juffen Ilse Ramaekers en Inge Thevissen een heleboel technieken die ze blijvend kunnen gebruiken in hun lessen. ‘Haar enthousiasme werkte heel aanstekelijk’, zegt Ilse. ‘Ze toonde hoe je ritmes en liedjes kan aanleren op een hele andere manier dan we gewoon zijn. We gaan vanaf nu vaker muziek gebruiken om leerstof over te brengen.’
Vakoverschrijdende co-creatie tussen leerlingen en leerkrachten
De bij en de mier was een vakoverschrijdend project. WO stond centraal, met verhalen over het leven van bijen en mieren als uitgangspunt voor verschillende deelprojecten. Ook taal was een belangrijk onderdeel. Dat kwam vooral terug in de rap over bijen die de kinderen maakten. Ze leerden rijmen, zinnen aanvullen, nieuwe woordenschat gebruiken en goed en snel articuleren.
‘Onze leerlingen komen niet altijd gemakkelijk in contact met kunst en cultuur. Door dit project prikkelen we hen om hun cultureel bewustzijn en creatieve talenten te ontwikkelen’
‘De leerlingen maakten een woordenwolk waarmee we de tekst van de rap schreven’, legt Stephanie uit. ‘Daarna zochten we een beat met boomwhackers en creëerden we er een dansje bij.’ Die boomwhackers had de school al langer, maar het is door Stephanie dat de leerkrachten nu weten hoe ze de meerkleurige buizen met verschillende tonen kunnen gebruiken. Later knutselden de kinderen nog bijen-kazoos waarmee ze het toeterlied van Bart Peeters speelden. Ze vormden samen ook een regenkoor en een spreekkoor.
‘Er was veel ruimte voor participatie en eigen inbreng’, zegt Ilse. ‘Stephanie overtuigde zelfs de stillere kinderen om er samen iets moois en leuks van te maken. Ze inspireerde de leerlingen. Het was heel tof om te zien hoe ze evolueerden.’
Expertise-uitwisseling tussen de leerkrachten
Stephanie was zes weken lang vier uur per week aanwezig in ‘t Schakeltje. Tussentijds werd er constant geëvalueerd. De leerkrachten keken flexibel naar de noden van de leerlingen en speelden daarop in. ‘Het was van bij het begin een evenwaardige samenwerking tussen ons drie’, zegt Ilse. ‘Inge en ik reikten het thema aan en vanaf dan hebben we het samen met Stephanie uitgewerkt. We hebben er veel meer uitgehaald dan we hadden verwacht. Dit project bracht heel wat expertise in onze school.’
‘Ik heb zelf ook enorm veel geleerd’, zegt Stephanie. ‘Het was de eerste keer dat ik in contact kwam met leerlingen van het buitengewoon onderwijs. Inge en Ilse toonden me hoe ik kon omgaan met bepaalde situaties en welke noden de kinderen hebben. En ze leerden me heel wat bij over knutselen!’
Tips van juffen Ilse en Inge
- Leer van elkaar. Wij leerden ontzettend veel van Stephanie van de academie, maar zij ook van onze manier van aanpak en begeleiding van de leerlingen.
- Vertrek vanuit een duidelijk thema. Door het project te koppelen aan je lesthema en leerdoelen; kies je gericht activiteiten die je volgend jaar opnieuw kan gebruiken bij het thema.
- Bouw voldoende extra tijd in. Zorg dat je ruimte hebt om in te spelen op de noden van de leerlingen.
De bij en de mier is het eerste dynamoPROJECT van ’t Schakeltje, maar de school heeft al langer een goed contact met de academie. De lessen beeldende vorming gaan door in hun gebouwen en de leerlingen gaan jaarlijks op bezoek in de academie. Die zet de laatste jaren sterk in op samenwerkingen met scholen onder de naam Kunstklas, vaak in combinatie met dynamoPROJECTEN en Kunstkuren. Sindsdien is de toestroom naar de academie opvallend verhoogd.
Versterk cultureel bewustzijn in de klas.
Wil je meer inzetten op cultuur in jouw klas? Ontdek hoe.
Culturele vaardigheden
waarnemen
- De leerlingen luisteren naar verhalen over bijen en mieren.
- De leerlingen zien beelden van bijen en mieren.
- De leerlingen zien hoe de juf een boomwhacker bespeelt.
verbeelden
- De leerlingen ontwerpen hun eigen bijen- en mierenkostuums.
- De leerlingen experimenteren met spelen op boomwhackers.
- De leerlingen begeleiden zichzelf melodieus met boomwhackers tijdens het zingen.
- De leerlingen vormen een regenkoor en maken zelf geluiden van regen, wind en donder.
- De leerlingen vormen een spreekkoor.
- De leerlingen leren zingen in canon.
conceptualiseren
- De leerlingen denken na over het uitzicht van bijen en mieren.
- De leerlingen geven feedback op de activiteiten die ze doen.
analyseren
- De leerlingen leggen verbanden tussen bijen, mieren en mensen.
- De leerlingen bespreken de positieve eigenschappen van bijen en mieren (samenwerken, ijverig …)
- De leerlingen bespreken de verschillen tussen bijen en mieren.
Dragers
lichaam
- De leerlingen maken een dansje met verschillende lichaamsbewegingen.
- De leerlingen gebruiken hun eigen lichaam om geluiden te maken (klappen, tongklikken, blazen …)
voorwerpen
- De leerlingen gebruiken Boomwhackers om muziek te maken.
- De leerlingen creëren ritmes met eenvoudig slagwerk.
- De leerlingen maken kazoos om op te spelen.
taal
- De leerlingen leren nieuwe woordenschat met betrekking tot bijen en mieren.
- De leerlingen leren beter articuleren.
Grafische tekens
- De leerlingen gebruiken (in het begin) tekeningen om de rap visueel weer te geven en te onthouden.